Noam Chomsky

‘Wat heeft het voor zin een land te bombarderen als daar geen politieke doelen mee worden gerealiseerd?’

Noam Chomsky Filosoof en linguïst
Vijay Prashad Historicus en hoogleraar Internationale Studies aan het Trinity College,

Op 15 augustus is het exact 1 jaar geleden dat de Amerikaanse troepen zich definitief terugtrokken uit Afghanistan, met alle gevolgen van dien. Begin september verschijnt bij EPO het boek ‘Terugtrekken! De VS na de afgang in Irak, Afghanistan, Libië’ van Noam Chomsky en Vijay Prashad. We bieden u alvast een fragment aan.

Op 15 augustus 2021 moesten de Amerikaanse troepen zich na twintig jaar bezetting terugtrekken uit Afghanistan; ze lieten niet veel meer dan puinhopen achter. De taliban trokken Kaboel binnen en namen het gezag over de restanten van de Afghaanse staat over. Er is geen eensgezindheid over het dodental van deze oorlog, maar vrijwel niemand betwist dat er in ieder geval een paar honderdduizend slachtoffers zijn gevallen (een onderzoek van de Verenigde Naties heeft aangetoond dat ten minste veertig procent van de burgers die stierven bij luchtaanvallen kinderen waren). Volgens een raming van het Afghaanse ministerie van Volksgezondheid heeft twee derde van de Afghanen psychische problemen door de oorlog. De helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens en bijna zestig procent van de bevolking is nog steeds analfabeet. Op deze fronten is maar weinig vooruitgang geboekt.

Ondertussen ontdekten de taliban dat de brandkasten van de Centrale Bank in Kaboel leeg waren; de geldvoorraad – 9,5 miljard dollar – stond op Amerikaanse banken en was in beslag genomen door de Verenigde Staten om de familie van de slachtoffers van 9/11 te vergoeden. Tijdens de bezetting door de Verenigde Staten was Afghanistan afhankelijk van buitenlandse hulp. In 2020 bedroeg de hulp 43 procent van het Afghaanse bbp. Toen de Verenigde Staten vertrokken, droogde die geldstroom ook op; volgens het VN Ontwikkelingsprogramma (UNDP) daalt het bbp door stopzetting van de buitenlandse hulp met twintig procent in 2021 en met dertig procent in de jaren daarop. De Verenigde Naties verwachten dat het inkomen per hoofd van de bevolking tegen eind 2022 zal zijn gehalveerd ten opzichte van 2012. Naar schatting komt 97 procent van de Afghaanse bevolking onder de armoedegrens terecht en de kans dat er op grote schaal mensen verhongeren is reëel. Het is veelzeggend dat bij de laatste drone-aanval door het Amerikaanse leger in Afghanistan een auto met tien inzittenden werd geraakt, onder wie zeven kinderen en Zemari Ahmadi, die een auto bestuurde voor Nutrition & Education International (een liefdadigheidsinstelling uit Pasadena, Californië). Het Amerikaanse leger beweerde eerst dat Ahmadi lid was van IS en erkende pas twee weken later dat er bij de aanval met de Reaper-drone burgers waren gedood; voor deze misdaad zijn geen militairen gestraft.

Dit alles is kenmerkend voor de smerige oorlogen van de Verenigde Staten.


De laatste jaren hebben de VS niet een van de doelstellingen die ze met hun oorlogen wilden bereiken kunnen realiseren. In oktober 2001 gingen de Verenigde Staten in de aanval tegen Afghanistan en volgden er gruwelijke bombardementen en een onwettige uitleveringscampagne. Het doel was om de taliban uit het land te verdrijven. Nu, twintig jaar later, zijn de taliban terug. In 2003, twee jaar nadat de Verenigde Staten een oorlog hadden ontketend in Afghanistan, begonnen ze met een illegale oorlog tegen Irak, die uiteindelijk leidde tot de start van een onvoorwaardelijke terugtrekking in 2011, nadat het Iraakse parlement weigerde de Amerikaanse militairen buitengerechtelijke bescherming te bieden. Terwijl de Verenigde Staten zich terugtrokken uit Irak begonnen ze een verschrikkelijke oorlog tegen Libië, waar ze het overnamen van Frankrijk en Groot-Brittannië, die het conflict in gang hadden gezet. Hier komen we later op terug. Door deze oorlog ontstond er grote chaos in de regio.


Geen van deze oorlogen – in Afghanistan, Irak en Libië – leidde ertoe dat er een pro-Amerikaanse regering kwam in die landen. Ze veroorzaakten wel steeds nodeloos lijden voor de burgerbevolking. Het leven van miljoenen mensen werd ontwricht en honderdduizenden verloren hun leven. Hoe kunnen we nu verwachten dat jongeren in Jalalabad of Sirte nog vertrouwen hebben in de mensheid? Zullen ze zich nu in zichzelf keren, uit angst dat hun elke kans op verandering is ontstolen door de barbaarse oorlogen waar zij en hun medeburgers het slachtoffer van zijn?


Het lijdt geen twijfel dat de Verenigde Staten nog steeds de grootste krijgsmacht ter wereld hebben en met hun leger, lucht- en zeemacht vanuit hun basissen wereldwijd elk land op elk moment kunnen treffen. Maar wat heeft het voor zin een land te bombarderen als daar geen politieke doelen mee worden gerealiseerd? De Verenigde Staten hebben hun hoogtechnologische drones gebruikt om leiders van de taliban te vermoorden, maar voor elke leider die ze doodden, stonden er vijf nieuwe op. De mannen die de taliban nu leiden, waaronder de medeoprichter van de taliban en hoofd van de politieke commissie, moellah Abdul Ghani Baradar, zijn er trouwens al vanaf het begin bij; het zou nooit mogelijk zijn geweest de hele leiding van de taliban te elimineren. De Verenigde Staten hebben meer dan twee biljoen dollar uitgegeven aan deze oorlog, waarover ze vanaf het begin triomfalistisch hadden gedaan.


In de eerste verklaringen na de terugtrekking van de VS uit zijn land zei moellah Baradar dat zijn regering om te beginnen de welig tierende corruptie in Afghanistan zou bestrijden. Ondertussen deden er in Kaboel verhalen de ronde over ministers van de laatste pro-Amerikaanse regering in Afghanistan, geleid door een voormalige functionaris van de Wereldbank, Ashraf Ghani, die het land probeerden te verlaten in auto’s vol dollarbiljetten, geld dat de Verenigde Staten zogezegd voor hulp en infrastructuur hadden gegeven. Van de hulp die aan het land was geschonken is een aanzienlijk deel verdwenen. In een overheidsrapport uit 2016 van de Special Inspector General for Afghanistan Reconstruction (SIGAR) over de Lessen die zijn geleerd uit de ervaring van de Verenigde Staten met corruptie in Afghanistan schrijven de onderzoekers: ‘De missie van de Verenigde Staten in Afghanistan is sterk ondermijnd door corruptie. Hierdoor is de legitimiteit van de Afghaanse regering aangetast, de steun onder de bevolking voor de opstand versterkt, en zijn materiële middelen doorgesluisd naar groepen opstandelingen.’ SIGAR heeft een ‘hitlijst van de hebzucht’ opgesteld met daarop Amerikaanse overheidsaannemers die hebben gefraudeerd om geld bestemd voor hulpverlening in eigen zak te steken. De Verenigde Staten hebben meer dan twee biljoen dollar uitgegeven aan de bezetting van Afghanistan, maar dat geld is niet gebruikt om hulp te bieden of de infrastructuur van het land op te bouwen. Het is terechtgekomen in de geldkoffers van de rijken in de Verenigde Staten, Pakistan en Afghanistan.


Door de corruptie in de hoogste regeringskringen nam het moreel in de lagere sectoren af. De Verenigde Staten stelden hun hoop op de opleiding van 300.000 soldaten van het Afghaanse nationale leger, waarvoor 88 miljard dollar werd uitgetrokken. In 2019 verloor dat leger 42.000 manschappen toen het werd gezuiverd van ‘spooksoldaten’, soldaten die niet bestonden. Waarschijnlijk waren dat er nog meer. Het moreel in het Afghaanse leger is de laatste jaren gekelderd en er lopen steeds meer soldaten over naar andere strijdkrachten. De provinciehoofdsteden werden zwak verdedigd en Kaboel viel vrijwel zonder strijd in handen van de taliban. Daarop twitterde de laatste minister van Defensie van de regering-Ghani, generaal Bismillah Mohammadi, over de regeringen die aan de macht zijn geweest in Afghanistan sinds eind 2001: ‘Ze hebben onze handen achter onze rug gebonden en ons land verkocht. Vervloekt zij de rijke man (Ghani) en zijn mensen.’ Deze tweet geeft de stemming onder de Afghaanse bevolking bij het vertrek van de Verenigde Staten goed weer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content