Dirk Geldof

‘Deze opvangcrisis is niet opgelost als er geen kinderen meer op straat slapen’

Dirk Geldof Socioloog (UA), auteur en onderzoeker aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee).

‘Waar is het ethisch kompas van deze Vivaldi-regering’, schrijven Dirk Geldof en Pascal Debruyne (Hogeschool Odisee). Ze klagen de aanhoudende asielcrisis aan, waarbijd de afgelopen weken ook gezinnen met kinderen de nacht op straat moesten doorbrengen. ‘Dit is een crisis van de rechtsstaat.’

Met de door de burgemeester bevolen vernieling van de kartonnen tentjes van de minderjarige asielzoekers die in Brussel op straat moeten slapen omdat onze asielopvang onvoldoende plaatsen heeft, is deze week alweer een grens overschreden: die van het kille cynisme in het politieke gehakketak in deze asielcrisis. Hoe ver kan je gaan in ontmenselijking? Ondertussen ontstaat er wat beweging: hotels lijken even geen taboe meer (maar enkel voor minderjarigen), belooft Defensie te zoeken naar 1500 nieuwe plaatsen tegen december en blijft de regering verder zoeken naar opvangplaatsen, personeel en eensgezindheid. Toch zullen ook vannacht én de volgende weken gegarandeerd nog steeds vele tientallen asielzoekers aan het Kanaal en rond het Klein Kasteeltje op straat moeten slapen. De opvangcrisis is écht niet opgelost als er geen kinderen meer op straat slapen. Deze opvangcrisis is immers niet alleen een humanitaire crisis, maar ook een crisis van het korte termijnbeleid én van de rechtstaat.

De wortels gaan verder dan deze Vivaldi-legislatuur, maar zelden werden wettelijke en humanitaire grenzen zo overschreden. Het ethisch kompas lijkt zoek en daarmee ook de richtingaanwijzer voor een rechtvaardig asiel en-migratiebeleid dat kan leiden tot maatschappelijke meerwaarde.

Inwisselbaarheid van regeringen

Asiel en migratie zijn electoraal gevoelig, waardoor ze nooit vrij zijn van ideologisch opbod. Het staat politiek vaak goed om hard te communiceren, drempels in te bouwen en mogelijkheden te beperken, ook al leert onderzoek dat politiek en media die kiezer als te rechts percipiëren (Zie oa Walgrave,  Soontjens & Sevenans).

Het zorgt voor een zekere inwisselbaarheid van regeringen. Overheen regeringen zien we een kortzichtig jojo-beleid én een gebrek aan proactief handelen, waarbij men voldoende buffers zou voorzien, investeert in de kwaliteit van opvangcentra en in opvangmedewerkers. Mede door het gebrek aan langetermijnplanning van vorige regeringen loopt men nu achter de feiten aan.

Bij iedere crisis moet men opnieuw in allerijl op zoek naar – meestal tijdelijke – extra capaciteit, vaak in minderwaardige gebouwen. Na de piek bouwt men zo snel mogelijk af, en stuurt men ervaren opvangmedewerkers weer de straat op. Zo bouwde de vorige ‘Zweedse’ regering na de asiel- en opvangcrisis van 2015 capaciteit af, in plaats van te investeren in kwalitatieve asielopvangplaatsen en buffercapaciteit, waarvan elke migratie-expert en sociale organisatie de noodzaak benadrukte. De buffercapaciteit die de Vivaldi-regering wou uitbouwen, is daardoor onmiddellijk volzet. Dit crisisbeleid is too little too late.

Meer dan crisisbeleid

Deze opvangcrisis komt allesbehalve onverwacht. Ze duurt ondertussen al meer dan een jaar. Zo lang al wordt aan een groeiende groep alleenstaande mannelijke asielzoekers het recht op een asielaanvraag en op een opvangplaats ontzegd. Fedasil is sinds 1 januari 2022 al 4500 keer door de arbeidsrechtbank veroordeeld omdat het asielzoekers geen opvang kon geven. Dit zijn evenveel overtredingen van de asielwetgeving als structurele mensenrechtenschendingen.

Natuurlijk is er een verhoogde instroom. Met 26.636 asielaanvragen tot en met september, zal 2022 het jaar zijn met de hoogste aantal aanvragen sinds 2015. Gelukkig moeten de 50.000 Oekraïense vluchtelingen die naar ons land kwamen, geen asiel aanvragen dankzij het statuut van tijdelijke bescherming, maar de registratie weegt wel degelijk op de asieldiensten. Het gebrek aan gedegen Europees migratiebeleid zorgt ondertussen voor een race-to-the-bottom, waarbij lidstaten door een opbod aan verstrengingen hun verantwoordelijkheid op andere landen willen afwentelen.

Maar al te vaak dient deze stijging van het aantal aanvragen als excuus, of als voorwendsel om bepaalde aanvragers van internationale bescherming verdacht te maken als “undeserving refugees”, in plaats van de procedures rechtvaardiger en efficiënter te maken en proactief voldoende personeel voor de behandeling van de dossiers te voorzien. De recente audit van asieldiensten spreekt boekdelen. Vandaag moeten asielzoekers gemiddeld 300 dagen wachten in de asielopvang. De achterstand van dossiers bij het CGVS is opgelopen tot 16.793 dossiers (19.718 personen).

Deze achterstand leidt tot een kleinere uitstroom uit de asielcentra, waardoor de bijkomende opvangplaatsen die Fedasil de voorbije maanden opende, totaal onvoldoende zijn. Dat de gewestregeringen daarenboven geen huisvestingsbeleid voeren in tijden van wooncrisis, en de erkende vluchtelingen aan hun lot en aan de secundaire huurmarkt overlaten in tijden van wooncrisis, zorgt evenmin voor een vlotte uitstroom uit asielcentra.

Als er één les te trekken is uit een halve eeuw asielbeleid, is dat het aantal asielaanvragers stijgt en daalt afhankelijk van internationale crisissen. Maar het asielbeleid zelf zou geen crisisbeleid mogen zijn, maar een beleid dat er structureel voor zorgt dat een land bij pieken klaar is om mensen die humanitaire bescherming vragen op te vangen.  

Waar is het ethisch kompas?

Vivaldi presenteert zich bij monde van de staatssecretaris voor asiel en migratie te graag als “slachtoffer” van verhoogde instroom en de “crisis”, waardoor de politieke verantwoordelijkheid naar de achtergrond verdwijnt. Nochtans roepen heel wat beslissingen ethische vragen op. Bakens van humanisme en rechtvaardigheid kalven af.

Wat met het fundamentele internationale rechtsprincipe van “het hoger belang van het kind”? Je zou denken dat “kinderen en jongeren” toch een soort van ethische bodem vormen of een appél zouden zijn tot onmiddellijk handelen?

Wat met de leeftijdstests voor niet-begeleide minderjarigen, die een voorwaarde tot opvang lijken te worden, in plaats van opvang verzekeren tot er een uitkomst van de leeftijdstest is. Alsof het dan juridisch correct is om een jongvolwassenen opvang te ontzeggen en buiten te laten slapen?

Als het gaat over fundamentele grondrechten, dan is verontwaardiging die enkel gebonden is aan specifieke groepen van mensen problematisch. Rechten werken niet op basis van emoties en identificatie, “op basis van aaibaarheid”. Als je als overheid al meer dan een jaar duizenden jonge mannen de straat opstuurt, hoewel ze volgens onze rechtsregels recht hebben op een aanvraag tot internationale bescherming en op asielopvang tijdens hun aanvraag, dan vormt dat een fundamenteel probleem voor een rechtstaat.

Of wat te denken van de recente voorstellen om werkende asielzoekers weg te sturen uit de opvang naar de private huurmarkt? Moeten ze nu ontslag nemen om een dak boven het hoofd te hebben? Regeringen zijn beducht voor “werkloosheidsvallen” die mensen ontmoedigen om te werken, behalve bij asielzoekers: die mogen blijkbaar tijdens deze woon- en energiecrisis uit de asielopvang worden gezet “omdat” ze al werken.

Noodoplossingen voor alle buitenslapende asielaanvragers moeten en kunnen, met politieke wil en daadkracht. Kan het kernkabinet de komende dagen eindelijk schakelen? Noodopvang in hotels kan helpen, maar is allesbehalve ideaal, bij gebrek aan de noodzakelijke omkadering en begeleiding die asielzoekers nodig hebben. Maar als je die noodopvang al maanden weigert, dan ligt probleem bij die bewuste keuze om vooral geen alternatief te voorzien en mensen ondertussen als beesten op straat te laten slapen.

De onzichtbare rekening

Vivaldi onderhandelde voor asiel een centrum-regeerakkoord, met enkele lichtpunten, maar die lichtpunten ebben in sneltempo weg tijdens deze politiek gefabriceerde crisissen. Vermeende aanzuigeffecten vermijden, woog sterker door in het beleid dan inzetten op humanitaire opvang en snelle integratie. Maar hoe meer drempels waar vluchtelingen over moeten, hoe langer de wachttijden voor erkenning of gezinshereniging, hoe langer het duurt voor vluchtelingen aan een toekomst kunnen werken en  hoe groter de psychologische schade. De georganiseerde dakloosheid vandaag en de door gebrek aan personeel veroorzaakte oververzadiging hebben een impact op de toekomst van de erkende vluchtelingen in ons land, op hun welzijn en op hun integratie.

Die schade in sociale en economische termen, maar zeker ook op het persoonlijke niveau van mensen en gezinnen, blijft vaak onzichtbaar. Ondertussen mogen sociale organisaties en vrijwilligers de brokstukken van het beleid lijmen. Alsof iemand wint met asielzoekers die na het trauma van vervolging en/of oorlog, en de vaak verschrikkelijke gebeurtenissen op de vlucht naar België, het trauma van de straat te laten ondergaan?

Ook na erkenning stopt het niet. Wie wint er met de vandaag rondwarende voorstellen voor strengere gezinshereniging? Wie wint er bij een gebrek aan woonbegeleiding van erkende vluchtelingen door de Vlaamse overheid, behalve dan de huisjesmelkers? Het leidt tot moeizame integratietrajecten gekenmerkt door onderbreking en gemiste kansen.

Rechtvaardig asiel en -migratiebeleid

Deze beleidscrisis is niet opgelost als we er binnen enkele dagen er (hopelijk) eindelijk in slagen kinderen en gezinnen de opvang te geven waar ze recht op hebben. Ook alleenstaande mannelijke asielzoeker horen niet op straat. We kunnen deze crisis niet oplossen zonder investeringen in duurzame asielopvang en in voldoende personeel voor de behandeling van dossiers. Dat moet de overbezetting van de asielopvang terug naar een werkbaar niveau brengen, ook voor alle opvangmedewerkers die zich desondanks blijven inzetten.

Laat het debat over het asielbeleid eindelijk over de kwaliteit van de asielopvang en de procedure gaan, in plaats van over het gebrek aan kwantiteit. Als onderzoek één ding leert, is dat korte en humane asielopvang en procedures tot snellere en betere integratie leiden. Daarin is ook de koppeling met gezinshereniging cruciaal. Het is hoog tijd dat men de hele cyclus van asiel en migratie in acht neemt.

Daarom roepen we als onderzoekers op om de crisis van politieke verbeelding te doorbreken. We roepen op om naast onmiddellijke maatregelen om deze humanitaire crisis te stoppen eindelijk ook werk te maken van een langetermijnbeleid inzake asiel en migratie. Beeld je een rechtvaardig beleid in, gedreven door mensenrechten: het recht op internationale bescherming, op menswaardige opvang tijdens de procedure, op een gezinsleven en eenheid van gezin, met respect voor het hoger belang van het kind, een rechtstaat waardig. Maak hiervan terug de basis voor beleid, gericht op de uitbouw van een waardig leven van wie recht heeft op internationale bescherming, zodat nieuwkomers snel mee hun schouders onder deze samenleving kunnen zetten.

Kortom, laten we niet alleen deze humanitaire crisis stoppen met noodmaatregelen, maar de crisis gebruiken om eindelijk ook een humaan lange termijnbeleid op te zetten. Want herhaling van deze georganiseerde dakloosheid, die ook een schending van de rechtstaat vormt, dat wil toch echt niemand?

Pascal Debruyne, Dirk Geldof zijn onderzoekers migratie en vluchtelingen aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen & Onderzoekscentrum Sociaal Werk Odisee. De bijdrage werd mee ondertekend door hun collega’s Sylvie Van Dam, Mieke Groeninck, Kaat Van Acker & Mieke Schrooten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content