‘Met de moed der wanhoop is Europa al meermaals vooruit gegaan’

Guy Verhofstadt staat stil bij de twintigste verjaardag van de Verklaring van Laken en blikt vooruit naar de toekomst van de Europese Unie.

De Europese Conventie is “geboren is uit wanhoop”, kopte een Duitse krant na afloop van de Top van Laken, vandaag twintig jaar geleden, maar met de moed der wanhoop is Europa al meermaals vooruit gegaan.

De oorsprong van de Verklaring van Laken lag in de eerdere Top van Nice van februari van datzelfde jaar: dat was voor iedereen “de laatste kans” geweest om de Unie aan te passen vóór de uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa maar nog voor de inkt droog was, besefte iedereen dat we de kans gemist hadden. De methode was verkeerd: in Nice probeerde men in te zoomen op problemen die dringend aangepakt moesten worden – wat uitmondde in een compromis dat niemand overtuigde. In Laken zouden we uitzoomen, in de hoop dat een bredere visie op de toekomst van Europa het wél mogelijk zou maken de werking bij te sturen. Met een Conventie tot gevolg.

Met de moed der wanhoop is Europa al meermaals vooruit gegaan.

De dynamiek van die hervormingspogingen is erg herkenbaar voor wie Europa van nabij volgt. De Europese integratie groeit organisch, vanuit de politieke noodzaak van het moment, maar regelmatig ontstaat ook de nood om het grotere geheel te herbekijken om Europa werkbaar te houden. Dat was zo na de veelbewogen jaren 80 en 90, dat is vandaag opnieuw het geval. De uitbreiding naar 25 en meer lidstaten moest leiden tot een vereenvoudiging van de Europese machtsinstrumenten en het hertekenen van de machtsverhoudingen tussen de instellingen.

Er is ook vrees voor politieke wildgroei: ten tijde van Laken waren met name de Duitsers vragende partij om te zien waar de Europese bevoegdheden ingeperkt zouden moeten worden. Zo’n ‘Kompetenzabgrenzung‘ bleek niet in absolute regels te gieten, maar kreeg uiteindelijk vorm in een subsidiariteitstoets, waarbij nationale parlementen een ‘gele’ of ‘oranje kaart’ kunnen trekken als de EU bovenmatig of onterecht bevoegdheden naar zich toe zou trekken. Belangrijkst is de vraag naar meer democratische aansprakelijkheid: als we Europa méér laten doen, dan moeten we Europa democratischer besturen.

De Verklaring van Laken bevatte een lijst welomschreven vragen over wat Europa moet doen en wat niet, over hoe we Europa aansturen en hoe de burger daar meer inzicht en greep op kan krijgen. ‘De burgers scharen zich ongetwijfeld achter de grote doelstellingen van de Unie, maar ze zien niet altijd een verband tussen deze doelstellingen en het dagelijkse optreden van de Unie.’

De rest is gekend: de hervorming werd in een Europese Grondwet gegoten, die werd neergesabeld in twee referenda waarvan niet te achterhalen is in hoeverre ze echt over Europa gingen, dan wel over momentane onvrede met de eigen regering, en de meest concrete elementen vonden uiteindelijk hun weg naar het Verdrag van Lissabon, waarmee we sinds 2009 werken.

Het is moeilijk om zeggen of Laken geslaagd is. Europa werd inderdaad gemoderniseerd en wat strakker aangestuurd, en dat heeft ons toegestaan de uitbreiding te bestieren. Maar ze kwam net voor de meest turbulente decennia ooit – te vroeg dus om de belangrijkste crisis te zien, de financiële schok die al volop voelbaar was toen het Verdrag van Lissabon in voege trad, dus er was geen sprake van zaken als meer geïntegreerd economisch beleid, gezamenlijke schokdempers of een bankenunie.

En de instellingen en regels die toen uitgetekend zijn, blijken onvoldoende of zelfs contraproductief om de andere crisissen aan te pakken. Met name de Europese Raad, met of zonder vaste voorzitter – die een uitvinding is van de Franse oud-president Valéry Giscard d’Estaing, die in Laken aangeduid werd als voorzitter van de Conventie -, blijkt een instelling die hoog inzet op zichtbaarheid en niks bijdraagt aan effectiviteit. Geen goede combinatie.

De vraag is natuurlijk of we paralellen kunnen trekken met de Conferentie over de Toekomst van Europa die momenteel bezig is. De wanhoop is er één. De crisissen van de voorbije jaren tonen aan dat Europa duidelijk niet klaar is om zijn kerntaken uit te voeren. Burgers scharen zich achter een sterker Europa, maar zien weinig heil in de Europese Unie zoals die nu opereert. Debatten aan de top blijven telkens opnieuw zonder gevolg, zelfs over ronduit fundamentele zaken als migratie en de rechtsstaat. Opnieuw tijd om uit te zoomen dus.

Dit keer gaan we breder dan met Laken. De Conferentie vraagt burgers zelf – in panels en op het digitale platform – een selectie te maken van hoofdvragen en -antwoorden. En daarna gaan vertegenwoordigers van de gelote burgerpanels rechtstreeks mee aan tafel gaan met politici van over heel Europa, dus niet alleen op initiatief van regeringsleiders maar met alle Europese instellingen en van nationale politici. Alleen zo maken we kans om een breed gedragen visie uit te tekenen over welk Europa we nodig hebben om de toekomst tegemoet te treden. En alleen zo voer je de druk op om de concrete hervormingen te forceren, die de voorbije jaren uitbleven.

De komende maanden zullen uitwijzen of de Conferentie zal slagen. In de burgerpanels kijkt men duidelijk onbevangen naar Europa, wat tot onbevreesd Europese aanbevelingen leidt: een slagkrachtigere Unie die zich niet laat verlammen door de unanimiteitsregel, een begrijpelijker Unie die afstand neemt van bureaucratisch denken maar zich rechtstreeks en herkenbaar tot burgers richt, een echte Europese democratie, met Europawijde partijen en transnationale verkiezingen… Bij politici – zeker ook bij pro-Europese politici – merk je vaak vooral de wanhoop, maar bij burgers overweegt de hoop.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content