Klimaatwetenschapper Wim Thiery (VUB) teleurgesteld over COP27 in Sharm-el-Sheikh: ‘Ik schaam mij voor de Belgische houding’

Protesten op de COP27
Kamiel Vermeylen

De VN-Klimaattop in de Egyptische stad Sharm-el-Sheikh (COP27) loopt stilaan ten einde. Volgens klimaatwetenschapper Wim Thiery (VUB) zijn de resultaten ronduit teleurstellend. ‘Zolang wij onze atmosfeer als vuilnisbak blijven gebruiken, gaan we rampspoed tegemoet.’

Volgens professor Wim Thiery, klimaatwetenschapper aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), was de COP27 in de Egyptische badstad Sharm-el-Sheikh gedoemd om te mislukken. ‘In 2015 werd op de klimaattop van Parijs afgesproken om de stijging van de globale temperatuur tot 1,5 graad Celsius te beperken tegen 2100. Volgens de toenmalige plannen stevenden we af op een temperatuurstijging met 3 graden. In Parijs beloofden de 197 ondertekenaars dat ze om de vijf jaar een nationaal klimaatplan zouden indienen om de vooruitgang te monitoren. In 2020 bleken de opgetelde inspanningen echter nog altijd een opwarming van 2,7 graden te zullen veroorzaken. Dus werd er in 2021 afgesproken om een versnelling hoger te schakelen: in plaats van om de vijf jaar zouden de deelnemers elk jaar een plan indienen. Dit jaar liep de deadline daarvoor af op 23 september. Van de 197 landen dienden er maar 24 een document in. Dan weet je dat de rest het klimaatprobleem nog steeds onvoldoende serieus neemt. De teleurstellende resultaten op de COP27 zijn er naar.’

Is deze klimaattop opnieuw een maat voor niets?

Wim Thiery: Inderdaad. Elk jaar pompt de mens maar liefst 40 miljard ton CO2 en tonnen andere broeikasgasgassen in de lucht. De aarde warmt op aan 0,2 graden Celsius per decennium – het gaat ontzettend hard. De afgrijselijke gevolgen van de opwarming zien we nu al om ons heen. Maar we mogen ons opmaken voor erger. Onze computermodellen voorspellen nog veel meer en dramatischer gevolgen: overstromingen, mislukte oogsten, bosbranden, dodelijke hittegolven, zeespiegelstijgingen, waterschaarste. En hoewel we stukje bij beetje vooruitgang boeken, stellen onze beleidsmakers onvoldoende in het werk om van de dodelijke fossielebrandstofverslaving af te raken. Sharm-el-Skeikh heeft daar weinig aan veranderd.

De afgrijselijke gevolgen van de klimaatopwarming zien we nu al om ons heen. Maar we mogen ons opmaken voor erger.

Wim Thiery

Klimatoloog (VUB)

Levert België volgens u voldoende inspanningen?

Thiery: We zijn natuurlijk gebonden aan de Europese doelstellingen die de uitstoot tegen 2030 met minstens 55 procent willen terugbrengen ten opzichte van 1990. Volgens de Europese Green Deal moeten we tegen 2050 van de fossiele brandstoffen af. Hoewel dat niet volstaat om de wereld op het pad van 1,5 graad opwarming te houden, gaat Europa daarmee wel de goede richting uit. Maar België sleept met de voeten. Qua klimaatambities bevinden we ons in het Europese peloton – tot de kopgroep behoren we al lang niet meer.

Enkele Europese landen roepen vandaag bijvoorbeeld op om uit het zogenaamde Energy Charter Treaty te stappen. Dat verdrag voorziet schadevergoedingen voor producenten van fossiele brandstoffen als beleidsmakers beslissingen nemen die tegen de economische belangen van die producenten ingaan. Maar België wil gewoon voortdoen.

Daarnaast nemen al onze buurlanden deel aan de zogenaamde High Ambition Coalition om de opwarming van de aarde tegen 2100 werkelijk tot 1,5 graden te beperken. Wij doen niet mee. In de Climate Change Performance Index zijn we naar de 49e plaats van de 60 getuimeld. En op klimaattoppen krijgen we geregeld de bedenkelijke trofee van ‘fossiel van de dag’. Ik schaam mij voor de Belgische houding. En dat zouden onze politici ook moeten doen.

Een van de prioriteiten van de COP27 was de afbouw van subsidies voor fossiele brandstoffen. Hoe staat het daarmee?

Thiery: De toestand is weinig hoopgevend. Sinds de energiecrisis hebben Europese landen honderden miljarden euro’s uitgetrokken om fossiele brandstoffen te subsidiëren. België doet het op dat vlak trouwens bijzonder slecht. Vorig jaar verstrekte België maar liefst 13 miljard euro aan directe en indirecte subsidies voor fossiele brandstoffen, zo bleek uit een rapport van de federale overheidsdienst Volksgezondheid en Financiën.

Als we dat geld nu eens zouden besteden aan hernieuwbare energiebronnen en technologisch onderzoek, dan zou dat een enorm verschil uitmaken. Als de politiek die beslissing al een aantal jaren geleden had genomen, hadden we nu geen energiecrisis gehad. Maar het is nog niet te laat. Doen we het nu, dan vermijden we heel wat energiemiserie in de komende jaren.

Op de COP27 vragen de landen uit het Zuiden om financiële compensatie voor de klimaatschade die ze al hebben geleden. Is die vraag terecht?

Thiery: Klimaatonderhandelingen gaan doorgaans over drie pijlers. Eerst en vooral bestaan er discussies om de opwarming te beperken tot 1,5 graad. Daarnaast is er het zogenaamde Green Climate Fund dat ontwikkelingslanden kunnen gebruiken voor de aanpassing aan en de bestrijding van de klimaatverandering. Ten derde zijn er inderdaad de gesprekken over de zogenaamde loss and damage: de schade die landen momenteel al ondervinden en waar de geïndustrialiseerde landen een grote verantwoordelijkheid voor dragen.

Dat laatste thema vormt momenteel het zwaartepunt van de onderhandelingen in Egypte. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we dat de opwarming van de aarde in grote mate heeft bijgedragen tot de enorme overstromingen in Pakistan afgelopen zomer. Maar schadevergoedingen zijn een bijzonder heikel thema en de discussies dreigen vast te lopen. Geïndustrialiseerde landen zijn namelijk als de dood voor juridische schadeclaims, net omdat er wetenschappelijk bewijs bestaat voor het causaal verband tussen rampen en klimaatopwarming.

De Europese Commissie kwam vrijdag wel met een ultiem compromisvoorstel, dat verbintenissen van het globale Zuiden vraagt en geen bindende aansprakelijkheid omvat. Vanuit die optiek is het lovenswaardig dat België als een van de eerste landen ter wereld 2,5 miljoen euro heeft uitgetrokken voor klimaatschade in Mozambique.

Denkt u dat grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne de urgentie van het klimaatprobleem naar de achtergrond heeft geduwd?

Thiery: Ja en nee. Door het uitbreken van de oorlog kreeg de publicatie van een belangrijk VN-klimaatrapport inderdaad veel minder aandacht. Anderzijds versnelt de oorlog de klimaattransitie enorm. Op een bijzonder pijnlijke manier is duidelijk geworden hoe afhankelijk we zijn van autocratische en dictatoriale regimes.

Het voordeel is dat we een ware stormloop op groene energie meemaken. Dat is ook logisch, want groene energiebronnen slaan drie vliegen in een klap: we kunnen de klimaatopwarming ermee tegengaan, ze zorgen voor betaalbare rekeningen en we maken ons op het geopolitieke toneel een stuk autonomer. Daarom blijft het me verbazen dat politici blijven treuzelen. Elke uitstootreductie telt. Zelfs als de temperatuut maar 0,1 graad minder stijgt, vermindert dat het menselijke, dierlijke en economische leed.

Dit zal ook ons treffen: onze kust, onze steden, onze landbouw, ons water. Dat is geen politiek, maar eenvoudige fysica. Zolang wij de atmosfeer als vuilnisbak blijven gebruiken, gaan we rampspoed tegemoet.

Partner Content