Herman Matthijs (UGent, VUB)

Wie betaalt voor de Europese Unie? ‘Een Belg blijkt nogal veel bij te dragen’

Niet elke inwoner van de Europese Unie draagt financieel evenveel bij aan de EU. Er zijn grote verschillen tussen de lidstaten en een Belg blijkt nogal veel bij te dragen.

Op 9 juni trekken we naar de stembus om de dertien Vlaamse leden te verkiezen in het Europees Parlement. Omdat er op die dag ook federale en regionale verkiezingen plaatsvinden, is de kans zeer groot dat de Europese thema’s helemaal niet aan bod komen in de electorale campagne. Ten onrechte. Vorige week werd op deze plek toegelicht hoeveel de 27 lidstaten van de Europese Unie afdragen aan de EU-begroting 2024.

Maar wat als we die nominale benadering eens bekijken per capita? Hoeveel is de bijdrage per inwoner van elke lidstaat?

Per capita

Als men de 136 miljard euro aan eigen middelen berekent per capita in de lidstaten, dan krijgt men een andere rangschikking dan als men gewoon kijkt hoe groot de bijdrage is van elke lidstaat. Dit is de lijst van de tien lidstaten met de hoogste nominale en procentuele bijdrage aan de Europese begroting:

Duitsland: 30,1 miljard euro of 22,1% aandeel,

Frankrijk: 23,4 miljard euro of 17,1%,

Italië: 17,2 miljard euro of 12,6%,

Spanje: 12,6 miljard euro of 9,2%,

Nederland: 8,3 miljard euro of 6,1%,

Polen: 7,2 miljard euro of 5,2%,

België: 6,2 miljard euro of 4,5%,

Ierland: 3,3 miljard euro of 2,4%,

Zweden: 3,2 miljard euro of 2,3%,

Oostenrijk: 3 miljard euro of 2,2%.

Maar wat geeft dat per inwoner? Gemiddeld betaalt de EU-inwoner in 2024 305 euro aan de Europese begroting. Maar er zijn enorme verschillen tussen de lidstaten. In Roemenië betaalt men maar 142 euro per capita en in de Ierse republiek liefst 640 euro per inwoner. Dit is een verhouding van maal 4,5.

De elf lidstaten waarvan de inwoners meer bijdragen dan het EU-gemiddelde zijn de volgende:

Ierland: 640 euro per inwoner,

Luxemburg: 625 euro,

België: 532 euro,

Nederland: 471 euro,

Denemarken: 456 euro,

Finland: 383 euro,

Duitsland: 357 euro,

Slovenië: 349 euro,

Frankrijk: 342 euro,

Oostenrijk: 340 euro,

Zweden: 305 euro per inwoner, wat juist het EU gemiddelde is.

Daarna volgen Italië (293 euro) en Malta (280 euro) en nog acht leden, die boven de 200 euro per capita zitten. Zes landen hebben minder dan 200 euro bijdrage per capita, namelijk: Polen, Hongarije, Slowakije, Griekenland, Kroatië en Roemenië.

Analyse

Op basis van deze verdeling per capita kan men het volgende concluderen:

Het verschil tussen de hoogste betaler per capita (Ierland) en de laagste (Roemenië) is wel bijzonder groot met een verhouding van liefst 4,5 maal. De bijdrage van de Ierse republiek aan de EU is toch bijzonder hoog te noemen.

België en Luxemburg, die als ontvangers worden beschouwd door de aanwezigheid van de EU-instellingen op hun grondgebied, staan hier op plaats twee en drie. De stelling van de EU dat beide landen het statuut van ontvanger hebben, kan daardoor toch in twijfel worden getrokken.

Een aantal EU-lidstaten heeft een korting bedongen op hun jaarlijkse BNI-bijdragen (heffing op basis van het bruto nationaal inkomen). De vijf landen met verminderingen op hun BNI-heffing (voor 2024: Duitsland 2 miljard euro, Nederland 1,7 miljard, Zweden 960 miljoen euro, Oostenrijk 407 miljoen euro en Denemarken 239 miljoen euro) staan nog allemaal in de groep die meer betaalt dan het EU-gemiddelde van 305 euro per hoofd. Dit wil dus ook zeggen dat die institutionele verminderingen maar drie landen richting het gemiddelde hebben gebracht, namelijk Duitsland, Oostenrijk en Zweden. Ondanks die verminderingen op hun BNI-heffing blijven Denemarken en Nederland ver boven het EU-gemiddelde per capita staan.

De drie Benelux-landen zijn dominerend in deze lijst.

Ook de drie Scandinavische leden staan in deze lijst.

Van de zes oorspronkelijk oprichtende landen staan er vijf in deze lijst. De Italiaanse republiek volgt juist erna, op plaats 12.

Buiten Slovenië is er geen enkel Zuid- of Oost-Europees land dat meer betaalt per capita dan het EU-gemiddelde.

Slotsom

Deze berekening per capita bevestigt de stelling dat de uitbreidingen van de Europese Unie in deze eeuw financieel zeker niet als een succes moeten worden beschouwd.

Naar aanleiding van de vaststelling van de hoge Belgische afdracht per capita aan de Europese begroting, is het misschien raadzaam dat de aankomende federale regeringsonderhandelingen dit feit eens aankaarten bij de EU-instellingen. Want er zullen tientallen miljarden gezocht moeten worden in dit land om te kunnen voldoen aan de nieuwe begrotingsregels van de Europese Unie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content