Christophe Busch over de oorlog in Gaza: ‘Vergelijkingen met Auschwitz helpen niemand vooruit’

© Getty
Walter Pauli

Israëlische diplomaten tooien zich met een gele ster, de Palestijnse Autoriteit beschouwt het geweld in Gaza als ‘erger dan de Holocaust’. De oorlog op het terrein is uitgedijd tot een woordenoorlog, en daarin staat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog centraal.

Vorige week verscheen een merkwaardig bericht op de X-account van het ‘Auschwitz Museum/Memorial’. Dat is de organisatie die de terreinen van de oorspronkelijke kampen in het Poolse Oscwiecim beheert en zorg draagt voor de herinnering aan en de studie van het verleden van het grootste en beruchtste concentratie- en vernietigingskamp van de nazi’s. Het Auschwitz Museum liet weten dat er in december plots 7000 volgers minder waren op X. De reacties op dat bericht lieten niet op zich wachten. Zoals: ‘Wanneer jullie de Israëlische genocide in Gaza proberen te rechtvaardigen, volgen mensen jullie niet langer omdat kerels als jullie tonen hoe hypocriet jullie wel zijn.’

Anderen reageerden met tegenovergestelde argumenten. ‘Ik denk dat fatsoenlijke mensen jullie niet meer volgen vanaf het moment dat zij zich realiseren dat jullie de herinnering aan de Holocaust bezoedelen door de #PalestijnseHolocaust te steunen’, aldus een zekere Rania. Mensen als zij storen zich aan iedereen die begrip opbrengt voor het lijden van de Palestijnen.

Gaza Memoriaal

Dat is merkwaardig, want het Auschwitz Museum probeert juist vooral het historisch misbruik van ‘Auschwitz’ tegen te gaan, en verzet zich tegen elke vorm van politieke recuperatie. Zo reageerde het Auschwitz Museum zeer scherp op een voorstel van David Azoulai, de burgemeester van het Noord-Israëlische stadje Metula. In een interview met een Israëlische radio uit Tel Aviv had hij het idee geopperd om de Gazastrook te ontvolken, te nivelleren en te omringen met prikkeldraad en er een memoriaal van te maken ‘zoals Auschwitz’: ‘Laten we er een museum van maken, dat de capaciteiten van Israël aantoont en dat iedereen ontmoedigt die nog in de Gazastrook zou willen wonen.’

Dat vond een woordvoerder van het Auschwitz Museum volstrekt ongepast: ‘David Azoulai lijkt het symbool van de grootste begraafplaats ter wereld te willen gebruiken als een soort ziekelijke, hatelijke, pseudoartistieke, symbolische uitdrukking. Oproepen tot daden die elke burgerlijke, oorlogs-, morele en menselijke wet lijken te overtreden, kunnen klinken als een oproep tot moord op de schaal die lijkt op die van Auschwitz, en plaatst de hele eerlijke wereld oog in oog met een waanzin die het hoofd moet worden geboden en resoluut afgewezen. Wij hopen dat de Israëlische autoriteiten zullen reageren op dit schandelijke misbruik, aangezien terrorisme nooit een reactie op terrorisme kan zijn.’

Azoulai zelf liet aan The Times of Israel weten dat die kritiek zijn koude kleren niet raakt. ‘Wat een schande, na wat er met de Joden in Polen is gebeurd. Het is niet aan mij om het Poolse volk op te voeden. Zij zijn grootgebracht om ons te haten.’ De echte oorlog op het terrein is uitgedijd tot een wereldwijde woordenoorlog, en daarin staat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog centraal.

Sterke metafoor

Die heftige emoties verwonderen Christophe Busch niet echt. Busch is directeur van het Hannah Arendt Instituut en recent ook auteur van het vuistdikke De duivel in elk van ons. Van Holocaust tot terrorisme: hoe gewone mensen in staat zijn tot buitengewoon kwaad. ‘De Holocaust is in onze westerse cultuur vandaag hét symbool van het absolute kwaad. Dat geldt zowel voor medestanders van Israël als voor de sympathisanten van Palestina. Niet alleen Azoulai ziet Gaza als een ‘nieuw Auschwitz’, dat beeld stond ook centraal in de cartoon van GAL vorige week in Knack. Ook hij tekende de Gazastrook als een nieuw Auschwitz, zij het vanuit een totaal ander perspectief.’ Voor Azoulai hebben de Joden hun ‘Tweede Holocaust’ ondergaan bij de aanval van Hamas van 7 oktober waarbij 1200 Joden werden gedood (in de eerste – ‘echte’ – Holocaust werden ruim zes miljoen Joden, Roma en Sinti de dood ingejaagd). Voor GAL ondergaan de Palestijnen vandaag een soortgelijk lot als de Joden toen.

Christophe Busch: ‘Auschwitz is een zeer sterke metafoor waaraan weinig te nuanceren valt. Noem eens een sterkere vergelijking dan Auschwitz, of de Holocaust? Veel mensen zitten bovendien in hun hoofd met de Schindler’s List-variant van Auschwitz: het kamp als het oord van het absolute kwaad waar zelfs onschuldige kinderen op industriële schaal de dood worden ingejaagd. Vandaar nodigt het gebruik van Auschwitz elke groep uit om het eigen leed af te zetten tegen het kwaad van de tegenpartij. Is er mij niet meer onrecht aangedaan dan jou? Zijn de Israëli’s vandaag niet net zo erg als de Duitsers destijds? Dat helpt natuurlijk niemand vooruit.’

Groepsdenken

Het zet namelijk vooral de kampen tegen elkaar op. Het groepsdenken wordt steeds absoluter. Dé Russen tegen dé Oekraïners, dé Israëli’s (en zelfs dé Joden) tegen dé Palestijnen (en bij uitbreiding dé Arabieren of zelfs dé moslims). Het is daarom geen toeval dat Busch graag teruggrijpt naar Hannah Arendt en haar notie ‘representatief denken’: een vorm van denken die steeds de standpunten van anderen betrekt bij de eigen oordeelsvorming.

Busch: ‘Als je kijkt naar de historische werkelijkheid van de Holocaust, dan valt die terreuraanval van Hamas voor een Belgisch academicus als ik natuurlijk moeilijk daarmee te vergelijken. Tegelijk weten we dat de Israëli’s die deze vergelijking wél maken, vaak tweede of derde generatie overlevenden zijn van die Holocaust. Velen onder hen lijden mogelijk aan secundaire traumatisatie of intergenerationele trauma’s. Dan mogen we toch proberen te begrijpen dat die mensen vanuit een ander perspectief naar die aanslag kijken dan wij? Zulke slachtoffergroepen zullen hun historische trauma’s namelijk altijd herbeleven in een nieuw trauma. Dat geldt overigens ook voor de Palestijnen die sinds de Nakba in 1948 collectief uit hun dorpen en huizen zijn verdreven naar de vluchtelingenkampen. Moeten we die gevoelens, ook die van haat, zo maar wegzetten als ‘fout’? Bovendien gaat elke mens nog eens anders om met zijn eigen trauma’s. Onlangs zag ik op tv een Joodse vrouw met een bord: “Mijn grootvader heeft Auschwitz niet overleefd om Gaza plat te bombarderen”.’

Dat empathische denken staat haaks op wat Hannah Arendt ‘totalitair denken’ noemt: een denken dat de meningen en standpunten van anderen bij voorbaat negeert. Dat gebrek aan empathie wordt helaas mainstream. Busch: ‘Als ik vraag om de zaken ook eens te bekijken door de ogen van een oude Joodse vrouw die vandaag in Israël woont en ooit haar halve familie in de kampen heeft verloren, maak ik me bij sommige progressieve vrienden al bijna verdacht als een halve neonazi.’ Zo cynisch kan de geschiedenis inderdaad zijn: vandaag zullen veel neonazi’s en zeker verzameld extreemrechts inderdaad geneigd zijn om ‘de Joden’ te steunen – het Israëlische leger pleegt immers geweld op moslims, en dat is een strijd die zij steunen.’

Nieuwe feiten

Hoe uit die impasse raken? Hoe ooit opnieuw tot een dialoog komen, als dat ooit nog kan? Busch: ‘Natuurlijk blijft het aanvaarden van feitelijkheden het uitgangspunt van elk gesprek. Het is een feit dat de grootschalige terreuraanslag van Hamas de boel helemaal heeft doen opflakkeren. Maar er is ook de feitelijkheid van de geschiedenis van de bezetting en de kolonisatie. Van het jarenlang overtreden van internationaal recht. Dat zijn feiten en die vallen net zomin te ontkennen als het bestaan van de zon. Men moet ook nieuwe feiten onder ogen durven te zien. Zelfs als buitenstaander word ik fysiek misselijk bij het zien van die vreselijke tv-beelden van het leed van al die Palestijnen. Maar die vreselijke beelden over de Israëlische kant van de Hamas-aanslag waren óók wraakroepend.’

Als men dergelijk geweld in de toekomst wil vermijden, is de belangrijkste vraag natuurlijk: hoe is men in godsnaam zover kunnen komen? In het zoeken naar dat antwoord vindt Busch dat historische vergelijkingen wél hun plaats hebben. Ook die met Auschwitz. ‘Men zou Auschwitz ook kunnen gebruiken als uitgangspunt van de vraag welke dynamiek het mogelijk maakt dat vreselijk collectief geweld zich ook vandaag kan voltrekken. Auschwitz kwam er niet zomaar. Het was het resultaat van een complex proces dat begon bij de Duitse inval in Polen en tijdens de Tweede Wereldoorlog een steeds gruwelijker omvang aannam. Vandaar is juist het kijken naar de onderliggende processen zo essentieel: wanneer slaat genocidaal denken om in genocidaal handelen?’

Genocide: het hoge woord is eruit. Busch: ‘Er zijn de voorbije weken uitspraken gedaan door leden van de Israëlische regering met duidelijk genocidale intenties. Die staan op video en zijn neergeschreven. Bovendien klinken ze steeds luider. Dus hoop ik dat internationale instanties of strafhoven ook ter plekke gaan controleren wat er aan de hand is. Zoals ze ook in Oekraïne doen. Gaat het inderdaad om genocidaire handelingen? Om oorlogsmisdaden? Of om misdaden tegen de mensheid? Om collectief geweld op een bevolking een ‘genocide’ te noemen, bestaan er een aantal in internationale verdragen vastgelegde criteria. Er zijn helaas tal van extreem gewelddadige handelingen die leiden tot collectief geweld. Het is niet omdat in Oekraïne of in Gaza vele duizenden mensen worden vermoord, met geweldig veel burgerslachtoffers ook, dat zoiets minder erg zou zijn indien het géén genocide zou worden genoemd. Als ik met mijn gezin platgebombardeerd word, zal het mij worst wezen of dat een genocide of een oorlogsmisdaad is.’

Partner Content