Jacques Van Keymeulen

‘Wat de Vlaamse identiteit precies inhoudt, wordt voor mij steeds geheimzinniger’

Jacques Van Keymeulen Professor Nederlandse Taalkunde aan de UGent

Jacques Van Keymeulen doet een aantal suggesties voor de Vlaamse canon op basis van zijn colleges over de geschiedenis van het Nederlands, een vak dat hij als professor lange tijd doceerde aan de UGent.

Het idee om een Vlaamse canon te lanceren met daarin alle figuren en gebeurtenissen die de Vlaamse burger zou moeten kennen, is terecht al een paar keer afgebrand. De manier waarop de geschiedenis wordt ‘beleefd’, is inderdaad altijd een selectie van het verleden, die moet dienen om het heden identitair te construeren. Wat de Vlaamse identiteit precies inhoudt, wordt voor mij overigens steeds geheimzinniger. Onlangs had ik nog een discussie of bloemkool met kaassaus, dan wel Gentse stoverij meer tot de Vlaamse identiteit behoort. Als Gentenaar blijf ik overigens overtuigd van het laatste. Soms wordt er verwezen naar gelijkheid van man en vrouw, scheiding van kerk en staat enz. als typisch voor onze identiteit, maar de genoemde idealen zijn natuurlijk niet typisch Vlaams, maar Europees, en komen ook in andere delen van de wereld voor. Ik ken overigens etnische Vlamingen van wie ik hoop dat ze een andere identiteit hebben dan ikzelf.

Wat de Vlaamse identiteit precies inhoudt, wordt voor mij steeds geheimzinniger.

Maar alle gekheid op een stokje, misschien komt die canon er wel door, en dan is het zaak om suggesties te doen over wat in die canon terecht zou moeten komen om onze geschiedenis / identiteit beter te snappen. Ik ben niet de eerste met suggesties, maar ik neem aan dat er nog wel wat bijkunnen. Hieronder volgen enkele ideeën, gebaseerd op mijn colleges over de geschiedenis van het Nederlands, een cursus die ik lange tijd aan de eerstejaarsstudenten neerlandistiek aan de UGent heb gedoceerd.

Vlaanderen

Vlaanderen was in het verleden de naam voor een graafschap, dat naast het huidige West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen ook het huidige Frans-Vlaanderen omvatte, én daarnaast ook een vrij groot historisch Franstalig gebied (met daarin o.a. Rijsel, Roubaix, Douai, Orchies …). Er waren (en er zijn nog steeds) van oudsher Franstalige Vlamingen, die zich nu in Frankrijk bevinden in het zgn. Waals-Vlaanderen (excusez le mot!). Het spijt mij te moeten zeggen dat Antwerpenaars daarentegen geen etnische Vlamingen zijn, maar Brabanders. Het feit dat ze daar een oostelijk gericht dialect spreken, wordt o.a. duidelijk door de umlaut in een woord als groen (zie Gruunplots ‘Groenplaats’), dat net als in het Duits met een uu (grün), en niet met een oe wordt uitgesproken.

Limburg

In aansluiting bij de vorige uitleg, vroeg ik ook aan de aanwezige Limburgse studenten of ze wisten wat een perroen was. Ik heb daar nooit een antwoord op gekregen, en ik neem aan dat zeer weinig Vlamingen het woord kennen. Een perroen is een stenen monumentje dat bestaat uit drie treden, met daarbovenop een zuil waar een band rond ligt, en helemaal bovenaan een stenen pijnappel met een kruisje. Er staan perroenen in o.a. Bilzen, Hasselt, Tongeren, Sint-Truiden, Borgloon, Montenaken, Maaseik, Bree, Maastricht … Een perroen is het teken dat de plaats hoorde bij het Prinsbisdom Luik en dus Waals genoemd zou kunnen worden. Het huidige Limburg heeft inderdaad nooit bij de Nederlanden gehoord, noch bij de Spaanse, noch bij de Oostenrijkse; Henegouwen, Namen en Luxemburg daarentegen wel! Indien de gebroeders Van Eyck, schilders van het Lam Gods, werkelijk van Maaseik afkomstig waren, dan ze zouden geprotesteerd hebben, mocht iemand ze Vlamingen hebben genoemd.

Bezetting

Vlaanderen zou herhaaldelijk ‘bezet’ zijn door vreemde overheersers, een onwenselijke toestand waarvoor pas bij de federalisering van België enig soelaas is geboden. Men heeft dan dikwijls de Spaanse, Oostenrijkse of Hollandse ‘bezetting’ in gedachten. Er is echter nooit een Spaans, Oostenrijks of Hollands leger naar Vlaanderen afgezakt om ons te veroveren of te bezetten (dat gebeurde voor het eerst door het Franse revolutionaire leger in 1794). Net zoals alle volkeren van Europa waren de bewoners van de Lage Landen de speelbal van allerlei afspraken, huwelijken, erfeniskwesties, oorlogen en verdragen … die ver boven de hoofden van de gewone bevolking hun beslag kregen. Karel V erfde Castilië en Aragon toen zijn moeder stierf, en toen hij zelf aftrad, gaf hij Spanje en onze streken aan zijn zoon, Filips II. Zo werden we ‘Spaans’.

Spaans

Het woord Spaans dekt voor het verleden een andere lading dan nu. Sinterklaas komt uit Spanje, waarschijnlijk doordat de relieken van de legendarische bisschop van Myra vanuit Turkije naar de havenstad Bari in Zuid-Italië zijn vervoerd, waar nog steeds een imposante basiliek aan hem is gewijd. Bari was lange tijd Spaans, net als de rest van Zuid-Italië (Sicilië incluis) en het grootste deel van Noord-Italië. De Spaanse soldaten die bij ons tijdens de godsdiensttroebelen orde op zaken trachtten te stellen, waren meestal geen etnische Spanjaarden, maar Duitse, Italiaanse, Schotse, Kroatische … huursoldaten, die vochten in Spaanse dienst, o.a. onder leiding van de Italiaan Alessandro Farnese, de hertog van Parma, die in 1585 Antwerpen veroverd heeft.

Het aantal misverstanden, verkeerde voorstellingen en anachronistisch gedachtengoed waaruit de Vlaamse identitaire mythologie bestaat, kan met zeer veel voorbeelden vermeerderd worden. De mythologieën over Wallonië en België zijn overigens niet veel beter dan de Vlaamse. Een interessant boek daarover is een initiatief van de ULB-historica Anne Morelli, De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, (EPO, Berchem, 1996, 328 p.), waarin talrijke auteurs een heleboel misverstanden uit de weg trachten te ruimen. Het kan zeker als inspiratiebron dienen voor de canon die op stapel staat.

Em. Prof. dr. Jacques Van Keymeulen was professor Nederlandse Taalkunde aan de UGent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content