Peter Casteels

‘De canon van de N-VA wordt allicht door Fernand Huts samengesteld, om nieuwkomers af te dreigen’

Ik wil een canon, geschreven door David Van Reybrouck en Bart Van Loo.

Het was nog maar iets na achten ’s ochtends en ik was al aan het zweten. De twee croissants met chocolade die ik net naar binnen had gepropt brachten mijn suikerspiegel danig uit balans, en ik stond omringd door toeristen van over de hele wereld. Het vroege uur maakte dat iedereen nog fris rook, maar verder had deze scène weinig benijdenswaardigs.

Een museum als het Uffizi in Firenze bezoeken is natuurlijk op geen enkel moment van de dag meer een plezier. Maar wat zulke plichtbewuste bezoekjes elke keer nog wat ongemakkelijker maakt, is de vaststelling dat ik maar weinig af weet van de kunst die er wordt tentoongesteld.

De canon van de N-VA wordt allicht door Fernand Huts samengesteld, om nieuwkomers af te dreigen.

Van de grootste schilders uit de Italiaanse renaissance die er hingen – bij wijze van overhoring mag u ze even voor uzelf opnoemen – kende ik enkel de naam, en heel soms hun allerbekendste werken. Voor de zaal waar ook de Vlaamse meesters hingen gold hetzelfde.

Om maar te zeggen: ik zou maar wat blij zijn met een Vlaamse, of Europese, cultuurcanon. Niet de versie van de N-VA, die allicht door Fernand Huts wordt samengesteld en in de eerste plaats bedoeld is om nieuwkomers af te dreigen.

Wel een lijst die wordt geselecteerd door museumcuratoren en kunsthistorici, hoewel die zonder twijfel evengoed de kritiek zal krijgen dat er veel te veel witte mannen op staan en er belangrijke vrouwen, van wie al helemaal niemand ooit had gehoord, over het hoofd zijn gezien.

Ik kan me niet herinneren dat ik in de middelbare school veel klassieke schilders heb moeten bestuderen. Kranten kunnen mij nog wel zeggen wat ik ’s avonds op Netflix moet zien, of welk festivaloptreden ik niet had mogen missen, maar daar houdt het zo ongeveer op.

Ik zou maar wat blij zijn met een Vlaamse, of Europese, cultuurcanon.

Zo’n lijst met ankerpunten van klassieke kunstwerken en – waarom niet? – onze geschiedenis zou welgekomen zijn. Natuurlijk, daar moet wel iets mee worden gedaan. In 2015 stelden de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en het Vlaams Fonds voor de Letteren een literaire canon van uiteindelijk 51 werken samen.

Hoewel we ondertussen toch alweer vier jaar verder zijn en het zeker haalbaar was, heeft natuurlijk niemand sindsdien de hele lijst gelezen.

Eigenlijk heeft elke Vlaamse schilder ook nog eens een documentaire van Simon Schama nodig, of van Thomas Vanderveken, die deze week op Canvas met Weg van het meesterwerk begint.

En waarom zouden grote vertellers als Bart Van Loo en David Van Reybrouck niet eens een Belgische geschiedenis, of het verhaal van de Vlaamse primitieven, neerschrijven? Die boeken doen het vast nog beter dan Congo en De Bourgondiërs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content