Een zoekmachine geeft documenten weer waarin de ingegeven zoektermen voorkomen. Handig als je precies weet wat je zoekt. Alleen is dat niet altijd het geval. Vaak is de surfer op zoek naar een overzicht van een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld filosofie, vakantiebestemmingen of on-lineradiostations. Die termen bij een zoekmachine ingeven, heeft weinig zin. Je krijgt immers alle documenten waarin die woorden toevallig voorkomen, ook al hebben die verder niks met het onderwerp te maken. In dat geval is een zoekdirectory beter. Daarmee kun je informatie consulteren die vooraf al in categorieën is onderverdeeld. Dat gebeurt door redacteurs die elke link meestal ook een korte beschrijving meegeven. Maar ook zoekdirectories hebben beperkingen. Het probleem is dat het aantal redacteurs de toename van het aantal websites niet volgt.

Dat kan op twee manieren opgelost worden. Het Open Directory Project ( www.dmoz.org) maakt van iedereen een redacteur, in de veronderstelling dat het aantal internetgebruikers toeneemt met het aantal webpagina’s. Het resultaat is een van de grootste door mensen samengestelde databases op het net. Een andere aanpak vinden we bij het recent gelanceerde Vivisimo ( www.vivisimo.com), dat de taak van de redacteur automatiseert. De software is te vergelijken met een metazoekmachine in de zin dat de resultaten van verschillende zoekmachines worden samengebracht. Maar de zoekresultaten worden met behulp van een algoritme in verschillende categorieën onderverdeeld. De zoekterm ‘auto’ levert bijvoorbeeld de onderverdelingen oldtimers, huurauto’s, dealers, onderdelen en miniatuurwagens op. Vivisimo is in feite tegelijk een zoekmachine en een zoekdirectory, zoals ook Northernlight dat is. Daar worden de verschillende onderverdelingen echter door mensen benoemd. Dat levert nog steeds betere resultaten op, maar Vivisimo komt aardig in de buurt.

Relevante informatie vinden op internet mag dan niet eenvoudig zijn, nog moeilijker is het om eerder geraadpleegde gegevens terug te vinden. In cyberspace zijn er immers geen herkenningspunten. In de echte wereld weten we duizenden dingen terug te vinden, als we maar ongeveer weten waar ze zich bevinden. Die referentiepunten bestaan niet op internet en daarom behelpen we ons met bookmarks, waarin je na een tijdje echter ook weer de weg verliest.

Visualisering lost dat probleem op. Twee spectaculaire voorbeelden zijn Vios ( www.vios.com) en Umap ( www.umap.com). Maar die eerste stelt heel hoge eisen aan de computeruitrusting, terwijl de tweede betalende software is. Mapnet ( http://maps.map.net) is daarentegen voor iedereen weggelegd. Internet wordt er grafisch voorgesteld op een kaart van Antarctica, onderverdeeld in verschillende interessegebieden. Klik je een van die gebieden aan, dan krijg je weer een nieuwe, meer gedetailleerde kaart te zien. Elke kaart en elk niveau onderscheidt zich door een bepaalde kleur en vorm en wordt op die manier al snel vertrouwd. Mapnet geeft dus niet alleen een visueel overzicht van een onderwerp, maar maakt ook bookmarks overbodig.

Kris De Decker

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content