Review | Nieuws

Emotioneel afscheid van een groots zanger * * *

© Johan Jacobs

Had José van Dam geen zin om afscheid te nemen van zijn publiek in de Munt?

Had José van Dam geen zin om afscheid te nemen van zijn publiek in de Munt? Bij de aanvang van de première van “Don Quichotte” verscheen Muntdirecteur Peter De Caluwe op de scène met een micro in de hand. Altijd teken van onheil. Iemand ziek? De jubilaris José van Dam (70 jaar, 50 jaar zanger, 30 jaar zanger aan de Munt) uitgeschakeld door een acute keelontsteking? Een mens kan op die korte tijd veel scenario’s bedenken. Neen, de toneelcomputer die ondanks alle goede wil ’s middags nog, ’s avonds definitief recalcitrant bleek te zijn. Het doek geraakte niet meer omhoog. En meteen leken alle decorwisselingen onmogelijk. Tot nu, nog nooit meegemaakt. Maar, het was een bijzondere avond. Bij deze première was prinses Mathilde present. The show must go on. Dus stoppen was geen optie en beslisten de toneeltechnici alles met de hand te doen. Na een uur startte de voorstelling. En bij afloop kregen de technici voor de gelegenheid een even groot applaus als de traditionele operasterren.

De ster bleef wel José van Dam. De man die in de belangrijkste huizen van de wereld zong. Die met de belangrijkste dirigenten zong, speciaal met Herbert von Karajan. Die waarschijnlijk de mooiste bas-bariton van de wereld had. Een ongeëvenaard bronzen geluid. En die zijn Brussel trouw bleef. Die rond Kerstmis in de Munt even nederig mee de klompjes voor de behoeftige muzikanten ging verkopen.

Als afscheidsproductie koos hij “Don Quichotte” van Jules Massenet. Honderd jaar geleden in de Munt gecreëerd door de roemruchte Russische bas Sjaliapin. Nu nog een legende. Van Dam stapt nu in diezelfde legende. Het is geen fantastische opera. Maar het gaat wel om een opera rond de illusies van één man. Van de ridder van het droevige gelaat, of in het Frans: le chevalier de la longue figure. Een man die zo in de ban geraakt van de oude verhalen dat hij alle zin voor realiteit verliest. Zijn directe omgeving lacht hem uit, maar toch is hij een tragische held en zij die hem graag zien, incluis zijn page Sancho Panza en zijn aanbedene Dulcinea hebben respect. José van Dam geeft in de regie van Laurent Pelly perfect gestalte aan die tweeslachtige persoonlijkheid. Aan de deerniswekkende man, maar ook de nobele figuur die zijn omgeving groots overstijgt.

In het boek van Cervantes – dat overigens in de opera geciteerd wordt, is Don Quichotte een man die leest. In de operaversie krijgt Don Quichotte de gestalte van de componist Jules Massenet zelf. Massenet en dus later Don Quichotte raakt bedolven door papier. Papier dat almaar groeit. Bergen papier, stapels papier vormen dan de imaginaire wereld. Massenet wordt Don Quichotte. Vanaf dan speelt het verhaal zich in de papieren wereld van de verbeelding af. Opvallend trouwens hoe de historische Massenet leek op de ridder in de etsen van Gustave Doré. En van Dam is tegelijkertijd de dromer en de man die tegen windmolens vecht. De Nederlandse term “met het droevige gelaat” is wat betreft veelsprekender dan “longue figure”. Pelly zet één van de mooiste en aandoenlijke sterfscènes ooit neer. Don Quichotte sterft staande.

Van Dam zingt ook aandoenlijk. In het begin spaart hij zijn stem, is hij nog niet klaar, is hij letterlijk onzeker. Maar gaandeweg, naarmate de toestand hopelozer wordt krijgt hij meer allure. Zowel vocaal als theatraal Hij staat er , hij zingt voluit, hij is het natuurlijk centrum van de gebeurtenissen. Nooit is hij pathetisch, altijd nobel. Wat zullen we van Dam missen!

De opera is ook een symbolische voorstelling. Van Dam krijgt naast zich als Sancho Panza ook de Belgische hoop in bange dagen. Aan Waalse kant Lionel Lothe en aan de Vlaamse kant Werner vanMechelen. Deze laatste heeft al het niveau van de wereldklasse bereikt. De opvolging is verzekerd. Voorts bestaat het kwartet aanbidders van Dulcinea ui leerlingen aan de Koningin Elisabethkapel waar van Dam les geeft.

De muziek van Massenet is clichématig. Veel negentiende eeuwse interpretatie van het vurige Spanje. Veel temperament, veel smachten en zuchten, veel melodielijnen met krullen en castagnetten. Slechte Carmen dus. Aan dirigent Marc Minkowsky om de touwtjes heel strak te houden. Met heftige tempi, vol vuur en sentiment en meer Frans dan Spaans. Wat de opera uiteindelijk is. Of hoe een matig kunstwerk je toch helemaal kan meeslepen.

Lucas Huybrechts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content