Marijke Vervaeck en Karel Toubast werken als verpleegkundigen bij het Netwerk Palliatieve Thuiszorg Gent-Eeklo.

‘Het belangrijkste is dat het einde goed verloopt. Hoe iemand ook sterft’, zegt verpleegkundige Marijke Vervaeck. ‘De laatste levensdagen van een mens moeten op alle vlak zo comfortabel mogelijk zijn. Of iemand dan voor euthanasie kiest of op een andere manier overlijdt, is in mijn ogen van ondergeschikt belang.’

Sommige patiënten doen pas op de laatste dag van hun leven een beroep op palliatieve thuiszorg, anderen worden meer dan een jaar lang begeleid. ‘Als we pas helemaal aan het eind worden gebeld, beperkt onze taak zich vaak louter tot pijnbestrijding’, zegt verpleger Karel Toubast. ‘Maar als we iemand maandenlang begeleiden, hebben we echt de tijd om met hem te praten, zijn familie te leren kennen en uit te zoeken hoe we hem kunnen bijstaan. Want vaak heeft zo iemand ook behoefte aan psychische en sociale ondersteuning.’

Sommige patiënten blijken ook te worstelen met allerlei vragen over hun laatste dagen. ‘Tegenwoordig spenderen wij zeer veel tijd aan het beantwoorden van die vragen én aan het invullen van papieren’, zegt Marijke Vervaeck. Veel terminale patiënten krijgen als ze het ziekenhuis verlaten dan ook een hele stapel folders en documenten mee over palliatieve zorg, euthanasie en het opstellen van een wilsbeschikking. ‘Sommigen hebben echt het gevoel dat ze een keuze móéten maken, en daardoor worden ze vaak erg angstig en onrustig’, aldus Toubast. Hij en zijn collega’s komen ook geregeld bij patiënten die denken dat je tegenwoordig niet meer goed kunt sterven zonder formulier. ‘Onzin natuurlijk’, zegt Vervaeck. ‘Als iemand pijn lijdt, proberen we die echt wel weg te nemen. En krijgen we de pijn niet onder controle, dan gaat de huisarts eventueel over tot sedatie. Daar hoef je echt geen document voor te ondertekenen.’

Behoorlijk wat van hun patiënten geven op een bepaald moment aan dat ze misschien wel euthanasie willen. ‘Sommigen gaan daar zelfs erg licht over en vragen om euthanasie zoals ze een gesneden brood bestellen’, aldus Karel Toubast. ‘Alsof ze niet aanvoelen hoe zwaar die vraag is. Zowel voor hun huisarts als voor hun omgeving.’ Er zijn huisartsen die positief op zo’n euthanasievraag reageren, anderen maken duidelijk dat ze dat zelf niet zien zitten en verwijzen de patiënt door. ‘Maar er zijn ook dokters die een heel vage en warrige uitleg geven, en soms is dat om de zaak op de lange baan te schuiven’, zegt Marijke Vervaeck. ‘Wij sporen mensen altijd aan om duidelijke vragen te stellen zodat ze ook ondubbelzinnige antwoorden krijgen. Want wat bedoelt een dokter als hij belooft dat hij de patiënt wel zal helpen als het zover is? Wil hij dan euthanasie uitvoeren of is hij alleen bereid om de pijnbestrijding op te drijven?’

Dat sommige huisartsen euthanasie niet zien zitten, vinden de verpleegkundigen heel begrijpelijk. ‘Toch zie ik ook vaak dokters die het er moeilijk mee hebben, maar toch vinden dat ze het moeten doen. Vaak omdat ze in de loop der jaren een sterke band met die patiënt hebben opgebouwd’, zegt Toubast. ‘Aan de andere kant ken ik er ook die één keer euthanasie hebben uitgevoerd, maar dat nooit meer opnieuw willen doen. Je mag niet onderschatten wat dat op menselijk vlak betekent.’

Zelf zijn de verpleegkundigen ook geregeld bij een euthanasie aanwezig. Op verzoek van de patiënt, of omdat de huisarts graag iemand naast zich heeft om hem te steunen. ‘We proberen er dan over te waken dat alles goed is doorgepraat en voorbereid’, zegt Marijke Vervaeck. ‘Wil de patiënt zijn kinderen erbij? Wil hij vooraf nog even met zijn familie alleen zijn?’ En natuurlijk moet de euthanasie ook op technisch vlak perfect verlopen. ‘Niets ergers dan een euthanasie die misloopt’, zegt Vervaeck. ‘Dat komt nog voor, hoor. Dan moet de dokter bijvoorbeeld verschillende keren proberen om het infuus aan te leggen, en moet er uiteindelijk zelfs nog een collega bij worden geroepen. Wij drukken de dokter daarom altijd op het hart dat hij zich goed moet voorbereiden. Sereniteit en zorgvuldigheid zijn de sleutelwoorden voor een goed einde.’

Hoewel veel van hun patiënten om euthanasie vragen, is het een minderheid die er uiteindelijk mee doorgaat. ‘Ik heb zelfs het gevoel dat het aantal euthanasiegevallen bij onze patiënten de laatste jaren wat vermindert terwijl palliatieve sedatie vaker voorkomt’, zegt Vervaeck. ‘In bepaalde gevallen wordt sedatie zelfs echt gebruikt als alternatief voor euthanasie. Soms omdat de dokter daar beter mee kan leven, soms omdat de patiënt dat verkiest.’

Over het algemeen valt het de verpleegkundigen op dat mensen het moeilijker hebben met het hele stervensproces. ‘Vroeger vond men het bijvoorbeeld normaal om bij een stervend familielid te waken’, zeggen ze. ‘Nu zijn er mensen voor wie het allemaal snel moet gaan. Als iemand een halve dag aan het sterven is, vraagt de familie soms al of het niet wat sneller kan gaan. Die vindt het dan zinloos dat vader of moeder daar nog moet liggen. De dood maakt gewoon steeds minder deel uit van het leven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content