Veli Yüksel (Open VLD)

‘Strijd tegen online radicalisering: wat vermag een klein land tegen technologiereuzen?’

Veli Yüksel (Open VLD) Gemeenteraadslid in Gent

Kamerlid Veli Yuksel (CD&V) vindt dat de strijd tegen online radicalisering vooral op Europees niveau gevoerd moet worden.

Op 17 oktober viel de Syrische stad Raqqa. Daarmee kwam een eind aan het zelfverklaarde “Kalifaat” van IS/Daesh. Sinds 2011 hadden zich daar ongeveer 40.000 strijders uit ruim 100 landen bij aangesloten, waarvan zo’n 5.000 uit Europese landen. Sinds de val van Mosoel (Irak) en Raqqa (Syrrië) bleef het opvallend stil rond de terreurgroep. Vorige week hield het zelfs 24 uur lang een ongeziene radiostilte aan.

Toch is de dreiging allesbehalve geweken. Volgens cijfers van Soufan Center en Global Strategy Network keerden ruim 5.000 strijders inmiddels naar hun thuislanden terug. Duizenden anderen bevinden zich nog aan de grenzen van Turkije, Jordanië en Irak. Het opvangen van die terugkeerders stelt ons voor een belangrijke uitdaging. Het gerecht moet zijn werk doen. Voorts moeten we inzetten op disengagement en – zo mogelijk – deradicalisering. Een wonderoplossing bestaat niet. Enkel tijd, inzet en middelen.

Strijd tegen online radicalisering: wat vermag een klein land tegen technologiereuzen?

Een tweede uitdaging vormen de “home grown terrorists” en de “lone wolves“. Hoe meer verliezen IS leed op het terrein, hoe meer de terreurgroep via sociale media jongeren in het vizier nam met haar online propaganda en rekrutering. Jongeren die voorheen niet vatbaar waren voor het IS-discours. De dreiging verplaatst zich steeds vaker van het fysieke naar het virtuele terrein. Het ‘virtuele kalifaat’ is levendiger dan ooit. Dat was ook de inzet van een seminarie in het Italiaanse Parlement dat onlangs werd georganiseerd in samenwerking met het NAVO-Parlement.

Internetpatrouilles

Iedereen heeft internet op zak. En het is heel makkelijk om via (versleutelde) apps het gif online verder te verspreiden. De voorbije twee jaar ontdekte de Internet Referral Unit (IRU) van Europol 350.000 terroristische boodschappen, waarvan zo’n 80 procent werd verwijderd.

In België houdt de federale politie zich hiermee bezig. Een dik jaar geleden begon onze IRU met ‘patrouilles’ op het internet. Zo’n 1.200 haatboodschappen en jihadistische propagandaboodschappen werden onderschept. In 70 procent van de gevallen konden ze ook worden gedeletet. Dat is succesvol, maar het moet beter. Aangezien het terrorisme zich niets gelegen laat aan nationale grenzen, dringt samenwerking op Europees niveau zich op.

EU-niveau

Sinds december 2015 hebben we daarvoor het EU Internet Forum dat bedrijven, lidstaten, overheden en het middenveld samenbrengt om antwoorden te formuleren op de uitdagingen waarvoor terroristische en extremistische propaganda ons stellen. Dat was een stap vooruit, want op het internet – net als in de analoge samenleving – is er geen plaats voor haat en terrorisme.

In 2016 werd op EU-niveau een gedragscode gesloten met grote spelers op de markt, zoals YouTube, Facebook en Twitter. Men kwam overeen om haatboodschappen binnen de 24 uur na melding van hun media te verwijderen. Toch zijn sociale media nog steeds de kanalen waarlangs haat- en terroristische boodschappen in grote getale worden verspreid. Bovendien zorgt het snel verwijderen van de content – lees: het bewijsmateriaal – voor hoofdbrekens bij politie- en inlichtingendiensten. De bedrijven zouden die gegevens moeten bijhouden en desgevraagd doorspelen aan die diensten, zodat die actie kunnen ondernemen. Maar wat vermag een klein land tegen grote reuzen?

In oktober zaten de Ministers van Binnenlandse Zaken van de G7-landen voor het eerst aan tafel met de CEO’s van de grote internetbedrijven, op het Italiaanse eiland Ischia. Ze bespraken onder andere het probleem van internetradicalisering. Het was een primeur, maar veel meer dan de belofte verder te praten, kwam er niet uit de bus. De Amerikaanse Minister van Homeland Security, Elaine Duke, vindt dat de staten de gecodeerde data op een legale manier moeten kunnen krijgen. Lees: zonder telkens toestemming te moeten vragen. Het is onderhand duidelijk dat bedrijven als Facebook en YouTube de druk voelen om iets te doen, maar ze zullen hun eigen businessmodel niet snel beperkingen opleggen. Ook niet wanneer een Minister van een wereldmacht dat lief vraagt.

Resolutie

De situatie vereist actie. De urgentie is hoog. Maar tot nu toe heeft slechts één lidstaat hier wetgeving over. Sinds oktober is Duitsland het eerste land dat zulke propaganda binnen de 24 uur kan verwijderen.

Ook in het Verenigd Koninkrijk leeft het debat om personen te vervolgen die regelmatig extremistische content raadplegen online. Maar het is twijfelachtig dat alle 27 EU-lidstaten er op korte termijn in zullen slagen adequate wetgeving te maken. Het initiatief zal ook niet van de grote spelers komen.

In de gezamenlijke strijd tegen terrorisme moeten we dus kijken naar een EU-initiatief. Ook om verdeeldheid te vermijden. Daarom diende ik een resolutie in de Kamer in. Ik pleit daarin voor een EU-richtlijn over terroristische en extremistische content op sociale media. De EU is namelijk een belangrijke partner in de strijd tegen terreur. En een partner van een kaliber dat de grote marktspelers aankan. Mijn resolutie wordt eerstdaags besproken in de Commissie voor Terrorismebestrijding het federaal parlement. We moeten nu handelen. De tijd dringt.

Veli Yüksel is federaal volksvertegenwoordiger voor CD&V. Hij zetelt onder andere in de Kamercommissie Defensie en Terrorismebestrijding.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content