Fruitbomen in de stad: ‘Pecannoten, kiwi’s, granaatappels, kaki’s … Ze groeien vandaag allemaal in Brussel’

Pierre Lacroix © Michel Willain

Het stadslandschap van morgen krijgt vorm. Sinds 2017 plant Pierre Lacroix samen met het Urban Ecology Centre fruitbomen in Brussel, voor een stad met meer veerkracht.

Tijdens zijn studie landschapsarchitectuur in Gembloux besefte de nu 27-jarige Pierre Lacroix al snel dat werken ‘in grote studiebureaus, op grote projecten, in grote wedstrijden voor de herinrichting van openbare pleinen’ niet zijn ding was. ‘Ik wilde een impact hebben op mensen met participatievere projecten, niet per se die waarvoor een bouwvergunning nodig is’.

Zijn droomjob vond hij bij het Urban Ecology Centre, een kleine Brusselse vzw die projecten ontwikkelt rond ‘stedelijk metabolisme’. ‘De circulaire economie – maar zonder te suggereren dat circulaire economie 100% mogelijk is -, stromingsbeheer, bodemkwaliteit, geïntegreerd rivierwaterbeheer, bioafvalbeheer, wilde planten, enz.’, legt Pierre uit. Hij werkt vooral aan het planten van fruitbomen in de stad. ‘Ik werd in 2017 aangenomen voor het project Burgerkwekerij. Dat wil massaal fruitbomen planten in de openbare ruimte, waar mogelijk op participatieve wijze, en kwekerijen ontwikkelen die fruitbomen produceren die niet verkocht, maar aangeboden worden. Op voorwaarde dat ze in Brussel geplant worden in de openbare ruimte, of in een gemeenschappelijke ruimte zoals een school.’

Er bestaan al twee burgerkwekerijen, in Ukkel (geopend in 2020) en in Vorst (geopend voorjaar 2022). Een derde opent deze winter in Ganshoren. Deze kwekerijen zijn ook opleidingscentra waar burgers kennismaken met tuinbouwtechnieken zoals snoeien, enten en zaaien.

Alternatieve denkbeelden

Dit burgerkwekerijproject sluit perfect aan bij het eindwerk van Pierre Lacroix, dat in 2018 de HERA Award Sustainable Architecture van de Stichting voor Toekomstige Generaties won. Centraal stonden een twintigtal striptekeningen die Pierre zelf schreef en tekende, en die voorstelden hoe een veerkrachtige wereld er over 50 of 100 jaar uit zou kunnen zien. ‘Ik raakte als kind in de ban van strips omdat mijn vader stripverhaal en illustratie geeft aan de Academie voor Schone Kunsten in Namen’, legt hij uit. ‘Ik heb zijn lessen niet gevolgd, maar als kind werd ik ondergedompeld in een wereld van strips in plaats van televisie. Dus intuïtief begreep ik de codes.’

Zijn strip, online beschikbaar als PDF, katapulteert een zekere Pablo naar een postapocalyptische wereld. Hij wordt vergezeld door Robine, die hem rondleidt in en rond Brussel – hoewel de stad geen naam heeft, zijn sommige van haar ‘overblijfselen’ herkenbaar – en hem uitlegt hoe landbouw, transport, energieproductie, handel, politieke organisatie, enz. werken in deze alternatieve toekomst.

‘Mijn inspiratiebronnen waren de radicale ecologie en de collapsologie, ook al ben ik daar intussen van afgestapt’, vertelt Pierre. ‘Al een tijdje hoorde ik mensen zoals filosoof en socioloog Bruno Latour zeggen dat we lijden aan een gebrek aan verbeelding. Dat we alternatieve denkbeelden moeten ontwikkelen die opgewassen zijn tegen de uitdagingen van energiebesparing die ons te wachten staan, de klimaatverandering, het uitsterven van de biodiversiteit, sociale crises … Het stripverhaal was een manier om een hele reeks inspirerende ideeën in beeld te brengen. Het doel was niet deze toekomst te idealiseren, maar een visie van gelukkige soberheid voor te stellen die mensen motiveert. Er is een toekomst die de moeite waard is.’

De juiste boom op de juiste plaats

Het omvormen van de openbare ruimte ter ondersteuning van de voedselzekerheid maakt deel uit van deze toekomst van veerkrachtige steden. De participatieve kwekerijen van het Urban Ecology Centre, die steeds populairder worden bij burgers en gemeenten, passen perfect in dit project. ‘We produceren lokaal, in Brussel, fruitbomen en -struiken die per fietskoerier kunnen vervoerd worden’, benadrukt Pierre Lacroix. ‘We planten zonder graafmachines, zonder vrachtwagens, zonder olie. We doen het met een spade, en we leiden burgers op.’

Het fruitbomenproject van het Urban Ecology Centre omvat ook een onderzoekscomponent, die anderhalf jaar geleden werd opgestart, drie jaar duurt en wordt gefinancierd door Innoviris (financiering van onderzoek en innovatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). ‘Het doel is fruitbomen te bestuderen die aangepast zijn aan verschillende stedelijke configuraties en aan de klimaatverandering’, legt Pierre uit. ‘In de stad, waar heel veel beperkingen zijn, is het een kwestie van de juiste boom op de juiste plaats te planten. Of het nu gaat om een rotonde, een braakliggend terrein, een boomlaan, een binnengebied of een fruitboom in een bak, door een zo groot mogelijke diversiteit te omarmen, hopen we dat er altijd minstens één boom zal zijn die aan deze ruimtes is aangepast. In de boomgaarden rond Brussel zien we vandaag vooral appels en peren. Meer dan 80% van de geteelde peren behoort tot hetzelfde ras, de Conference. Fruitbomen zijn niet beperkt tot de traditionele appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen. Er zijn ook pecannotenbomen, jujubebomen, akebia’s, kiwi’s, granaatappels, kaki’s … Die groeien vandaag allemaal in Brussel. Door een grote verscheidenheid aan soorten, variëteiten, teeltvormen en -types te gebruiken, vergroten we de biodiversiteit, die een van de componenten van veerkracht is.’

Herwaarderen van vervuilde gebieden

In vervuilde grond is het eten van fruit van bomen en struiken minder riskant dan een moestuin of groenteteelt.

Dit onderzoek gaat ook over bestuur: hoe bomen selecteren, planten en onderhouden in een context waarin overheidsdiensten steeds minder gekwalificeerd personeel hebben om dit te doen. En als het fruit er is: hoe het te plukken, te herverdelen en de productie te valoriseren. ‘Het is een heel ambitieus project, met een heleboel vragen. En die proberen we te beantwoorden door te experimenteren.’

Er is ook de mogelijkheid om bepaalde vervuilde gebieden te herwaarderen. ‘Bij gebrek aan kennis, is men geneigd zo weinig mogelijk risico te nemen’, zegt Pierre Lacroix. ‘Daardoor worden bepaalde gebieden omheind, worden productieve functies verboden of saneringsoperaties gefinancierd die soms erg duur en helemaal niet ecologisch zijn. Uit wetenschappelijke literatuur blijkt echter dat fruitbomen veel minder bodemverontreinigende stoffen – metalen sporenelementen en koolwaterstoffen – doorgeven dan blad- en wortelgroenten. Het idee is dus dat in vervuilde grond het eten van fruit van bomen en struiken minder riskant is dan een moestuin of groenteteelt. We zijn een vervuilingsstudie gestart bij 20 verschillende soorten fruitbomen, om te analyseren of er een translocatiemechanisme bestaat. We verwachten de resultaten eind dit jaar, begin 2023. Op basis daarvan gaan we een protocol en een beslissingsboom opstellen, om te zeggen wat kan worden geplant in functie van de bodem en de risico’s.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content