Waarom de N-VA nog meer aandacht had moeten krijgen

Onder de waterlijn zet de N-VA de aanval in op de vakbonden en de ziekenfondsen. © Bart Dewaele
Walter Pauli

Zelden hebben een partij en een politicus zich zo op de kaart gezet als de N-VA en Bart De Wever dat vorige week deden met hun erg gedetailleerde maar ook uitzonderlijk verregaande verkiezingsprogramma. Je bent voor de N-VA of tegen de N-VA. Dat er weinig speelruimte meer is, is voor de ene partij vervelender dan voor de andere.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 voerde de N-VA al campagne met de slogan ‘De kracht van verandering’. Maar de beloofde veranderingen van toen zijn slechts klein bier bij de sociaal-economische omwenteling die de partij na 25 mei beoogt. Het kan paradoxaal lijken na een week waarin het al N-VA was wat de klok sloeg, maar het programma dat Bart De Wever vrijdag voorstelde, verdient nog meer aandacht dan het al kreeg. Die focus lag namelijk op de ogenschijnlijk meest ingrijpende maatregelen, zoals de eenmalige indexsprong. Terwijl dat in werkelijkheid ‘het borrelnootje’ is, vergeleken met de structurele omwentelingen die in dat verkiezingsprogramma staan.

Neem de sectorale all in-loonakkoorden waar de N-VA voor pleit. Tot nu toe maken de sociale partners eerst nationale afspraken voor alle werknemers in de privésector: de Interprofessionele Akkoorden of IPA’s. Die worden dan verder ingevuld met sector- en vervolgens nog eens met bedrijfsakkoorden. De N-VA wil geen ‘Vlaamse IPA’s’ meer, zoals men zou kunnen verwachten en zoals de Vlaamse Beweging vroeger ook eiste: Vlaamse cao’s als ‘logisch’ alternatief voor de Belgische. De N-VA-keuze is veel fundamenteler anders. De partij wil geen overkoepelende afspraken meer, maar akkoorden per sector. En zelfs dan hebben individuele bedrijven altijd de vrijheid om eronderuit te komen. De tendens is dus: we zetten in op het particuliere belang van het individuele bedrijf, en we laten het meest collectieve niveau gewoon verdwijnen. Dat is werkelijk copernicaans, in de betekenis van: het zet de bestaande werkelijkheid op z’n kop.

En natuurlijk verliezen de nationale, ‘interprofessionele’ vakbonden dan in één klap veel van hun relevantie. Die vakbonden worden trouwens nog eens extra getroffen door een ander N-VA-voorstel. Door de werkloosheid rigoureus te beperken in de tijd valt ook de uitbetalingsfunctie van de vakbond aan de werklozen weg. Als werklozen na maximaal twee jaar niet meer gefinancierd worden door werkloosheidsuitkeringen (betaald via de vakbond) maar door uitkeringen (betaald via de OMCW’s), hebben ze ineens een belangrijke reden minder om nog lid te blijven van ‘het syndicaat’.

De echte inzet

En kijk eens aan: precies hetzelfde mechanisme komt terug in het (weinig opgepikte) N-VA-voorstel rond de ziekteverzekering. De partij wil bij doktersbezoeken de ‘derdebetalersregeling’ veralgemenen. In mensentaal: vandaag betaalt u bij de dokter de volle pot, u gaat dan als patiënt naar uw ziekenfonds, en krijgt dat bedrag terugbetaald min het remgeld. In het N-VA-voorstel gaat u naar de dokter, betaalt alleen het remgeld, en de dokter krijgt zijn geld rechtstreeks van het Riziv. Dat systeem bestaat al voor de apotheker, dus wereldvreemd is het niet. Bovendien is het klantvriendelijk en goedkoper voor de patiënt. In één beweging plaatst de N-VA de ziekenfondsen dus voor een existentiële kwestie: als ze geen uitbetalingskassen zijn (en in deze digitale tijden is de toekomst van het papieren ‘doktersbriefje’ sowieso eindig), wat hebben die organisaties hun leden dan nog te bieden?

Onder de waterlijn zet de N-VA een wezenlijke aanval in op de vakbonden en de ziekenfondsen. Bovendien pakt de partij hen precies waar het (erg) pijn doet: in hun meest essentiële dienstverlening aan hun leden, in hun functie als ‘uitbetaler’.

Stilaan is dát de echte inzet van 25 mei. De strijd om de kiezer als één slag in de Grote Oorlog – niet die van 1914, maar van 2014: die om de organisatie van ons sociaal-economische model en dus van de welvaartsstaat. Moet die in essentie behouden blijven, of is een wezenlijke omkering geboden?

Natuurlijk moet de N-VA nog partners vinden om haar ideeën te verwezenlijken, en de vraag is of en hoever de CD&V wil meegaan in de ontmanteling van een structuur die de christendemocratie mee heeft opgebouwd. En een verkiezingsprogramma van één partij is nog iets anders dan een regeerakkoord. Zelfs regeerakkoorden beïnvloeden ‘het werkelijke land’ doorgaans maar met mate. Maar toch. Het woord is uitgesproken, de intentie neergeschreven. Sinds vrijdag staat de oorlogsverklaring op papier.

Walter Pauli

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content