Na het Internet, de video. “Sex, Lies and Videotapes”: de strijd tus- sen het Congres en het Witte Huis zal geen steen op de andere laten.

Het is, bij alle spektakelwaarde, een bevreemdend en behoorlijk angstaanjagend schouwspel. Het machtigste land van de wereld, de enig overgebleven grootmacht en wat niet al, dat zich publiekelijk te kakken zet. Bevreemdend omdat de Republikeinse Congreslieden die menen het vel van president Bill Clinton nu wel binnen schot te hebben, lijken te denken dat zij zelf en hun instellingen met onaangetaste waardigheid uit deze affaire te voorschijn zullen komen. Beangstigend omdat hier onomstotelijk en voor heel de wereld getoond wordt hoeveel ’s werelds leiders zich van het effect van hun daden in het buitenland aantrekken: niemendal, geen bal, om in de terminologie te blijven.

Het uitzenden van de videobanden van Clinton voor de Grand Jury, met als enig doel het belachelijk en ongeloofwaardig maken van een vernederde president, op de eigenste dag waarop die de openingszitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties moet toespreken, behoeft geen verdere commentaar. Dat die dag dan ook die van het joodse nieuwjaar moet zijn, kan dan al niet méér zijn dan een detail. De rol van de pers en de media daarbij, die immers geen waardigheid te verliezen hebben, hoeft hier niet eens besproken te worden.

Een goede week na de publicatie van het Kenneth Starr-rapport op het Internet, of toch van grote en “lekkere” uittreksels daaruit, heeft het wereldpubliek nu recht gehad op vier uur tv-uitzending van de Clinton-ondervraging voor de Grand Jury. Kon men zich afvragen wat het nut kon zijn voor het Congres om een zo duur onderzoeksrapport ongelezen maar wel bekort ineens naar de publieke opinie door te schuiven – het staat wel vast dat de uitzending van de videobanden geen enkel ander nut heeft dan het spektakel. Tenzij men het inderdaad niet meer over een gerechtelijke procedure zou hebben die op zichzelf al bedenkelijk is, maar over een politieke operatie: het beschadigen en afbreken van VS-president Bill Clinton, en van zijn ambt, op initiatief van de rechtervleugel van de Republikeinse Partij, die het Congres controleert. Willen blijven beweren dat het hier om justitie gaat, is blijk geven van idealistische verblinding.

Het Starr-onderzoek moest zogenaamd de waarheid ontdekken over achtereenvolgens het Whitewater-schandaal, het geval van het reisbureau van het Witte Huis, de zaak- Paula Jones, en eigende zich in het verlengde daarvan de affaire- Monica Lewinsky toe. Na jaren en veertig miljoen dollar bevat het fameuze, gedeeltelijk gepubliceerde rapport niets over Whitewater enzovoort, terwijl de zaak Paula Jones door een andere rechter al onontvankelijk verklaard werd. Al wat het Congres kreeg voor zijn geld waren de details van de seksuele esbattementen van de president en zijn stagiaire in het Witte Huis. Veel was dat niet, maar die president had daar dus, verrassing, over gelogen.

Over dat liegen gaat dan zogenaamd het schandaal, en een hele schare van weldenkendheid glimmende Herboren Christenen of tot welke religieuze groepen ze mogen behoren, zien er geen been in om daarover te staan oreren terwijl hun publiek likkebaardend op de details van de pornoscènes zit te wachten. Dat is wat doorzichtig, en het Amerikaanse publiek reageerde, waarschijnlijk tot hun verrassing, op een verveeld volwassen manier: zolang de president zijn werk goed deed, en dat deed hij, bleef de meerderheid van de Amerikanen zeggen, kon zijn privé-leven zijn privé-leven blijven. De pornoscènes in kwestie waren uiteindelijk toegelaten handelingen tussen twee volwassen en wederzijds toestemmende mensen. Ze publiceren zou misschien tegen de wet kunnen zijn, de handelingen zelf niet. En erover liegen? Er bleek een kloof te gapen tussen de politieke plannen van de Bible Belt en een Amerikaans publiek, dat minder puriteins lijkt te reageren dan men gewend was ervan te verwachten.

Om die kloof te dichten moesten dan, met een grote wijzende vinger naar de film ( “Sex, Lies and Videotapes”), die banden van Clintons ondervraging uitgezonden worden. Om de machtigste man van de wereld bijna letterlijk in zijn onderbroek tentoon te stellen: ondervraagd achter gesloten deuren, zonder bijstand van zijn advocaten maar misschien in de waan dat dit ten minste achter die gesloten deuren zal blijven, door een door zijn jacht geobsedeerde onderzoeksrechter die niet aarzelt de meest intieme vragen te stellen, en daar tot in het oneindige op door te gaan. Zoals we tot in het oneindige recht zullen hebben op de “leukere” uittreksels van deze uitzendingen. Met dan een Clinton die gegeneerd en kwaad is, en zich in bochten zal wringen om uit de greep van Starr weg te komen. Zie je wel, moet men dan zeggen, dat hij glibberig is?

NIET OP DEZE ONFATSOENLIJKE MANIER

Meer is er, ondanks het oorverdovende lawaai, nog altijd niet. Terwijl wat er nu ligt het ergste is dat zelfs Kenneth Starr tegen de president kon vinden: gepoetst, opgepompt en belangrijk gemaakt om als aanklacht te kunnen dienen. De verdediging wordt hier nergens gehoord. Niet moeilijk: het Internet en de tv nemen de functie van het gerecht over, de correspondent van dienst is de rechter, en de kijkers bepalen de strafmaat. De technische term voor de procedure is ook Amerikaans: lynching. Tenzij men de oudere term verkiest: onze oud-Europese inquisitie deed haar heksen bekennen dat ze met de duivel geneukt hadden, en hoe, en hoeveel keer. Alvorens ze te verbranden.

Maar Clinton, zeggen zijn aanvallers dan, zou zich zo niet moeten verdedigen, met al die legale spitsvondigheden en apparatuur. Als hij er echt spijt van heeft zoals hij beweert, dan moet hij het voor het gerecht ook niet blijven ontkennen. Het tweede is immers de negatie van het eerste. Op het eerste gezicht wel, en het argument is pervers. Het verzwijgt dat een toegeving van Clinton op juridisch vlak de hele juridische machine over hem heen zou halen, die hij nu op een afstand kan houden door de zaken gescheiden te houden. En ook dat hij daarmee het Congres al dat werk uit handen zou nemen dat voor zijn impeachment nodig is. Eigenlijk hoopt men dat hij uit zichzelf weg zal gaan, “om de eer aan zichzelf te houden”.

Wat moet er dan gebeuren? Eerst en vooral moet natuurlijk de terzake bevoegde commissie van het Congres haar werk doen. Dat rapport van Kenneth Starr doornemen in de plaats van voor de tv te paraderen, en nagaan of daarin gronden voorkomen waarop een procedure van impeachment tegen de president in gang kan worden gezet. Dat kan maanden duren, en het kan, als er iets gevonden wordt, leiden tot een blaam, of tot afzetting als hij echt zware misdaden gedaan heeft. Meineed? Zoals het er voorstaat, valt dat te bezien. De meest onderlegde en voorzichtigste Clinton-vreters beginnen te zeggen dat de hele zaak wellicht nergens toe leidt. Bovendien staan er, de derde november, Congresverkiezingen op het program, waarin de Republikeinen een tweederde meerderheid in de Senaat zouden kunnen behalen: dat is een grote inzet. Afzetten is dus in alle geval voor lang na die verkiezingen.

Hem tot aftreden dwingen dan, door alle loslopende honden achter hem op te hitsen? Het argument is dat de president van de VS eigenlijk zelf geen macht heeft. Alle macht die hij heeft, vloeit voort uit zijn morele autoriteit. En die morele autoriteit is Clinton dus kwijt. Voor het goed van het land dus, moet Clinton aftreden.

Alleen kàn de president van de Verenigde Staten volgens de grondwet niet aftreden. Doet hij dat wel, dan wordt zijn functie zelf daardoor op de helling gezet. Dat kan de achtervolgers in deze fase blijkbaar niet meer schelen. Het gaat erom een president te verjagen die zij, ook al werd hij tweemaal met algemeen stemrecht verkozen, nooit als legitiem aanvaard hebben. Zogenaamd omdat hij een leugenaar was met een slecht karakter. Maar in werkelijkheid omdat hij de sociale wetten, de gezondheidszorg, het onderwijs in de VS wou veranderen, en homoseksuelen in het leger laten, en nog een deel andere dingen die hij óók niet deed, wat hem een deel van zijn “natuurlijke” electorale basis gekost heeft, en hem kwetsbaar maakte voor de vrijschutters van christelijk rechts.

Dit alles moeten de Amerikanen natuurlijk zelf maar weten. Bill Clinton is nu eenmaal een politiek wonderkind vol talent en zonder karakter, en hij heeft zich bijzonder onnozel en onhandig gedragen. Men kan zich voorstellen dat ernstige heren die begaan zijn met het welzijn van de natie, om van de wereld maar te zwijgen, daarover buitengewoon woedend zijn en hem weg willen. Maar dié heren, als die er zijn, zouden dat doen op een wijze die overeenkomt met het ambt. Niet op deze manier.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content