Niet alleen de strijd tegen het terrorisme zorgt voor onenigheid tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie. Ook over de ‘war on drugs’ lopen de meningen aan weerskanten van de oceaan uiteen. En met de uitbreiding van de Unie naar Oost-Europa komen er nog meer drugs op ons af, waarschuwen experts.

Tegen 2008 moeten alle coca-, papaver- en cannabisplanten over de hele wereld vernietigd zijn. Althans, zo werd in juni 1998 op de ‘bijzondere Algemene Vergadering over de drugsproblematiek’ (UNGASS) in New York afgesproken. Maar elke drugsdeskundige weet dat de kans dat tegen dan de Belgische staatsschuld is afbetaald, groter is. Realistischer is de stelling dat de mondiale oorlog tegen drugs de komende jaren naar een climax toegroeit: meer gebruik, meer handel, meer winsten, meer corruptie, meer repressie. De drugshandel levert criminele organisaties wereldwijd naar schatting tussen de 450 en 550 miljard euro op.

De louter repressieve war on drugs is een faliekante mislukking, daar zijn wetenschappers, politici, politiemensen, journalisten en mensenrechtenorganisaties het in talloze rapporten over eens. Het tijdschrift The Economist schreef in een hoofdredactioneel commentaar over het balloneffect: het verminderen van de cocaproductie in Peru en Bolivia had een enorme productiegroei in Colombia tot gevolg. Je ontmantelt een drugsnetwerk en elders ontstaat een nieuw netwerk. Het is de jacht op de draak met vanzelf aangroeiende koppen. In een special over de cocaïneoorlog in Colombia concludeerde The Economist dat ‘Latijns-Amerikanen een hoge prijs voor de drugshandel betalen: het corrumpeert hun samenleving van hoog tot laag. Als men deze prijs wil verlagen, zullen Amerikanen niet alleen naar het aanbod moeten kijken, maar ook naar de vraag. Dat betekent dat de Verenigde Staten alternatieve strategieën in eigen land zullen moeten overwegen, inclusief decriminalisering. Dit is een oorlog die niet met helikopters gewonnen zal worden.’

Toch blijven de VS een heilig geloof koesteren in die repressieve aanpak. De gevangenisbevolking in de VS is de afgelopen 30 jaar met 800 procent gestegen, tot bijna twee miljoen gedetineerden. Uit een recent FBI-rapport blijkt dat bijna driekwart miljoen in Amerika wonende mensen werden opgepakt wegens bezit, gebruik of verkoop van cannabisproducten. Terwijl steeds meer Europese landen een decriminaliseringsbeleid uittekenen, voeren de VS de oorlog tegen drugs op. Daarmee wordt volgens de FBI ‘een trend van de afgelopen 6 jaar bestendigd’.

Eén voordeel heeft het Amerikaanse beleid wel: het is lekker duidelijk. Dat kun je van het Europese beleid niet zeggen. Drugsexpert Brice De Ruyver ziet een ‘sterk onderscheid tussen het officiële politieke discours van de EU en het beleid op het terrein. In alle EU-landen is er de facto geen strafrechtelijke vervolging meer voor cannabisgebruikers. Het enige verschil met Nederland en België is alleen dat men er in de andere landen zedig over zwijgt. De Nederlanders zijn daarom overigens heel blij met het nieuwe Belgische beleid dat tenminste keuzen maakt en prioriteiten vastlegt.’

Op 25 februari komen de ministers van Volksgezondheid van België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland samen voor een wetenschappelijk congres over cannabisbeleid. Volgens betrokken ambtenaren is het de bedoeling ‘een zo objectief mogelijke stand van zaken’ op te maken. ‘Er moet meer duidelijkheid komen, in het kader van het streven naar verandering’, zegt een ambtenaar. Lastig is wel dat Frankrijk, Duitsland en Nederland voor belangrijke verkiezingen staan en politici zich zullen hoeden voor verregaande conclusies. Ook Magda Aelvoet zal na de PCB-crisis weinig behoefte voelen zich op dit terrein te profileren. ‘Maar’, zo zegt de Nederlandse minister van Justitie, ‘de discrepantie tussen het formele verbod en de informele acceptatie kan niet eeuwig blijven duren. Het ondermijnt het gezag van de overheid en is geen goed bestuur.’

DE AMBTENAAR EN DE STRAAT

Bij topbijeenkomsten presenteren Europese regeringsleiders drugs steevast als een van de grote bedreigingen waartegen urgent actie nodig is. Wat dóét de EU eigenlijk? Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag, ontdekte Tim Boekhout van Solinge, criminoloog bij de rechtsfaculteit van de universiteit van Utrecht. Als onderzoeker verbonden aan het Centrum voor Drugsonderzoek (CEDRO) van de universiteit van Amsterdam (UvA) publiceerde hij het ontluisterende boek ‘De besluitvorming rond Drugs in de Europese Unie’ (Van Halewijck).

Boekhout van Solinge constateert een toenemende discrepantie tussen wat de Europese lidstaten zelf doen en het beleid van de EU. ‘De tendens om het gebruik van cannabis – de meest gebruikte illegale drug – te decriminaliseren, sijpelt niet door tot het institutionele niveau van EU. Het is toch een beetje een andere wereld. In de lidstaten is die decriminalisering een feit, vooral aangestuurd door het lokale niveau van de steden waar ook politiemensen het zonde van hun tijd vinden om achter jointrokers aan te zitten. Dat is de praktijk. Maar in Brussel zitten allerlei ambtenaren in kantoren drugsbeleid te maken, terwijl de realiteit heel ver van hen af staat.’

Europese ambtenaren zijn volgens Boekhout van Solinge ontzettend slecht ingevoerd in de problemen waarvoor ze oplossingen zouden moeten aandragen. ‘De zaak in een bepaald kader plaatsen, relativeren, dat is er niet bij. Leg je het naast de gezondheidsproblematiek van alcohol en tabak, dan valt die van illegale drugs in het niet. Dat wordt al jaren gesteld in medische vakbladen, wetenschappelijke rapporten enzovoorts. Ik ben echt heel erg geschrokken van het gebrek aan kennis: het is mij opgevallen dat ze standaardwerken niet kennen, geen vaktijdschriften lezen. Het is een andere werkelijkheid, het drugsprobleem waar zij over praten.’

Het lijkt een soort eigen bureaucratische en politieke dynamiek te hebben, vindt Boekhout van Solinge. ‘Je hebt de repressieve benadering en de benadering vanuit volksgezondheid. Maar bij dat laatste geldt het subsidiariteitsbeginsel: de EU is alleen bevoegd als ze een toegevoegde waarde kan bieden naast wat de lidstaten zélf al doen. Wat is Europees? Dat is die repressieve kant. Wat de EU doet op het vlak van preventie en hulpverlening is toch vrij marginaal, vergeleken met de samenwerking bij het bestrijden van drugshandel.’

Brice De Ruyver: ‘Het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs in Lissabon kreeg van de Europese Commissie de stille wenk zich stil te houden. Het mag wel de beleidsveranderingen in de lidstaten beschrijven, maar niet evalueren. Dat is zeer veelzeggend. Echte nieuwe beleidsimpulsen zullen van de Europese ministerraad moeten komen.’ Het is de vraag of die de politieke moed zal hebben.

Boekhout van Solinge: ‘De Europese raad neemt geen echte besluiten, maar geeft een richting aan. Dat zet dan weer allerlei Europese werkgroepen en overlegorganen aan het werk, en daarmee ontstaat dan zo’n bureaucratische dynamiek. Krijg je weer een of andere ‘high level export group’ die extra maatregelen gaat verzinnen om bijvoorbeeld de handel via de Balkan aan te pakken. En zo loopt men voortdurend achter de feiten aan.’

DRUK VAN DE VS

Vorige week kondigde president George W. Bush een nieuw offensief tegen drugs aan. Een 22 miljard euro kostend programma – met als belangrijkste onderdelen harder optreden, ontradingscampagnes en behandeling van verslaafden – moet het drugsgebruik in vijf jaar tijd aanzienlijk terugdringen. ‘De strijd tegen drugs’, zo zei Bush, ‘wordt de spil van ons regeringsprogramma.’ En natuurlijk legde hij de link met die andere strijd: ‘Illegale drugs ondersteunen het dodelijke werk van de terroristen. Als je in de Verenigde Staten drugs koopt, is het waarschijnlijk dat het geld in handen komt van terroristische organisaties.’

Verhogen de Amerikanen de druk op Europa? Ja, zegt Brice De Ruyver: ‘Met name op VN-niveau voeren de VS de druk op. Of het echt tot een clash komt tussen de VS en de EU, zal voor een groot deel afhangen van de moed van Europese politici om het Europese model uit te bouwen en te verdedigen. Maar ik ga ervan uit dat het bij de volgende Ungass-top wel eens tot een openlijke botsing tussen de VS en de EU kan komen. De Europese landen beseffen dat het geen zin heeft het drugsfenomeen op moralistische manier te bestrijden en kiezen voor een multidisciplinaire aanpak. Ik blijf voorzichtig: het is en blijft een politiek delicaat onderwerp.’

Boekhout van Solinge: ‘Er wordt in Europa wel heel erg veel gepraat over hét drugsprobleem in allerlei overleggroepen en subgroepen, maar als je kijkt naar wat er nu concreet gebeurt, dan stelt het allemaal weinig voor. Dan wordt er bijvoorbeeld in een beleidsdocument van de Europese Commissie gesteld dat er een verband is tussen sociaal-economisch achtergestelde groepen en problematisch druggebruik. Maar daar vloeit dan geen enkele concrete beleidsmaatregel uit. Het ligt allemaal in de sfeer van enkele tientallen miljoenen euro’s, druppels op een gloeiende plaat.’

De Ruyver: ‘In Oost-Europa wordt momenteel een heel concreet gevecht geleverd tussen de VS en de EU. Ik heb dat ondervonden tijdens een bezoek aan de Baltische staten waar ik tegen de Amerikanen in voor preventie en harm reduction moest pleiten. De VS staan daar met pakken geld te zwaaien en in ruil daarvoor mag men een repressieve stempel op het beleid drukken. Terwijl men weet dat het dweilen met de kraan open zal zijn en corruptie nog zal toenemen.’

De uitbreiding van de EU naar Oost-Europa wordt overigens een probleem. Boekhout van Solinge: ‘Er zullen met de uitbreiding van de EU nog meer illegale drugs op de Europese markten komen. Het argument van de EU dat Oost-Europese landen beter in drugsbestrijding zullen worden als ze maar lid van de Europese familie worden, is retoriek. Ik denk dat misdaadorganisaties er blij mee zullen zijn, als ze maar Europa binnen geraken.’

Hans van Scharen

Voorzichtigheid is geboden: het blijft politiek een delicaat onderwerp.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content