Auschwitz, Dachau en Treblinka kennen we allemaal. Maar Vorkoeta, Kolyma en Norilsk? Het zijn de namen van de ergste drie goelagkampen. In totaal waren er zo’n 476 kampcomplexen, waarin achttien miljoen mensen zijn gepasseerd. De Amerikaanse historica Anne Applebaum heeft er een indringend boek over geschreven.

Anne Applebaum. ‘Gulag. A history of the Soviet camps’. Penguin. 610 blz., 25 pond. De Nederlandse vertaling verschijnt in september bij uitgeverij Ambo.

‘Het is tijd om te gaan. Ik heb hier niets meer te doen. Ik geef mijn dossier terug en het wordt achteloos in een plastic boodschappentas gegooid. Ik ga naar beneden, langs de lege gangen, voorbij de wachtposten die niet eens vragen om mijn papieren te zien, en ik stap buiten op het Loebjanka-plein… Ik neem mijn bontmuts af, en regendruppels of tranen rollen over mijn gezicht. Ik ben 82. Hier sta ik en beleef alles opnieuw… Ik hoor de stemmen van Oksana en haar moeder… Ik herinner me ze, ieder van hen. En als ik in leven ben gebleven, is het mijn plicht om dat te doen’, schrijft Lev Rasgon in 1990, nadat hij zijn persoonlijke goelagdossier heeft doorgenomen.

De Amerikaanse historica Anne Applebaum, voormalig correspondente voor The Economist in Oost-Europa, heeft de oorspronkelijke archieven van de Glavnoe Oepravlenie Lagerei – de ‘Hoofd Kamp Administratie’ – uitgeplozen, de memoires van de goelagslachtoffers gelezen en talrijke overlevenden gesproken. Haar onlangs verschenen boek ‘Gulag. A history of the Soviet camps‘ is de eerste allesomvattende studie over de zwartste zijde van het voormalige sovjetrijk.

De goelag was geen verwezenlijking van Stalin, zo blijkt uit uw boek.

ANNE APPLEBAUM: Nee, de kampen waren er van in het prille begin van de Sovjet-Unie. Het woord concentratiekamp, kontslager, is voor zover ik weet voor het eerst in het Russisch gebruikt door Trotski, enkele maanden na de Revolutie. Het echte kampsysteem is ontstaan in de jaren ’20. Het was een uitvloeisel van de Rode Terreur, toen men categorieën van mensen is beginnen te definiëren die niet meer aanvaardbaar waren voor de samenleving, en met wie dus iets moest gebeuren: later zouden er massamoorden worden gepleegd, in het begin zonderde men ze af en stopte ze in gevangenissen en kampen. Ook Lenin heeft hierover in de eerste dagen van de Revolutie geschreven.

Zijn de kampen een element van de sovjetideologie? Of ging het om een strafsysteem dat in het begin van de twintigste eeuw acceptabeler was?

APPLEBAUM: Beide. Er waren verschillende soorten verschrikkelijke kampen in de Eerste Wereldoorlog, waar de bolsjewieken weet van hadden. Sommige van de eerste sovjetgevangeniskampen bevonden zich zelfs op dezelfde plaats als de krijgsgevangenkampen. De ontmenselijking die de Eerste Wereldoorlog had voortgebracht, heeft zeker een invloed gehad. Maar het behoorde ook tot de communistische ideologie om een groep mensen te viseren die de revolutie niet had aanvaard en die geëlimineerd moest worden.

De groep die geviseerd werd, veranderde meermaals in de loop van de geschiedenis van de Sovjet-Unie.

APPLEBAUM: De vijand van de revolutie werd steeds weer anders gedefinieerd. In de begindagen waren er twee groepen. Je had de zogenaamde ‘voormalige mensen’, waarmee de voormalige burgerij, de aristocratie, de handelaars, de tsaristische politici… werden bedoeld. En je had de andere socialistische politici die geen bolsjewieken waren. Die werden het hardste aangepakt. Later kwamen de koelakken, de boeren die zich tegen de collectivisering verzetten. In de jaren ’30 was er de beruchte zuivering van de partij zelf.

De Tweede Wereldoorlog schiep een hele nieuwe reeks vijanden, de volkeren van de gebieden die de Sovjet-Unie veroverde: Polen, Balten, Oekraïners, Roemenen, en ook krijgsgevangenen uit Duitsland, Italië en Japan. Na de oorlog waren er massale arrestaties van volkeren die in de Sovjet-Unie leefden, maar die volgens Stalin hadden gecollaboreerd. Dat was onder meer het geval voor de Tsjetsjenen, de Volgaduitsers, de Tataren. En op het einde van zijn leven zou Stalin uiteindelijk ook de joden laten vervolgen.

In het begin voerden ze er zelfs propaganda voor.

APPLEBAUM: Voor Belomor (‘Witte Zee Kanaal’), een van de eerste kampen, is inderdaad veel campagne gevoerd. Stalin is het zelf plechtig gaan openen. Er verschenen krantenartikels over en Maxim Gorki heeft er een dik boek over uitgegeven. Het werd beschreven als een groot experiment om gevangenen herop te voeden. Maar dat was de eerste en de laatste keer. In de jaren ’30 zijn er zoveel mensen gearresteerd geworden, van wie velen zélf politieleden. Men kon dus niet langer de propagandapraatjes volhouden dat de wijze geheime politie recalcitrante bourgeois elementen ging heropvoeden. Na 1937-38 was er geen enkele publieke discussie meer over de kampen. Tot in de vroege jaren ’60 Aleksander Solzjenitsyn op het toneel verscheen.

U beklemtoont in uw boek het economische aspect dat de goelagkampen hebben gehad. Was dat eigenlijk het belangrijkste?

APPLEBAUM: Dat is moeilijk te zeggen. Het is een beetje zoals met de kip en het ei. Ging het over mensen straffen of ging het over de economische ontwikkeling van de Sovjet-Unie? Over beide. Maar het economische aspect werd tot voor kort niet goed begrepen. Uit de documenten die de oorsprong van het kampsysteem beschrijven, blijkt duidelijk dat de mensen die de kampen hebben opgericht, erover praatten als ging het over een economisch idee en dat de mensen die de kampen hebben uitgebaat, ook te verstaan hadden gekregen dat het om een economisch project ging. Dat was de rechtvaardiging.

Zeker Stalin geloofde echt dat hij de Sovjet-Unie dankzij dwangarbeid zou kunnen moderniseren. Een van zijn grote helden was Peter de Grote. De tsaar had, onder meer bij de bouw van Sint-Petersburg, een zeer zwaar beroep gedaan op slavenarbeid. Stalin dacht dat hij hetzelfde kon doen. Maar de kampen waren een economische ramp.

Hoe groot is de invloed van het goelagsysteem geweest op de sovjeteconomie?

APPLEBAUM: De kampen hebben een zeer belangrijke rol gespeeld in het verstoren van de economie. Neem de stad Vorkoeta. Die is gelegen boven de Noordpoolcirkel. Het is er zes maanden per jaar donker en elf maanden per jaar koud. De ene maand dat het er niet koud is, vergaat het er van de muggen. In Canada of Alaska wordt op zo’n plek geen stad gebouwd. Dikbetaalde mijnwerkers worden voor een paar weken heen gevlogen en keren dan weer terug. Maar Stalin kon de mensen dwingen daar te gaan wonen. Nu zitten de Russen met een stad van honderdduizend inwoners die iedere zomer moet worden hersteld, omdat de permafrost de gebouwen doet verzakken en de pijpleidingen scheuren. Het enige zinvolle dat ze kunnen doen, is daar gewoon wegtrekken. Maar dat willen de inwoners natuurlijk niet meer, die vinden dat ze een heroïsch offer hebben gebracht door op zo’n rare plek te gaan wonen.

Een ander voorbeeld: de mechanisering. Als je goedkope arbeidskrachten hebt, hoef je geen tractoren of andere machines te ontwikkelen. Door de dwangarbeid is de sovjeteconomie nooit gemoderniseerd en altijd ontzettend inefficiënt gebleven. Daar draagt de Russische economie nu nog altijd de gevolgen van.

De jaren van de Grote Terreur worden overschat, stelt u.

APPLEBAUM: Dat is wellicht de schuld van Chroesjtsjov. Toen hij in 1956 Stalin aanklaagde, legde hij de klemtoon heel bewust op de late jaren ’30. Hij wou de naam van Lenin niet bezoedelen en hij wilde het ook niet hebben over de jaren ’40, omdat hij zelf natuurlijk veel meer betrokken was bij de arrestaties in die periode. Voor buitenstaanders waren die jaren ’30 ook zeer treffend, omdat de communistische partij toen zélf werd aangepakt. Het leek alsof de revolutie haar eigen kinderen opat. Maar dit was niet de ergste repressiegolf.

Wat was erger?

APPLEBAUM: De grootste golf van arrestaties was die van de koelakken. Op de tweede plaats zou ik de Tweede Wereldoorlog zetten, toen hele bevolkingsgroepen en grote aantallen krijgsgevangenen naar de kampen werden gestuurd.

Dat steeds weer andere categorieën van mensen het doelwit waren van de terreur doet vermoeden dat heel veel ellende veroorzaakt is door Stalins paranoïde en tirannieke karakter. Dat de goelagkampen veel minder met ideologie te maken hadden dan de concentratiekampen van de nazi’s.

APPLEBAUM: Het is ingewikkelder dan dat. Ja, Stalin was gek. Ja, hij had zijn obsessies. En ja, die hadden invloed op wie moest worden gearresteerd. Maar er waren miljoenen mensen die het kampsysteem deden functioneren: leden van de geheime politie, ondervragers, bewakers, administratief personeel, enzovoort. Als je de archieven doorneemt, blijkt heel duidelijk dat al die mensen geloofden dat wat ze deden, juist was. Zo was het juridische systeem. Die mensen waren vijanden en moesten hun straf ondergaan. Je kunt moeilijk zeggen dat het geen deel uitmaakte van de ideologie. Er zijn grote verschillen tussen de goelagkampen en die van de nazi’s, maar niet wat hun ideologische gehalte betreft.

Welke grote verschillen ziet u dan wel?

APPLEBAUM: Eerst en vooral: de nazi’s hadden werkkampen, die in een aantal opzichten ook dezelfde rol vervulden als de sovjetkampen. Maar ze hadden ook zes uitroeiingskampen. Daar vind je geen direct equivalent van in het sovjetsysteem. Er waren natuurlijk wel massamoorden. De sovjetpolitie nam mensen gevangen en executeerde ze. Maar er waren geen gaskamers. Er zijn mensen die dat een louter tactisch onderscheid vinden.

Maar het belangrijkste verschil is misschien wel, wat we eerder al ter sprake hebben gebracht, het idee dat de definitie van wie een vijand is, enigszins vloeiend was. Iemand kon dus de ene dag een vijand zijn, en de volgende dag al geen vijand meer. Zelfs in de kampen konden de gevangenen stijgen op de ladder en bewaker worden en zo op een bepaalde manier weer deel gaan uitmaken van het systeem. Dat was niet zo voor de joden in het nazisysteem. Als je daar als jood was bestempeld, was er geen hoop meer voor je. Je was ten dode opgeschreven. Van dat fenomeen ken ik geen gelijke in de sovjetkampen.

Hoeveel mensen hebben in de goelag het leven verloren?

APPLEBAUM: Dat is een moeilijke kwestie – een deel van mijn boek gaat over die aantallen. Wat het aantal mensen betreft dat door de sovjetkampen is gegaan, dat kan worden geverifieerd: het zijn er achttien miljoen geweest. Wat het aantal doden betreft, dat is veel moeilijker met enige zekerheid vast te stellen, om tal van redenen. Onder kampbestuurders werd het bijvoorbeeld als een slecht punt beschouwd om te veel van je gevangenen te zien overlijden. Dus was het algemeen gebruik om gevangenen die doodziek waren vrij te laten, zodat ze in elk geval niet in het kamp zouden sterven. Als je uitgaat van archiefmateriaal, dat onvolledig is, kom je uit op een getal van twee à drie miljoen. Maar het reële aantal doden zou een stuk hoger kunnen liggen.

Als je het aantal slachtoffers van het sovjetsysteem überhaupt wilt weten, dan sta je nog voor veel grotere moeilijkheden. Dan heb je het ook over de mensen die vermoord werden nog vóór ze in een kamp terechtkwamen, de mensen die stierven in de gevangenis, of op weg naar de gevangenis, de mensen die omkwamen tijdens de verschillende massale hongersnoden, de mensen die willekeurig over de kling gejaagd werden tijdens de burgeroorlog. En dan beland je ook bij een nog heel andere orde van grootte. Ik zou niet weten hoeveel precies, maar ergens tussen de tien en de twintig miljoen doden is vermoedelijk wel juist.

Ook na Stalin bleven de kampen bestaan, sommige tot in de jaren ’80 toe. Het laatste werd pas begin jaren ’90 door Michaïl Gorbatsjov gesloten. Maar waren dat nog echte concentratiekampen?

APPLEBAUM: De kampen die tot in de jaren ’70 en ’80 bleven bestaan, kwamen dichter in de buurt van politieke gevangenissen, zoals je die bijvoorbeeld ook in Zuid-Afrika had. De mensen die erin zaten waren zich voor het merendeel bewust van het feit dat ze dingen hadden gedaan waardoor ze in de gevangenis konden terechtkomen. In sommige gevallen waren die overigens erger dan de kampen uit Stalins tijd: gevangenen die als zeer gevaarlijk golden, werden in totale isolatie gehouden, mochten met niemand praten en kregen zwaar werk.

Maar na Stalin hielden de kampen wel op een belangrijk onderdeel van de economie te zijn. Toen Beria aan het hoofd kwam van de geheime politie, na de zuiveringen, was zijn doel de kampen hun economische belang terug te geven. Maar tegen de tijd dat Stalin stierf, wist hij heel goed dat de kampen inefficiënt waren. Er waren in de vroege jaren ’50 rapporten gemaakt die dat duidelijk aantoonden. Vandaar vermoedelijk dat Beria ook een paar goede dingen deed en een einde maakte aan het systeem.

Er is tot op de huidige dag geen nationaal monument of museum voor de slachtoffers van de kampen in Rusland. Hoe belangrijk is het dat er toch nog een gedenkteken wordt opgericht?

APPLEBAUM: Dat is cruciaal. Ik hoop dat de Russen ooit een ruimer en dieper nationaal debat over de kwestie zullen voeren, de archieven openen en een museum bouwen. Het uitblijven daarvan verklaart een aantal problemen van het huidige Rusland. De Russen begrijpen nog steeds niet ten volle wat er met hen gebeurd is, hoe ze beland zijn op het punt waar ze zich nu bevinden. Bovendien zijn er nog steeds heel wat uitlopers van het verleden. Het Russische strafrechtelijk systeem is bijvoorbeeld nog altijd uiterst primitief, in vele opzichten onrechtvaardig, en corrupt. Dat daar niet méér mensen tegen protesteren, heeft zeker te maken met het feit dat er geen lessen worden getrokken uit het verleden.

U verwijt het Westen dat het te weinig heeft gedaan na de instorting van de Sovjet-Unie om ‘Rusland weer aansluiting te doen vinden bij de westerse beschaving’. Heeft het land dan ooit werkelijk van die beschaving deel uitgemaakt?

APPLEBAUM: Het is moeilijk de geschiedenis te herschrijven in termen van ‘Wat zou er gebeurd zijn als toen niet zus en wel zo’. Maar aan het begin van de twintigste eeuw had Rusland beslist een klasse van vrijdenkende intellectuelen. Er was grote openheid tegenover het Westen. Het strijdpunt van de eerste Russische revolutie, hoezeer mislukt ook, was het opzetten van een modern grondwettelijk systeem, misschien een constitutionele monarchie, een liberale democratie. Er waren zeker voldoende mensen in Rusland die zo’n hervorming in 1917 hadden willen en kunnen verwezenlijken. De bolsjewisten hebben hun slag thuis gehaald. Maar er was niets onontkoombaars aan dat Rusland communistisch zou worden.

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content