De Israëlische premier Ariel Sharon wél ontvangen en hem meedelen wat het parlement voelt. Dat is wat kamervoorzitter Herman De Croo op 6 juni zal doen.

JA

Herman De Croo

‘Ik ben nu twee jaar kamervoorzitter en heb zowat 150 eerste ministers, staatshoofden, ambassadeurs, delegatieleiders en parlementsvoorzitters ontvangen. Voor een kort bezoek aan de Belgische parlementaire democratie komen zij automatisch bij mij terecht, omdat de Kamer, honni soit qui mal y pense, nu eenmaal de belangrijkste instelling is.

Zo heb ik onlangs nog de vice-voorzitter van het Chinese parlement ontvangen en binnenkort komt de Iraanse vice-premier op bezoek.

Op 14 mei ontving ik een brief van de Israëlische ambassadeur met de vraag of ik de heer Sharon voor een audiëntie kon ontvangen. We hebben dan een afspraak gemaakt voor 6 juni, om 15 uur. Zoals gebruikelijk is daarover gesproken op de wekelijkse bijeenkomst van de fractieleiders met de kamervoorzitter.

Door sommigen werd dan geopperd dat ook de Palestijnse leider Yasser Arafat moest worden uitgenodigd. Na verdere gesprekken met de fractieleiders heb ik beslist de knoop door te hakken om een einde te maken aan de discussie. Wie mag er nog komen? Als een delegatie uit de ex-Sovjetunie op bezoek komt, moet ik die dan laten screenen om na te gaan of ze wel zuiver op de graat is?

Als een land waarmee België diplomatieke banden heeft, een onderhoud wil met het parlement, dan is het mijn taak en plicht om binnen de agendamogelijkheden een voorstel te doen.

De meerderheid van de parlementsleden blijkt het daarmee eens te zijn en de fractieleiders gingen ermee akkoord dat ik Sharon zou ontvangen. Zelfs binnen één politieke familie trok niet iedereen aan hetzelfde zeel. Maar velen stelden dat België in het licht van het Europese voorzitterschap Sharon moest ontvangen.

Ik zal Sharon dus, zoals gepland en volgens de gewone procedure, in mijn residentie ontvangen. Er is nooit gezegd dat dit in een plenaire zitting van het parlement zou gebeuren, dat is ook niet gebruikelijk. Ik heb alle fractieleiders uitgenodigd en gevraagd dat ze me zouden laten weten of ze komen. SP-fractieleider Dirk Van der Maelen heeft me al laten weten dat hij niet komt. Ik aanvaard dat.

Ik zal Sharon ook zeggen wat ik voel. Eind december heeft het parlement een resolutie goedgekeurd waarin het stelt dat Israël overdreven veel geweld tegen de Palestijnen gebruikt. Die resolutie geldt nog steeds en ik zal ons standpunt aan Sharon meedelen.

Stel dat Arafat binnenkort naar Brussel komt. Dan moet ik hem ook voor een gesloten deur laten staan, als ik dat nu met Sharon doe.

De kamervoorzitter luistert maar beslist zelf naar eer en geweten.’

NEE

Dirk Van der Maelen

Volgens Dirk Van der Maelen, fractievoorzitter van de SP in de Kamer, moet het parlement een duidelijk signaal geven en de Israëlische premier niet ontvangen.

‘Ik stel vast dat zowat de hele wereld het optreden van de regering van Ariel Sharon afkeurt. Zelfs de Verenigde Staten laten kritische geluiden horen. Het zijn dus heus niet alleen Arabische landen die hem op de korrel nemen. Velen vrezen dat de militaire aanpak tot een ontploffing in het Midden-Oosten zou kunnen leiden.

Zelf heb ik nooit veel vertrouwen gehad in Sharon, en het laatste greintje ben ik nu ook kwijt. Als je terugkijkt op de laatste dertig jaar in Israël en het Midden-Oosten, dan merk je dat Sharon aan geen enkele stap in de richting van vrede zijn goedkeuring heeft gegeven. Hij was tegen de Camp-Davidakkoorden (vrede met Egypte) en tegen de eerste gedeeltelijke terugtrekking uit Libanon. Alleen bij de vrede met Jordanië heeft hij zich onthouden in het parlement. Maar hij was ook tegen het Madrid- en Osloproces, tegen de volledige terugtrekking uit Libanon, tegen het Hebronakkoord. Ik was bijgevolg al bijzonder sceptisch toen hij aan de macht kwam.

De laatste weken worden de Israëlische nederzettingen in een versneld tempo uitgebouwd. Sharon verhoogt de defensiebegroting. De toestand escaleert: het Israëlische leger gebruikt bulldozers tegen huizen van gewone mensen. Helikopters, tanks en recent zelfs F-16’s worden ingezet om in het hart van de steden Palestijnse politiecommissariaten te treffen. Dat is voor mij méér dan een stap te ver.

Ook de manier waarop hij inpikt op het rapport van de Amerikaanse ex-senator George Mitchell tart elke verbeelding. Sharon is een serieuze hinderpaal op weg naar de vrede. Dat is mijn analyse van de situatie nu.

Hoe moeten we daar nu gepast op reageren? Ik wil hierbij een duidelijk onderscheid maken tussen wat de regering kan doen en wat het parlement kan ondernemen. Ik begrijp perfect dat, op de drempel van het Europese voorzitterschap, de eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken er goed aan doen om met de man te gaan praten. Ze kunnen niet anders, want alleen de vijftien lidstaten samen kunnen eensgezind beslissen dat ze niet met Sharon willen praten.

Maar als parlement zijn we geen diplomaten, we hebben meer onze handen vrij en moeten dan ook een krachtig en nuttig signaal geven aan Tel Aviv. Veel machtige politici hebben zonder enig gevolg met hem gepraat, en Sharon niet ontvangen is dan ook het duidelijkste signaal dat het parlement kan geven. De Israëlische regering moet het over een andere boeg gooien en politieke onderhandelingen laten primeren op wapengekletter.’

Opgetekend door Eric Adams

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content