Er zijn nieuwe boekhoudkundige normen.

Vanaf het boekjaar 2005 moeten alle beursgenoteerde ondernemingen in de Europese Unie hun geconsolideerde jaarrekening neerleggen volgens het referentiekader en de normen van de IAS/IFRS (International Accounting Standards/ International Financial Reporting Standards). Geert Lenaerts, algemeen directeur van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF), legt uit wat de impact daarvan is op de bedrijfsvoering.

Geert Lenaerts: ‘Er worden andere standaarden gehanteerd, bijvoorbeeld inzake de waarderingsregels. Dat kan de boekhouding een ander ‘uitzicht’ geven dan wat in de huidige Belgische wetgeving wordt toegepast. Het probleem is dat de boekhouding sowieso nog conform de Belgische normen wordt opgesteld, omdat de Belgische belasting- en boekhoudwetgeving met elkaar verweven zijn. Op termijn kan het Belgisch referentiekader (geleidelijk) evolueren naar een IFRS-standaard, ofwel zal men met twee boekhoudingen moeten werken: één economische (IFRS) en één met fiscale implicaties (overeenkomstig het Belgische boekhoudrecht). De operatie moet uiteraard fiscaal neutraal zijn voor de ondernemingen.’

Waarom deze verandering?

GEERT LENAERTS: Zo kun je de vergelijkbaarheid van vennootschappen die een publiek beroep doen op het spaarwezen, vergroten.

Heeft deze ingreep financiële gevolgen voor de bedrijven?

LENAERTS: De boekhouders moeten vertrouwd zijn met de IAS-regels. Als BIBF hebben wij in dat verband al opleidingen georganiseerd. De balansen zullen er anders uitzien. Omwille van fiscale redenen zullen vennootschappen die Belgische belastingen moeten betalen, sowieso nog een jaarrekening moeten opmaken naar Belgisch recht.

Wat betekent een en ander voor uw vak?

LENAERTS: Onze leden, die dergelijke ondernemingen als cliënteel hebben, zullen de – complexe – IAS/IFRS-normen moeten hanteren en dat vergt enig studiewerk. Op termijn zullen die normen waarschijnlijk voor een ruimer aantal ondernemingen gelden en zal ons Belgisch recht wel in die richting evolueren.

Bevindt er zich onder de klanten echter een dochteronderneming waarvan de moeder moet rapporteren in IAS/IFRS, dan ondervindt de boekhouder een directe impact. De dochter zal dan immers aan de hoofdzetel de jaarrekening moeten overmaken in IFRS. De moeilijkheid daarbij zal bestaan in de omzetting van de Belgische jaarrekening naar een IFRS-jaarrekening, zeker gezien de Belgische en de IFRS-norm een andere oorsprong kennen en niet noodzakelijk zomaar getransponeerd kunnen worden. Zeker in de beginfase zullen de interpretatieproblemen dan ook niet van de lucht zijn.

Samengesteld door Marcel Schoeters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content