Loonlastenverlaging, werkloosheidsvallen? Het is stof voor een moeilijker quiz, na de verkiezingen. Voor de preselectie moet je alleen kunnen rekenen en entertainen.

Weet u nog altijd niet hoe die tweede regering-Dehaene er is kunnen komen? Wel, ’t is simpel. ’t Is door Johan Vande Lanotte! De SP zette in 1995 haar West-Vlaamse joker twee keer in: als trekker voor de Kamer en als duwer voor het Vlaams Parlement. Twee keer prijs! Misschien niet proper, wel slim. Het beetje dat de VLD tekortkwam, had de SP op overschot.

Als Aimé Desimpel er vandaag aan terugdenkt, schudt hij opnieuw met spijt zijn massieve kop heen en weer. De VLD wilde zich in 1995 niet lenen voor dat soort “truken van de foor”. De huisregels van de twee jaar jonge “partij van de burger” blonken nog van nieuwigheid, en de liberalen geloofden nog evenveel in de wijsheid van de burger-kiezer als in peilingen. Rijk of niet rijk, ook Desimpel had zich te houden aan de regel: één plaats per kandidaat. Zelfs de Groenen weten vandaag al beter.

Verkiezingen, dat moet je leren.

Omdat het daar in de Westhoek tussen Vande Lanotte en de rest zal gaan, worden Desimpel en judocoach Jean-Marie De Decker nu ook voor dubbel gebruik ingezet. Alle koppen in de VLD-Bar Eekhoorn van Kortemark knikken en schudden met Desimpel mee. Het is ongetwijfeld de belangrijkste bestuursvergadering van het jaar. Meneer Aimé is een van die “verruimers” die zijn entree in de plaatselijke blauwe kring niet gemist heeft. Sinds Aimé er is, wordt er niet meer op de achterkant van bierkaartjes gerekend.

“Wat ik zeg, is allemaal wetenschappelijk bewezen”, zegt Aimé, “door meneer Slangen. Over het partijprogramma ga ik het vanavond niet hebben. Daarover leest ge al genoeg in de media. Dit is een werkvergadering.” Bewezen is dat mond-tot-mondreclame de beste reclame is. Dat de prijskamp tijdens de laatste dagen wordt beslist. Dat vensteraffiches krullen als ge ze op een houten plakkaat plakt. Dat Aimé 68 procent naambekendheid heeft van Wenduine tot Wervik en van Oostende tot Jonkershove. En die “(doodskop) (bliksemschicht)” Vande Lanotte 90 procent! Negentig!

“Zodus, dat is 22 procent dat ik in te halen heb. Als we dat goed bestuderen, en ik hèb dat goed bestudeerd, is dat te doen. Maar we zullen er veel moeten voor rondlopen. Ge weet dat we niet meer zoveel geld mogen uitgeven als vroeger. Een brief kunt ge niet meer per post versturen. Ik kan mij geen postzegel van 17 frank meer permitteren. Wat gaan we dan wel doen? Borden op goed gekozen plaatsen zetten, op privé-terrein. En ik wil drieduizend peters en meters die in hun omgeving gaan vragen om op mij te stemmen. Dat heeft meer effect dan als ik het zelf doe.”

En dan de kers op de cake. De stevig dichtgeplakte doos die daar al zo lang intrigerend staat te wachten, wordt geopend. Aimé deelt zijn foto’s uit. “Kiezen voor verandering is (De) simpel (Aimé)”.

De doos is open, de vergadering gesloten.

“Ge staat er schoon op, Aimé.”

“Geeft er mij maar duuzd, Aimé.”

“Jamaar Kamiel, niet allemaal op ene dag en één plek uitdelen hé!”

Je ziet Aimé twijfelen of iedereen zijn wetenschappelijk verantwoord exposé wel zo goed begrepen heeft.

***

Niets is nochtans zo simpel als verkiezingen. Het is erop of eronder. En rekenen kan het kleinste kind. Bij de SP weten ze dat ze alle vierentwintig uren van elke dag tot 13 juni nodig hebben om de verhoopte 900.000 stemmen te halen. Rekenend op een wonderbaarlijke vermenigvuldiging van het cijfer (13,4 procent) van de Knack-peiling. Niet dat ze daarop hebben zitten wachten. Eind vorig jaar al kwam Vande Lanotte op een gelijkaardig rood cijfer uit in een peiling voor eigen gebruik. Sinds die dag mogen zijn medewerkers enkel nog praten over arbeidsduurverkorting, en alleen met kiezers. In 1995 waren Vande Lanotte en Frank Vandenbroucke de enige SP’ers die systematisch huisbezoeken deden. Die inzet is nu “verzevenvoudigd”. Vandenbroucke zelf heeft het ons voorgerekend.

Ook Guy Verhofstadt pompt er elke avond te lande cijfers in, heel andere dan die van Rik Daems: “In 1995 hadden we een paar duizend stemmen te kort. Het was een fotofinish, de dikte van een fietsband.” Hij toont daarbij weer datzelfde vingerkootje waarmee hij ooit eens demonstreerde wat hij wou veranderen: “Al was het maar dàt, ik zou al gelukkig zijn.”

In een regering geraken was daar toen in zijn gedachten nog een middel voor, geen doel. Wat Verhofstadt zag veranderen in de wereld en in eigen land, zagen de anderen ook, maar niet allemaal even rap. U kent het refrein: globalisering van de economie, diversifiëring van de arbeid, technologisering. En de politiek heeft geen tien verschillende manieren om het land, en dus het beleid, daaraan aan te passen. Die veranderingen waren en zijn ook zo globaal dat een verstandige christen-democraat, een socialist, een liberaal – en zelfs een occasionele groene – daar geen fundamenteel verschillende analyses meer kùnnen van maken. Het centrum wordt groter, het extremisme extremer en wereldvreemder.

De antwoorden kunnen verschillen, maar het valt allemaal min of meer binnen dezelfde marges. Loonlastenverlaging, hervorming van de sociale zekerheid, andersoortige jobs, de invulling van de niet-arbeidstijd. Vul zelf maar aan. Dat is de ware inzet van de verkiezingen omdat het land daar straks mee verder moet. Daarvoor zijn Daems’ cijfers, en die van alle andere politieke studiediensten, eigenlijk belangrijker dan de procentjes van 13 juni.

Premier Dehaene schat dat zo’n driekwart van de bevolking niet mee is met de nieuwe tijd. Dat zal dus ook wel opgaan voor het electoraat van elke partij. Het cijfer zal iets lager liggen voor de militanten en de mandatarissen. Voor die laatste groep is het vraagstuk dat politici tot 13 juni hoofdbrekens bezorgt, simpel: het is stemmen winnen of verliezen, duizend meer of minder. Omgekeerd zijn de vraagstukken na 13 juni voor de kiezers Chinees en voor de politici perfect beheersbaar. Zelfs die fameuze lastenverlaging. Of het nu 150, 180 of 200 miljard wordt, en vanwaar dat geld precies moet komen, daar raken professionele politici binnen een half jaar uit. Wedden?

De echte quiz is voor de bollebozen – ze heten Dehaene, Vandenbroucke of Verhofstadt -, maar eigenlijk niet zo moeilijk.

***

“Vertelt u ons eens, meneer Verhofstadt, waar gaat u het liefst met vakantie?”

Méér, veel meer dan een kwart van het VLD-publiek in feestzaal Belfort in Poperinge had vorige week zichtbaar moeite om niet te scanderen: “Toscane!” Eindelijk. Eén vraag, één antwoord.

Het is bij de CVP niet anders. Het publiek luistert beleefd als Jean-Luc Dehaene en Luc Van den Brande – jaja, zij aan zij – peroreren over “de overgang van de industriële maatschappij naar de informatiemaatschappij”, “voor een stuk al naar de toekomst toe”, maar de avond wordt pas mooi als de Radio 2-presentator van dienst hen een open doelkans geeft om het over foetbal en asperges te hebben. En nogal wat socialistische kiezers kennen Tina Tobback beter dan Hans Bonte, laat staan dat ze kunnen navertellen wat die man te vertellen heeft over werkloosheidsvallen.

Is daar iets mis mee? Nee, natuurlijk niet. Maar het zegt wel iets over de kenniskloof. Het gros van de socialistische politici heeft een totaal ander beeld van hedendaagse “jobs” dan de militant of de kiezer. En die kiezer denkt bij een “hogere activiteitsgraad” wellicht eerder aan meer jobs en centen hic et nunc dan aan langer wachten op zijn pensioen. Evenmin zou het ons verwonderen als we een half jaar nadat de liberalen in de regering zitten, een VLD-kiezer aan de toog horen zeggen: “Awel, 200 miljard minder belastingen. Hebt gij daar al iets van gemerkt in uw portemonnee?”

Politici beloven vandaag minder onrealistische zaken dan vroeger, maar de kiezer verwacht nog altijd op de oude manier bedrogen te worden.

***

Diest, 1 mei. Reddy De Mey vindt navolging in socialistische rangen. Twee pekineesjes taxeren keffend het volk op de koer van het volkshuis. De eigenares houdt met haar ene hand de mormels in bedwang, met de andere een doos met rode roosjes in evenwicht. Tachtig frank het stuk alstublieft. “Ligt uw blommeke er ook tussen?” “Och zwijgt, dat is al lang geplukt.” Elk jaar hetzelfde liedje, dezelfde weemoed.

Maar deze keer hebben ze in Diest eindelijk weer een spreker die op 2 mei ook nog eens langs zal komen om de troepen te mobiliseren. Geen blitzbezoek van Tobback of René Swinnen, want Frank is terug. Iedereen kent er Vandenbroucke nog, maar Frank zelf moet soms diep in zijn geheugen tasten als hij sommige gezichten na twee jaar terugziet.

Ook Frank weet hoe de wereld in elkaar zit. Hoe arbeid verandert, kapitaal vlot. En zoveel meer dat wij niet weten. Maar tot 13 juni telt ook voor hem even iets anders. De ontgoocheling in het arrondissement was groot toen bleek dat hij niet de lijst van de Kamer zou trekken, maar de Europese. En toch zijn ze tevreden in de volkshuizen van Tielt tot Diest. Sinds hij uit Oxford terug is, hoeft er ook hier niet meer op bierkaartjes gekrabbeld te worden.

“Wij zijn content. Frank kan organiseren.”

En rekenen. Zowel voor de preselectie als voor de echte quiz na 13 juni.

***

Ja, verkiezingen zijn simpel. Je moet goed kunnen tellen. De secretaris-penningmeester van de VLD in Kortemark, Luc Willaert, had dienaangaande nog een belangwekkende mededeling op de bestuursvergadering. “Belangrijk, héél belangrijk is dat we getuigen hebben voor de telbureaus op zondag 13 juni. Ge weet hoe dat gaat. Een stembrief is gauw mislegd.”

Faites vos jeux. En let op de kleintjes.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content