‘Als Patrick Janssens (SP.A) burgemeester wordt, stap ik op als gemeenteraadslid.’ Dat zei Christian Leysen (VLD) nog voor het einde van de patstelling op het ‘Schoon Verdiep’. Nu Janssens zijn partijgenote Leona Detiège zal opvolgen, voegt Leysen de daad bij het woord.

Uw oekaze is een kamikaze geworden.

CHRISTIAN LEYSEN: Nee. Na meer dan 50 jaar socialistisch bewind waren er twee opties. Ofwel werd gekozen voor een marginale versterking van de bestuursploeg met een aantal leden van het zogeheten schaduwcollege, met name Patrick Janssens (SP.A), Robert Voorhamme (SP.A) en Ludo Van Campenhout (VLD). Ofwel werd gestreefd naar een echte trendbreuk met nieuwe, onbesproken mensen die het voortouw zouden nemen om Antwerpen uit het slop te halen. Het eerste alternatief is uit de bus gekomen en dus neem ik ontslag.

Ook VLD-voorzitter Karel De Gucht heeft u niet kunnen overtuigen om gemeenteraadslid te blijven?

LEYSEN: Veel mensen hebben me gevraagd geen ontslag te nemen. Ik zal in een open brief aan mijn 3500 kiezers in Antwerpen uitleggen waarom ik het toch doe.

Na de verkiezingen van 2000 was u een gedoodverfd kandidaat om schepen te worden, maar de Antwerpse VLD besliste daar anders over. Uw ontslag heeft niets te maken met het feit dat u weer naast een schepenambt zou grijpen?

LEYSEN: Ik ben niet ‘de man van Brussel’ en evenmin de man van de VLD-afdeling in Merksem. Mijn politieke inzet was gericht op Antwerpen, niet meer en niet minder.

U hebt respect voor Janssens maar u vindt hem geen geloofwaardig burgemeester. Hij beschouwt dat als een persoonlijke belediging.

LEYSEN: Dan begrijpt hij me verkeerd. Ik twijfel niet aan zijn communicatieve vaardigheden, maar ik ben niet overtuigd van zijn daadkracht. Hij heeft in 2000 de nieuwe bestuursploeg mee samengesteld, maar hij is zelf aan de kant blijven staan. Twee jaar later is Antwerpen alleen maar dieper in de crisis weggezakt.

Hij is in die periode ook voorzitter van Telepolis geweest, terwijl hij pas na een interpellatie van mij beslist heeft om een nutteloos adviesorgaan waarvoor onder meer ex-stadssecretaris Fred Nolf een vergoeding ontving, af te schaffen. Dat is alleszins geen sterk verhaal van witte ridder Patrick Janssens. Integendeel, ik vind dat kras.

U kunt toch niet alleen hem met de vinger wijzen. De VLD maakt al acht jaar deel uit van de meerderheid in Antwerpen. Uw partij heeft blijkbaar ook niet goed geluisterd naar uw kritische analyse van de stadsambtenarij.

LEYSEN: Ik heb destijds in Knack gezegd: ‘De inertie is koning.’ Daarbij heb ik gepleit voor transparantie, controle, responsabilisering en – het meest van al – voor moedige beslissingen. Ik wil de VLD en ook mezelf niet vrijpleiten van kritiek. We hadden harder moeten doordrukken, want nu hebben we twee jaar verloren.

Is ook het probleem niet dat er in de Antwerpse VLD evenveel meningen als liberale schepenen en raadsleden zijn?

LEYSEN: In elke organisatie moeten er discussies zijn, dus ook in een partij. Maar op een bepaald moment zijn er gemeenschappelijke besluiten nodig en dat is een probleem voor de Antwerpse VLD’ers. Het gaat dan niet op om altijd weer te speculeren op een Calimero-effect en te zeggen dat de boosdoeners in Brussel zitten.

Als men niet wil inzien dat men zelf verantwoordelijk is voor de penibele toestand van de stadsfinanciën en voor het falen van de stadsambtenarij, dan is er geen echte oplossing mogelijk.

Volgens Janssens beschikt het nieuwe college over stevige troeven. ‘Er komen nieuwe mensen aan de top van de administratie en het nieuwe bestuursakkoord is een garantie om niet te vervallen in de fouten van het verleden’, zegt hij.

LEYSEN: Een aantal elementen klinkt me bijzonder bekend in de oren. Sommige aspecten zijn opgevist uit het bestuursakkoord van 2000. Andere ideeën werden al veel eerder gelanceerd door ons studiecentrum Antwerpen over Morgen. Ze waren ook terug te vinden in de formateursnota van Hugo Coveliers (VLD), maar ze zijn helaas weer afgezwakt.

En wat veel erger is: in dat nieuwe akkoord ontbreken drie essentiële punten. Ten eerste is men veel te vaag over het uitbouwen van een performante en moderne stadsadministratie. In enkele maanden tijd kan een crisismanager daar niet in slagen. Ten tweede wordt er niets gezegd over de financiële toestand van de stad. Antwerpen heeft een schuldenlast van 1,6 miljard euro, waarvan 200 miljoen euro in de laatste zes jaar tot stand is gekomen door de OCMW-ziekenhuizen. De stad weet evenmin hoe ze een pensioenlast van 2,4 miljard euro zal financieren. Ten derde is men vergeten dat een aantal economische sectoren die essentieel voor Antwerpen zijn, kampen met een slabakkende dynamiek. De concurrentie van Vlissingen doet de Antwerpse haven geen goed. De diamantsector heeft problemen en de chemiebedrijven krijgen te maken met de Kyoto-normen.

Zou het daarom niet beter zijn dat u Janssens en zijn nieuwe bestuursploeg steunt? Misschien helpt dat Antwerpen meer vooruit dan al die kritiek?

LEYSEN: Na de verkiezingen van 2000 heeft de coalitie krediet gekregen. Ze heeft dat verspeeld. Ik hoor nu overal: Antwerpen moet worden bestuurd. Ik zeg: Antwerpen moet goed worden bestuurd.

Ik vrees vooral dat in de komende periode de klemtoon zal liggen op de beeldvorming en niet op de inhoud van het beleid en op de daadkracht. Maar ik hoop van harte voor Antwerpen dat ik geen gelijk zal krijgen.

U leidt de rederij Ahlers. Dat is een privéonderneming. Hebt u de regels van het politieke bedrijf niet onderschat?

LEYSEN: Geenszins. Dat heb ik bewezen als voorzitter van de Antwerpse Waterwerken. Dat bedrijf wordt bestuurd door politici en ook de vakbonden spreken er een hartig woordje mee. Toch zijn we erin geslaagd om moedige beslissingen te nemen, ook als die ons niet altijd in dank zijn afgenomen. Uit het jongste jaarverslag en uit de rekeningen blijkt dat het bedrijf weer gezond is, winst maakt én zijn sociale verplichtingen nakomt. Maar ja, dat kan beter worden gerealiseerd in de luwte dan met veel profileringsdrang omdat het binnenkort verkiezingen zijn.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content