Patrick Martens

De politieke crisis over de levering van machinegeweren aan Nepal heeft de samenhang van de regering-Verhofstadt zwaar op de proef gesteld. Het eeuwige optimisme van de eerste minister alleen zal niet volstaan om de paars-groene coalitie bijeen te houden.

Premier Guy Verhofstadt (VLD) was vorige zaterdag weer helemaal zichzelf. Nauwelijks had in de Kamer de vertrouwensstemming na het bijzondere debat over de levering van 5500 Minimi-mitrailleurs door FN Herstal aan Nepal plaatsgevonden, of hij deelde in het peristilium van het Huis van de Parlementsleden blij en monter aan de verzamelde pers mee dat de regering zich nu weer kan concentreren op ‘de zaken die de mensen écht bezighouden’.

De uitslag van de stemming – uitzonderlijk bij naamafroeping, omdat de Kamer vanwege verbouwingswerken in het halfrond moest vergaderen in de Congreszaal, die niet is uitgerust met een stemmingsmachine – leverde geen verrassingen meer op. De zes partijen van de paars-groene coalitie hadden vooraf voldoende uitgelegd dat de rel rond de wapenhandel met Nepal voor hen geen Belgische regeringscrisis waard was. Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) noteerde zodoende 87 ja-stemmen van de meerderheid en 38 stemmen tegen van de oppositie.

Verhofstadt wekte na afloop minstens de indruk dat het gebakkelei over de levering van wapens aan de Himalaya-staat, waar de regering verwikkeld is in een harde strijd met maoïstische rebellen, vooral een ver-van-mijn-bed-show was geweest. En die had voor de premier lang genoeg geduurd. Paars-groen heeft tot aan de verkiezingen volgend jaar nog amper negen maanden te gaan en er ligt volgens hem nog heel veel werk op de plank. Maar het is zeer de vraag of Verhofstadt de coalitiediscipline op die manier kan herstellen en zijn regering zo eenvoudig weer tot ‘de orde van de dag’ brengt.

Het is in ieder geval niet moeilijk om nu al te voorspellen dat de omstreden wapenexport naar Nepal geen afgesloten hoofdstuk is. Daar zullen in de eerste plaats de partijen van de oppositie voor zorgen. Die hebben bloed geroken en blijven zoeken naar de zwakke plekken in dit dubieuze dossier om hun kritiek over de onwettelijkheid van de uitvoerlicentie kracht bij te zetten. Volgens de oppositie schendt de vergunning artikel 4 van de Belgische wapenwet van 1991. Dat artikel verbiedt de export van wapens naar een land in burgeroorlog of een land waar interne spanningen bestaan die kunnen leiden tot een gewapend conflict. Die omschrijvingen zijn volgens de oppositie van toepassing op Nepal. Internationale rapporten van onder meer Amnesty International en van de Belgische topdiplomaat Jan Hollants Van Loocke voor de Europese Commissie moeten hun gelijk staven.

Fractievoorzitter Frieda Brepoels van de N-VA bereidt – in overleg met de juridische raadgevers van Pax Christi, het Forum voor Vredesactie en het IJzerbedevaartcomité – een eigen verzoek bij de Raad van State voor om in kort geding de licentie te schorsen. CD&V’er Pieter De Crem speurt volop naar bijkomende informatie over de middelen waarmee Nepal de rekening voor de 5500 Minimi’s aan FN Herstal zal betalen. Daar komt mogelijk deze week de ook al aangevochten beslissing bij van de Delcrederedienst om de financiële risico’s van de Waalse wapenfabrikant te dekken.

Een ander aanslepend discussiepunt is de toepassing van de Europese gedragscode van 1998 of concreter: de vraag of – en zo ja – wanneer en hoe minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel (MR) informatie heeft uitgewisseld met Duitsland, waar de Bundessicherheitsrat in maart van dit jaar aan het bedrijf Heckler & Koch een licentie heeft geweigerd voor de uitvoer van 65.000 machinegeweren naar Nepal.

Na de Nepal-crisis zullen de ontwikkelingen in dat land trouwens sowieso de aandacht blijven opeisen van politici en media. Nepal zal in de gaten worden gehouden. Op 13 november vinden er verkiezingen plaats. Michel bevestigde intussen dat een kleine staf van diplomaten en militaire en politie-experts naar Kathmandu wordt gestuurd om het verloop van de campagne en de stembusslag in ‘de prille democratie’ Nepal op te volgen. Hun verslag haalt ongetwijfeld de politieke agenda als FN Herstal begin december niet achterop is geraakt met zijn productieschema en de eerste lading machinegeweren klaar is voor verzending. Is het rapport van de experts niet overtuigend genoeg of negatief, dan kan Michel nieuwe druk van binnen en buiten de politiek verwachten om de levering te schorsen of te annuleren.

PARTIJDEMOCRATIE

Ook de groenen van Agalev zullen Michel daarbij extra op de vingers kijken. Hun nieuwe minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu Jef Tavernier was daar in het weekend helder over. ‘Ze hebben ons liggen gehad’, zei hij openhartig in het VRT-programma De Zevende Dag. Om een herhaling te vermijden, wil Tavernier in de regering en in het kernkabinet samenwerken, ook met Michel, maar dan niet zonder ‘duidelijke afspraken’. En dat zal ook nodig zijn, want de Franstalige liberale vice-premier is van plan om ‘in de gevoelige periode in de aanloop naar de verkiezingen meer delicate wapendossiers op het kernkabinet te brengen’.

De strakkere houding van Agalev verbaast niet. De partij maakte in het Nepal-dossier geen goede beurt en ze weet dat. Een harde klap was de beslissing van boegbeeld Magda Aelvoet om ontslag te nemen als minister. Ze zat al voor het politieke zomerreces op haar tandvlees door een overladen agenda, met onder meer ook een nieuwe wet over de patiëntenrechten. De kwestie Nepal brak na haar terugkeer uit vakantie al snel het laatste stukje veerkracht.

Aelvoet worstelde met haar geheugen over een aantal cruciale momenten tijdens de bijeenkomsten van het kernkabinet op 11 én 18 juli (naast de vergunning voor Nepal, passeerden daar toen ook exportlicenties voor India en Pakistan). Andere topministers meenden in de aanzwellende berichtenstroom een handje te moeten toesteken door meestal off the record uitleg te geven over haar optreden. ‘Magda was wel degelijk aanwezig bij de beslissing en ze heeft vragen over Nepal gesteld, maar ze heeft de vergunning ook mee goedgekeurd.’

Dat verhoogde de druk alleen maar. Het wakkerde tegelijkertijd de kritiek van de groene achterban aan. Op het zogeheten zomerweekend van Agalev in Nieuwpoort kon Aelvoet het onbegrip van veel partijleden niet wegnemen. Maandagavond 26 augustus was de emmer vol. Om de trappers niet helemaal te verliezen, stapte ze uit ‘het dilemma’ van een beslissing die ze mee had genomen maar niet langer kon of wou steunen.

Het verschil met de SP.A, die in deze wapenaffaire ook even onder vuur kwam te liggen, was opmerkelijk. Daar maakte de partijleiding korte metten met het voorzichtige weerwerk van kamerfractievoorzitter Dirk Van der Maelen en met andere dissidente stemmen. Die moesten vooral binnenskamers blijven. De SP.A-top had geen zin om minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (hij verving op 11 juli Johan Vande Lanotte in het kernkabinet) in de wind te zetten. ‘De wapenlevering aan Nepal gaat toch door’, klonk de realo-stelling van voorzitter Patrick Janssens.

Bij Agalev kon politiek secretaris Jos Geysels niet anders dan de veel riskantere weg van de interne partijdemocratie van de groenen te volgen. Geysels weet hoe belangrijk perceptie in de politiek is en dat in dit geval de lamentabele communicatie van Aelvoet niet meer eenvoudig kon worden rechtgezet door een betere communicatie over ‘een onverstandige beslissing’. Een deel van de militanten in het partijbestuur en de partijraad vond bovendien dat Agalev het pacifisme te veel geweld aandeed en moest breken met de coalitie.

Maar uiteindelijk beslisten die twee partijorganen onder het oog van de media haast unaniem over de vervanging van Aelvoet door Tavernier (Geysels en ook Vlaams minister Mieke Vogels waren de andere mogelijke kandidaten, maar zij wilden het liefst op hun huidige post blijven). Donderdagavond 29 augustus werd vervolgens ingestemd met de ‘preciseringen’ die Geysels in een langdurig telefonisch gesprek had gevraagd en gekregen van premier Verhofstadt, over diens verklaring eerder die dag tijdens het kamerdebat.

VERSTOORDE BALANS

Die ‘preciseringen’ zijn inmiddels door Geysels en door minister Tavernier gebombardeerd tot ‘feiten’ die er aan het begin van de tiendaagse crisis over de wapenlicentie voor Nepal niet waren en die de beslissing voor Agalev en haar achterban zodoende verteerbaarder moeten maken. Er is de intentie om de wapenwet van 1991 te wijzigen, door onder meer de Europese gedragscode erin op te nemen en de parlementaire controle te verbeteren. In Nepal zélf werd midden vorige week de noodtoestand opgeheven en Louis Michel stuurt ‘mensenrechtenwaarnemers’ naar het land. De levering van de Minimi-mitrailleurs ten slotte start pas in december, terwijl de Nepalese premier Sher Bahadur Deuba tijdens een kortstondig bezoek aan Brussel en de Europese instellingen op maandag 26 augustus enthousiast aan een delegatie van Belgische senatoren had verteld dat een eerste lading FN-machinegeweren nog vóór de verkiezingen in november in Nepal zou aankomen.

Of deze ‘feiten’ méér dan een magere troost zijn, moet later blijken. Agalev vergeet beter ook niet hoe ruw het politieke bedrijf kan zijn. Op het eigen crisistraject om zich enerzijds in de regering te handhaven en anderzijds de politieke schade te beperken, kreeg de partij bitter weinig steun van de coalitiepartners. Ook de Franstalige groene vrienden hielden zich behoorlijk gedeisd. Vice-premier Isabelle Durant (Ecolo) herinnerde zich dat ze op het kernkabinet van 11 juli terughoudend was geweest over de machinegeweren voor Nepal, maar ook dat ze had ingestemd. Hoewel ze zwaar onder druk was gezet door de Franstalige socialisten en liberalen wilde haar partij er daarom geen regeringszaak meer van maken. Dat Ecolo ook deel uitmaakt van de Waalse regering die de enige aandeelhouder van FN Herstal is, verklaart natuurlijk ook veel.

Die houding van Ecolo maakte de bewegingsruimte van Agalev in de Nepal-crisis alleszins nog kleiner. De twee groene partijen volgen in het paars-groene project zoals bekend de politieke lijn van ‘samen uit, samen thuis’. En juist tijdens het zomerweekend van Agalev werd dit in het vooruitzicht van de komende parlementsverkiezingen nog eens bevestigd.

Louis Michel, die in de hele heisa vorige week zelfs zijn deelname aan een informele Europese top met zijn collega’s van Buitenlandse Zaken over onder meer de Amerikaanse plannen tegen Irak afblies, houdt ondertussen vol dat hij met zijn optreden niemand, en dus ook de groenen niet, een lap om de oren heeft willen geven. ‘Ik ben misschien een goed strateeg, maar sluw of cynisch ben ik niet’, verklaarde hij de jongste dagen meermaals.

Daar zijn ze bij Agalev alvast niet langer van overtuigd. Het blijft daarbij overigens ook opvallen hoe weinig tegenwind Michel kreeg van andere coalitiepartijen, terwijl er toch minstens een paar vragen te stellen waren bij zijn aanpak. Volgens eigen zeggen meldde hij op het kernkabinet van 11 juli wel degelijk dat Duitsland in maart een denial had gestuurd en de exportvergunning van Heckler & Koch had geweigerd. Maar waarom vond hij het dan nodig om in de media eerst te zeggen dat Duitsland de wapenlevering aan Nepal wél had toegestaan, vervolgens te spreken over een ‘opschorting’ van die beslissing, om uiteindelijk de al in mei in Duitsland verschenen berichten over de geweigerde licentie alsnog te bevestigen? Waarom paste hij zijn interpretatiebevoegdheid wél toe om een negatief advies van zijn administratie aan de kant te schuiven, maar liet hij zich vervolgens door de hele regering indekken, terwijl hij de beslissing over de licentie voor Nepal volgens de wapenwet van 1991 ook alléén had kunnen nemen?

Premier Verhofstadt deed in de Nepal-affaire over het algemeen weinig moeite om de verstoorde balans in zijn regering te herstellen. In het kamerdebat zei hij begrip te hebben voor ‘de terechte bekommernissen’ van de groenen en de Vlaamse socialisten, maar daar bleef het grotendeels bij.

Tussendoor kregen Agalev en Ecolo dan ook nog te horen dat paars (na de overstap van Fons Borginon en Karel Pinxten naar de VLD) in de Kamer ook zonder hen een meerderheid (van 76 op 150 verkozenen) heeft. In sommige Wetstraatkringen groeit daarom de overtuiging dat het na de goedkeuring van de nieuwe kieswet over twee weken relatief snel zal gedaan zijn met de regering-Verhofstadt. Mogelijk zal het niet zo’n vaart lopen, want gemakshalve worden daarbij de ingewikkelde politieke implicaties voor de paars-groene coalities in de gewesten en gemeenschappen even vergeten en die werken nog door tot 2004.

In een hechte meerderheid sturen de partijen normaal andere signalen naar elkaar. Maar volgens Verhofstadt is er met de samenhang van zijn regering niets aan de hand en is haar werk ook niet gedaan. Dat vooruitzicht alleen houdt de rangen evenwel niet gesloten. Achter de agenda van de komende maanden, met onder meer de nieuwe vennootschapsbelasting, de ecofiscaliteit, een verhoging van de sociale minima, het homohuwelijk, het sluiten van de kerncentrales en mogelijk ook een nieuwe wapenwet, schuilt in ieder geval een resem niet geringe meningsverschillen. Die kunnen van de jongste barsten in paars-groen gemakkelijk een definitieve breuk maken, met een bitter einde voor ‘het project van een modelstaat’.

Patrick Martens

De oppositie heeft bloed geroken en zal blijven zoeken naar de zwakke plekken in dit dubieuze dossier.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content