Hoeveel uren iemand werkt of waar hij dat doet, wordt ondergeschikt aan het eindresultaat.

Een extralegaal voordeel dat in 2009 weer een sprong voorwaarts maakte, is het thuiswerk. Door de crisis ligt opslag gevoelig, werknemers belonen met het recht om een aantal dagen per week van thuis uit te werken was vorig jaar een populair alternatief. Een minder verregaande variant is het satellietwerk, waarbij werknemers een of meerdere dagen per week in een lokaal kantoor aan de slag zijn, maar voor het overige actief zijn op het voor hen verderaf gelegen hoofdkantoor. ‘Het is werkelijk onvoorstelbaar hoe gewild thuiswerk bij de gemiddelde werknemer is. Hij of zij hoeft daar finan-cieel zelfs niet voor gecompenseerd te worden. Voor werkgevers kan het zelfs een besparing betekenen als je er kantoorruimte mee bespaart’, aldus Luc Vanophalvens.

Werkgevers wacht natuurlijk de uitdaging om al dat thuiswerk organisatorisch rond te krijgen. De technische kant van de zaak blijkt daarbij nog het eenvoudigst. Minder evident zijn zaken als interne en externe communicatie met de thuiswerker, het op peil houden van zijn of haar efficiëntie en zelfs het psychologisch betrokken blijven bij de firma. Toch ziet Vanophalvens een zeer grote toekomst voor het thuiswerk, aangezien werknemers er zo op gebrand zijn. ‘In de perceptie van de werknemer is het een gemakkelijk berekenbaar voordeel: hij of zij bespaart in één klap een aantal uren woon-werkverkeer. Daar komt nog bij dat de verplichting wegvalt om je uiterlijk klaar te maken voor de dagtaak. Je kunt bij wijze van spreken naakt en met slaapogen je job uitvoeren. De opmars van thuiswerk oogt misschien niet spectaculair – je hoort nooit dat er in een onderneming ineens 1000 mensen gaan thuiswerken – maar is het in feite wel. Geen enkele onderneming die met thuiswerk start, stapt er naderhand nog van af. En geen enkele werknemer die ermee begint, wil dat later terugdraaien. Ik vermoed dat onze toekomstige kenniseconomie voor een groot deel op thuiswerk gebaseerd zal zijn.’

‘We evolueren naar een situatie dat er voor iedere verplaatsing een reden moet zijn. Wanneer mensen naar een kantoor rijden, zal het zijn om daar ter plekke iets te doen met andere mensen die ook daar zijn. Ik zie een verband met het principe van het resultaatgerichte werken, dat eveneens opgeld doet. Waar of wanneer iemand werkt, wordt ondergeschikt aan het resultaat dat je behaalt’, vult Pieter Strackx van Berenschot aan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content