Twee jaar ging staatssecretaris Moreels ge- bukt onder de Abos-schandalen. Nu kan hij zich misschien politiek gaan profileren.

Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Reginald Moreels (CVP) is altijd zeer gehaast. Hij wil de vervaldata halen die hij zich gesteld heeft. Dat zijn er nogal wat en vele ervan liggen in het binnenland. Moreels (47) is een apart specimen in de regering. Hij kwam laat in de politiek, belijdt met overtuiging het katholiek geloof en is ervan overtuigd dat er een stuk revolutie nodig is. Allemaal redenen waarom een deel van de Wetstraat hem graag voltijds in de derde wereld ziet rondtoeren. Een gesprek.

U hebt er twee jaar Wetstraat opzitten. Hebt u de cultuurschok al verwerkt ?

REGINALD MOREELS : Ik heb een ongelooflijk moeilijk toelatingsexamen moeten afleggen. Dit is een heel moeilijk en complex departement. Het werd crisismanagement, iets wat ik al bij Artsen zonder Grenzen heb meegemaakt. Er is hier met projecten geprutst en gesjoemeld. Niet de lokale bevolking werd daar beter van, wel de eigen familie. Hoewel ik geen Witte Ridder ben, ergert me dat mateloos. Sinds de reorganisatie van het Algemeen Bestuur Ontwikkelingssamenwerking (Abos) is de motivatie echter aanzienlijk verbeterd en tekent zich een vernieuwde dynamiek af. In het politiek milieu word je uiteraard met cynisme geconfronteerd. De sarcastische opmerkingen zijn veeleer onschuldig. Het gaat om een psychologische reactie van mensen die voortdurend onder druk staan en toch niet kunnen verbergen dat ze nog een hart hebben. Afgezien daarvan heb je het cynisme van de geopolitici. Zij willen het systeem te allen prijze behouden en daarvoor zelfs de ideeën opofferen waarvoor we eeuwen gevochten hebben.

Moet men in de Wetstraat niet in onduidelijkheid, zelfs onwaarheid leven, om te overleven ?

MOREELS : Ik heb dat gevoelen niet. Ik heb ook geen wantrouwen tegenover de politiek ontwikkeld. Daarom ben ik er ingevlogen, met mijn gebreken en kwaliteiten en vooral mijn ideeën. Natuurlijk zijn er sympathieën en antipathiën, maar ik moet nog ontdekken dat je in de politiek geen vrienden kan hebben. Overigens, aan Artsen zonder Grenzen heb ik ook weinig vrienden overgehouden.

Dank zij Johan Van Hecke komt u in de regering. Hij vertrekt als CVP-voorzitter en terwijl velen praten, zwijgt u. Was dit het einde van een vriendschap ?

MOREELS : Zeker niet, misschien heeft het met mijn vak te maken. Vertrouwelijke zaken zijn voor mij beroepsgeheim. Ik heb me niet uitgelaten over wat Johan Van Hecke is overkomen, omdat je daar het grootste begrip moet voor hebben. Wel heb ik in de partij onmiddellijk gezegd dat ik loyaal blijf tegenover Van Hecke, die mij zo’n uitzonderlijke kans gaf.

Vreest u niet dat de CVP door zijn vertrek haar ziel opnieuw voor macht inruilt ?

MOREELS : Ik weet niet of binnen de CVP een echte restauratie bezig is. Wel besef ik nu pas welke krachttoer Van Hecke realiseerde. Hij bracht nieuwe mensen binnen en kon ze dan nog relatief belangrijke functies toevertrouwen. Mensen die meer dan twintig jaar op een ministerpost of een parlementair mandaat wachtten, werden gepasseerd met alle begrijpelijke frustraties daaraan verbonden. Hij begon ook aan een verruimingsoperatie, die een aantal ideeën bespreekbaar moest maken. Dit is immers een heel bijzondere tijd. De mens maakte zich los van de kerken en de dogma’s, hij vermenselijkte het goddelijke.

U bent gelovig.

MOREELS : Ja, ik ben niet bang om tijdens officiële diners een kruisteken te maken.

U bent praktiserend katholiek.

MOREELS : Dat is toeval. Mocht ik in Nederland zijn geboren, zou ik protestant zijn en in Cambodja waarschijnlijk boeddhist. Ik heb echter veel getwijfeld, ik ben een typisch jezuïetenproduct. Bij zo’n opleiding beleef je toppen van geluk en ongeluk. Daarom loop ik er soms getormenteerd bij. Ik denk veel na, want er is veel aan de hand. Terwijl het goddelijke op menselijk niveau wordt gebracht, krijgt het menselijke goddelijke dimensies. Men heeft van het humanitaire een gouden kalf gemaakt. Het is gesacraliseerd, daar vond je de nieuwe helden. Niet alleen het hart het humanitaire wordt vergoddelijkt, ook het lichaam. Men denkt dat alles mag en kan. Als genetische manipulaties dienen om erfelijke ziektes te voorkomen, akkoord. Als ze moeten dienen om supermensen te maken, niet akkoord. In de Verenigde Staten vragen vrouwen al bij de spermabank naar het beste sperma. Zo hopen ze een slimme kleine te krijgen.

In bio-ethische kwesties verdedig ik niet altijd progressieve standpunten. Ik ben tegen legalisering van euthanasie. Het zijn thema’s waarrond vrijzinnigen en gelovigen met elkaar in confrontatie moeten gaan. Ik ben voor confrontatie. Ik hoop dat het onderscheid tussen progressief en conservatief bewaard blijft. Het probleem is echter dat de scheidingslijn nu door de partijen loopt.

Bijgevolg dringt zich een nieuwe partijpolitieke organisatie op.

MOREELS : Ik geloof dat ook, maar dat wil niet zeggen dat er nieuwe partijen moeten komen. De strijd een groot woord moet binnen de bestaande partijen geleverd worden. In een centrumpartij als de CVP is daar relatief veel ruimte voor. Ook het middenveld is aan hervorming toe. Vakbonden, ziekenfondsen, werkgeversorganisaties en NGO’s moeten hun taboe’s afzweren. Ik verwacht veel van dat nuttige, stille protestcircuit, zoals comités tegen langdurige werkloosheid en groepen die zich om de opvang van vreemdelingen bekommeren. Ik ben optimist. Er zullen heel boeiende dingen uit tevoorschijn komen. Trouwens, de val van het Romeinse Rijk was één van de boeiendste periodes uit de geschiedenis.

Omdat er geen zekerheden meer waren.

MOREELS : Zo is het. Bij mij ligt dat iets anders, ik heb het geloof in het bovennatuurlijke nog.

In de politiek helpt u dat geen stap verder.

MOREELS : Dat is juist, ik pleit niet voor een theocratie. Ik ben voor een absolute scheiding van kerk en staat, maar ik ben het er niet mee eens dat alle ethische normen in de privé-sfeer thuishoren. Dat is te gemakkelijk.

Uw grote politieke frustratie is dat er geen multinationale troepenmacht naar Oost-Zaïre werd gestuurd. De idealist Moreels liep met zijn gezicht tegen de muur.

MOREELS : Och, idealist… Ik heb altijd het beperkt mandaat van militair-humanitaire operaties aangeklaagd. Vooral sinds de Koude Oorlog is dat acuut, omdat de oorlogsvoering grondig veranderde. De strijdende partijen zien elkaar niet meer en gebruiken de burger als schild. Er heeft een criminalisering van de conflicten plaats en een overdreven militarisering van zowel benden als burgers. Toch werd het mandaat van de VN-troepen nooit aangepast. Vandaar ongelukken zoals in Rwanda.

U bedoelt beleidsfouten.

MOREELS : Akkoord, maar dan internationaal, niet alleen van België. In de toekomst moeten de VN-mandaten de soldaten in de conflictgebieden toelaten de vrede af te dwingen. Eerst moet je het geweld bedaren, want een militaire interventie lost een conflict nooit op. Alleen de politiek slaagt daarin. Het mandaat moet bijgevolg sterk genoeg zijn om de moordenaars te neutraliseren. Daarna komt de ontwapening. Je moet de mensen een premie geven. Dat kan voedsel, werk of een herstelprogramma zijn. In Somalië hebben we dat nagelaten en in Rwanda hebben we de humanitaire hulp en niet de slachtoffers beschermd. En de regressie gaat verder. In Oost-Zaïre stuurt men niemand meer. Niettegenstaande het VN-mandaat wordt de humanitaire hulp er niet langer beschermd en probeert men evenmin de slachtoffers te helpen. Er gebeurt gewoon niets.

Welk land verhindert dat ?

MOREELS : De Angelsaksische landen. In de Europese Unie verdedigen België, Frankrijk, Spanje, Italië en allicht ook Luxemburg nog altijd de multinationale macht, maar bij momenten lijkt dat haast op het gevecht van Don Quichote. De andere lidstaten vonden dat de terugkeer van de vluchtelingen alles oploste. Men wist nochtans dat de troepen van het vroegere Rwandese leger (Far) zich in het binnenland van Zaïre terugtrokken en anderen opnieuw als menselijk schild gebruikten. Daar bovenop komen nog de rebellie van Laurent Kabila en de ongedisciplineerde Zaïrese troepen. Je moest geen groot geopoliticus zijn om te zien dat niets was opgelost. Jammer genoeg ik weet niet om welke objectieve reden heeft men de kant van Rwanda en Uganda gekozen, landen die zogenaamd stabiel zijn. De zorg voor democratie is ver weg, we steunen autoritaire regimes. Men beseft niet welke verantwoordelijkheid we hebben als we Zaïre, één van de grootste landen van Afrika, laten imploderen.

Ondertussen blijft Europa zich bij de Amerikaanse suprematie neerleggen.

MOREELS : We leggen ons daar niet bij neer, maar we hebben geen veiligheids- en buitenlands beleid. Wat betekent die West-Europese Unie (Weu) ? Op dit ogenblik niets. Canada blies de operatie (in Oost-Zaïre) af, omdat de satellietfoto’s zo geruststellend waren… Volgens Europees Commissaris Emma Bonino, die pas in het gebied was, dreigen daar 200.000 mensen te creperen.

Zo lost het probleem zichzelf op, zullen cynische strategen zeggen.

MOREELS : Natuurlijk kunnen humanitaire hulp en een militaire interventie conflicten stabiliseren, dus verlengen. Sommigen beweren dan ook dat een oorlog best wordt uitgevochten om vlug tot een oplossing te komen. Ik ben het daar totaal mee oneens. Met een sterk VN-mandaat kun je tot onderhandelingen forceren en de dood van vele mensen voorkomen. Als we over mensenrechten en humanitair recht praten, is dat niet vrijblijvend. Het recht op leven, op voedsel, op drinkbaar water, op onderdak, zijn erkende rechten. Je kunt ze alleen niet afdwingen. Barbaarse praktijken uit de 18de eeuw bepleiten, betekent een regressie. Met zulke aanpak zouden de internationale organisaties hun geloofwaardigheid compleet verliezen en halen we ons beschavingsmodel onderuit.

Waarop wacht u om op uw beurt die gebieden te bezoeken ?

MOREELS : Ik denk eraan. De organisatie is echter verre van simpel en er stelt zich een veiligheidsprobleem. Als ik ga, volstaat het natuurlijk niet dat ik de situatie onaanvaardbaar noem. Dat is me iets te vrijblijvend. Aankondigen dat er Belgische troepen komen, kan en wil ik echter niet. Als oud-koloniale mogendheid moeten we daar niet met militairen aanwezig zijn. Het is tijd dat alle landen van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid en de Weu enkele honderden vrijwilligers voor een permanente, internationale vredesmacht ter beschikking stellen. Dan zou er een reserve van gevormde en getrainde mensen zijn die logistieke en ontwapeningsoperaties tot een goed einde kunnen brengen. Er zou veel sneller en soepeler aan duidelijke VN-resoluties gevolg kunnen worden gegeven.

U kunt uw idee over de niet-gebonden ontwikkelingshulp doorzetten, maar u wil meer. U vraagt een reorganisatie van het hele buitenlanddepartement.

MOREELS : We zitten in een systeem waarin iedereen eigen klemtonen legt. Hoewel we er proberen het beste van te maken, is deze structuur niet langer aan de internationale context aangepast. Ontwikkelingssamenwerking is niet neutraal. Trouwens, wat is neutraliteit ? Ik haat dat woord. Humanitaire hulp is evenmin neutraal. Ook Buitenlandse Handel moet keuzes maken, want het principe van de mensenrechten is ondeelbaar. Kun je handel blijven drijven met autoritaire landen ? Hoe dan ook, het zou onaanvaardbaar zijn, mocht ontwikkelingssamenwerking aan de Realpolitik worden onderworpen. Een ministerie van Internationale Samenwerking mag eigen accenten leggen, maar moet de moed hebben om ethisch verantwoorde krijtlijnen te trekken.

Dit voorstel is een impliciete kritiek op de huidige gang van Buitenlandse Zaken.

MOREELS : Buitenlandse Zaken pleit ook voor mensenrechten en Buitenlandse Handel voor sociale normen, maar in het internationaal beleid is er behoefte aan een sterke en coherente ethische gedragscode. Gelukkig leven we in een klein land, de Realpolitik weegt hier minder door.

Zowel in de diplomatie als in zakenkringen groeit weerstand tegen uw visie. Ze zou wereldvreemd, dus idealistisch zijn.

MOREELS : Dat is mogelijk, misschien moet ik binnenkort mijn kogelvrij vest weer aantrekken. Het is toch niet verboden om na te denken over de bredere structuur waarin ontwikkelingshulp kadert ? Zulke hervorming wordt natuurlijk een moeilijke klus, maar alles begint toch met een voorstel. De staatshervorming veroorzaakt een bijkomende moeilijkheid. Ik ben er alleszins van overtuigd dat het buitenlands beleid een federale materie moet blijven.

Vlaams minister-president Luc Van den Brande (CVP) denkt daar anders over.

MOREELS : Toen ik hem onlangs zag, pleitte hij voor een complementaire, niet concurrentiële ontwikkelingssamenwerking. Ik wil in die richting stappen, maar ik weet dat hij veel verder wil gaan. Mij lijkt dat alles behalve ideaal. We moeten niet overdrijven.

U bent medicus, bestaat er zoiets als een Belgische ziekte ?

MOREELS : Als de communautaire compromissen tot gevolg hebben dat zowat alles op de lange baan wordt geschoven en er steeds complexere wetten en procedures komen, is er inderdaad een Belgische ziekte. Ik ben geen unitarist, maar ik vind het een uitdaging om ondanks alle bevoegdheidsproblemen toch aan een hecht samenwerkingsverband tussen taal- en cultuurgemeenschappen te werken. Afgezien daarvan moet de democratie grondig herbronnen, in België en heel Europa.

De Witte Mars, toch een symptoom van de Belgische ziekte, had niets met het communautaire te maken.

MOREELS : Het gaat om een bijna existentieel probleem. De mens betwist nu alles, hij ontdekte dat veel van wat hij opbouwde op complexe wetten of institutioneel gesjoemel steunt. Hij wil dat allemaal afstoten en voelt zich niet meer beschermd door de dogma’s van de kerk, de toga’s van de loge en de maatschappelijke organisaties. Dat is boeiend en ik denk dat het onze plicht is om een stuk revolutie te maken.

De CVP daarentegen…

MOREELS : Waarom zou ik niet voor revolutie mogen pleiten ? Ik ben geen enkeling in de partij. Voor alle duidelijkheid, ik heb het over een ongewapende revolutie. Ik meen dat echt.

De regering heeft heel andere prioriteiten.

MOREELS : Als we Maastricht niet halen, krijgen we nog grotere problemen met werkgelegenheid en kredietwaardigheid. Een gezin dat zijn schulden niet afbetaalt, komt in een spiraal terecht. Het is niet omdat de baas dat vertelt…

… de baas ?

MOREELS : Premier Jean-Luc Dehaene (CVP). We moeten reserves opbouwen en weten waarvoor we ze zullen aanwenden. Gebruiken we die voor pensioenen, werkgelegenheid, internationale solidariteit, grote infrastructuurwerken of zetten we, na de vele tewerkstellingsinitiatieven, misschien de laatste stap van werkloosheidsvergoeding naar arbeidsvergoeding ? We moeten een ander arbeidscircuit opbouwen, zodat degenen die in het normale stelsel niet meer aan de bak komen, toch een beetje aan hun trekken komen. Het is tijd dat we een maatschappelijk masterplan maken. Er zijn spectaculaire tewerkstellingsmaatregelen nodig.

Een maatschappelijk masterplan, een ongewapende revolutie. Is het daarover dat Van Hecke met Guy Verhofstadt (VLD) praat ?

MOREELS : Dat is mogelijk. Veel mensen hebben gelijkaardige ideeën, hoewel ze elkaar weinig ontmoeten. Daarom is de pers zo nuttig. Zo hoor je tenminste wat anderen denken. Zowel Van Hecke, Guy Verhofstadt als Frank Vandenbroucke (SP) piekeren over de wereld waarin ze leven.

Kan dit het embryo van een nieuwe politieke partij zijn ?

MOREELS : De partijen moeten zichzelf hervormen. Dat is de uitdaging. Als dat niet meer kan, gaan we af op onoverzichtelijke problemen.

Partijen bestaan toch niet voor de eeuwigheid ?

MOREELS : Er zijn de partijen en er is het gedachtengoed. Het socialisme is een mooie filosofie, hoewel de mensen ze voor een stuk gediscrediteerd hebben. Iets gelijkaardigs gebeurde met het christelijk geloof. Het socialisme bestaat al ruim honderd jaar, zo ook het christelijk personalisme en het liberalisme. De ideeën zijn wel duurzaam.

Blijft u politiek actief als u niet langer in de regering zit ? Kan Moreels als basismilitant functioneren ?

MOREELS : Sinds twee maanden heb ik de leeftijd dat mijn vader stierf. Hij werd 47 jaar. Ik heb dus geen minuut te verliezen. Voor een regering word je geroepen, lobbyen helpt niet. Het interesseert me niet om zomaar in een structuur te zitten. Het militeren moet altijd prioritair blijven.

Paul Goossens

Reginald Moreels : Het is onze plicht een stuk ongewapende revolutie te maken.

Moreels met buitenlandminister Derycke. Buitenlandse Zaken moet worden gereorganiseerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content