Wat een toekomstige koningin over dit land en haar schoonfamilie moet weten. Of waarover de Coburgs aan tafel niet praten.

D on’t mention the war. Het adagium van Basil Fawlty wordt ten paleize zeer ter harte genomen. Ook de Coburgs kwamen niet ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog. Door de Koningskwestie ging ei zo na het familiebedrijf, de dynastie, eraan en scheurde het land in twee. In extremis kon het ergste nog worden vermeden toen koning Leopold III in 1950 troonsafstand deed ten voordele van zijn toen twintigjarige zoon Boudewijn, al zou die als gevolg van de crisis nooit de bewegingsruimte kunnen krijgen dieLeopold zich had gepermitteerd.

Nadat hij in 1934 zijn verongelukte vader Albert had opgevolgd, zag Leopold de relatie met zijn ministers snel verkillen. Steeds vaker toonde hij zich geërgerd over de volgens hem excessieve macht van de politieke partijen. In de geest van de tijd ijverde hij voor een sterkere uitvoerende macht, ergo meer macht voor hemzelf. Dat bleek vooral in het buitenlandse beleid. Bij de Duitse inval in mei ’40 kwam het tot een breuk. Leopold kapituleerde voor de Duitse overmacht en hield vast aan de idee van een neutraal en zelfstandig België, terwijl de regering de oorlog wilde voortzetten aan geallieerde zijde.

De publieke opinie bleef lang in het ongewisse over Leopolds politieke, ja autoritaire ambities. De regering in Londen maakte het hem ook niet moeilijk. Terwijl hijzelf voorwendde een krijgsgevangene te zijn, schoffelden de ministers hun conflict met de vorst onder de mat. MaarLeopold volhardde. Na de bevrijding verloor the man who would be king, al was hij dan inderdaad de koning, daar zijn troon bij, al ging daar nog eens zes jaar Koningskwestie aan vooraf.

Omdat hij verder bloedvergieten voorkwam, genoot de koning in 1940 zonder enige twijfel een grote populariteit. Dat veranderde toen hij eind 1941 trouwde met de 25-jarige Lilian Baels, vijftien jaar jonger dan de vorst. Zoals de huidige koning Albert, zo willen het de roddels, in de geest van mei ’68 sous les pavés la plage ontdekte, met een kunstenares in Londen als gevolg, zo liep in 1941 een idylle van de koning-weduwnaar uit op een huwelijk (eerst kerkelijk, dan burgerlijk) en een zoon, prins Alexander. Lilian nam geen genoegen met een status als koninklijke maîtresse, maar wou wel degelijk Belgiës first lady worden.

KOPPIGHEID IN ARGENTEUIL

’s Konings populariteit brokkelde snel af. Daarvoor konden veel politieke redenen bestaan, maar de belangrijkste daarvan was zonder enige twijfel dat huwelijk. Zich op die manier vermeien in het minnespel was wel het laatste wat de bevolking verwachtte van een krijgsgevangen vorst. Ze voelde zich bedrogen.

Leopold accepteerde dat nooit, met de gekende gevolgen. Nadat hij opgestapt was, deed hij er (net als Lilian) veel aan om de jonge, schuchtere Boudewijn onder zijn invloed te houden. Tegelijk groeide de rancune. Wie zich tijdens de Koningskwestie al te openlijk tegen Leopold had gekeerd, droeg daarvan de gevolgen. Een verheffing in de adelstand zat er voor hen niet meer in. Carrières namen een aparte wending, zoals die van de liberaal Charles Janssens, die in 1954 een ministerportefeuille door de neus geboord zag omdat hij Leopold in 1945 “de eerste inciviek van het land” had genoemd.

En omgekeerd? Neem nu graaf Louis d’Ursel. Tijdens de oorlog had Leopold de graaf, toen Belgisch ambassadeur in Bern, gebruikt als een pion in zijn machtsstrijd tegen de regering. Het kostte de man zijn carrière als diplomaat, maar nooit keek “Laken” nog naar hem om, wat de historicus Jean Stengers in 1980 deed besluiten: “Dankbaarheid is geen typisch koninklijke deugd”. Idem voor Leopolds broer Karel. Met groot enthousiasme had Karel tijdens de Koningskwestie het regentschap vervuld en zo de troon van de Coburgs mee gevrijwaard. Na 1950 werd hij het zwarte schaap van de familie – Leopold bleef zelfs weg van Karels begrafenis in 1983.

Alles kantelde in 1960, toen Boudewijn trouwde met Fabiola. Om de koning los te weken van de al te dominante macht van Leopold en de nog steeds ambitieuze Lilian, deed Fabiola haar schoonouders uit Laken verhuizen. Ze namen een groot deel van het meubilair mee naar hun nieuwe verblijf, Argenteuil. Daarna had Boudewijn nauwelijks nog contact met zijn vader en stiefmoeder. Lilian bleef zelfs afwezig bij Boudewijns begrafenis.

Zoals Lilian het obstakel vormde tussen Leopold en de Belgen, zo kwam het door haar ook nooit meer goed tussenLeopold en de regerende Coburg. Lilian somberde weg in haar gelijk, in haar versie van de feiten. Ze blijft Leopolds archief afschermen en biografen of romanschrijvers die iets over haar of Leopold publiceren (toch in het Frans) wat haar niet bevalt, worden bedreigd met processen en inbeslagnames. En hoe kwam het ook weer dat Herman De Croo, nu kamervoorzitter, pas zeer laat minister van staat en dus lid van de Kroonraad werd? Omdat hij een door Lilian gepatroneerde stichting leidde en zo het ongeluk had zich in het verkeerde kamp te bevinden?

M.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content