‘Het basisinkomen als strak businessplan’

Rutger Bregman: 'In de jaren vijftig wezen de Zwitsers ook het vrouwenstemrecht af tijdens een referendum.' © Sean Gallup/Getty Images

Rutger Bregman wil dat wij onze opvattingen over werk herzien.

Rutger Bregman (auteur Gratis Geld voor Iedereen en journalist bij De Correspondent): In Zwitserland werd een referendum georganiseerd over het basisinkomen. Drie vierde van de bevolking stemde tegen, en toch was ik achteraf optimistisch.Vijf jaar geleden wist geen Zwitser wat een basisinkomen was, maar nu stemt een kwart van hen voor zo’n volkomen geschift idee. Ik noem dat een succes. In de jaren vijftig hielden ze overigens een referendum over een ander geschift idee – het stemrecht voor vrouwen – en ook dat werd massaal verworpen. Ik zie dit dus niet als een einde, maar als het begin. Geen enkel land zet van de ene dag op de andere de hele sociale zekerheid op zijn kop.

Het plan was om elke volwassene 2260 euro per maand te geven. Was dat niet te veel?

Bregman: Dat bedrag viel enkel in een toelichting, het was niet de kern van het referendum. Maar 2260 euro is inderdaad te veel. Doorgaans willen voorstanders dat het basisinkomen rond de armoedegrens balanceert en gaat men ervan uit dat iedereen ook betaald werk zal doen.

Veel landen experimenteren op kleine schaal met het concept. Finland gaf afgelopen najaar maandelijks 560 euro aan 2000 werklozen in de hoop ze zo weer op de arbeidsmarkt te krijgen. U wil echter dat het basisinkomen bevrijdend werkt.

Bregman: Daarmee bedoel ik dat je de keuze moet hebben of je wilt werken of niet. Maar daarnaast zullen veel mensen het als een vorm van vrijheid ervaren om weer aan de slag te kunnen. Vandaag houdt de sociale zekerheid mensen psychologisch en fiscaal gevangen aan de onderkant, want ze gaan er vaak op achteruit als ze gaan werken. We creëren afhankelijkheid. Als je mensen op die manier aan het werk krijgt, en zo een vorm van identiteit geeft, vind ik dat zeer mooi.

In Finland stuit vooral de kostprijs van het voorstel op verzet. Ziet u nog andere hinderpalen?

Bregman: Het grootste obstakel is ideologisch: de overtuiging dat je moet en zal werken voor je geld. Daarnaast wordt werk te nauw gedefinieerd. Vrijwilligerswerk, mantel- en kinderzorg tellen vaak niet mee. Ik pleit voor een andere kijk op waar welvaart vandaan komt. Je mag het basisinkomen niet zien als solidariteit, maar eerder als een gift uit het verleden. 95 procent van onze rijkdom is vóór onze tijd opgebouwd. Het basisinkomen is louter een dividend daarop.

Helaas denken we heel erg in termen van kosten en zien we solidariteit als een morele overweging. Maar het basisinkomen is vooral een strak businessplan. Vandaag verspillen we enorm veel menselijk kapitaal, en lopen de armoedegerelateerde kosten voor zorg of justitie hoog op. Het is gewoon een goede investering met een hoog rendement. Helaas zijn we het pragmatisme wat verleerd.

Tekst KRISTOF DALLE

’95 procent van onze rijkdom is vóór onze tijd opgebouwd. Het basisinkomen is een dividend daarop.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content