Wat moet er gebeuren als een paus ziek of dement is, of maandenlang in coma ligt? Tekst en uitleg van Luc De Fleurquin, hoogleraar kerkelijk recht aan de KU Leuven en expert in kerkelijk publiek recht, dat de regels omschrijft voor de organisatie en de structuur van de rooms-katholieke Kerk, zowel plaatselijk als wereldwijd.

Luc De Fleurquin, hoogleraar kerkelijk recht aan de KU Leuven: ‘Het kerkelijk wetboek dat nu in gebruik is, dateert van 1983 en is het resultaat van de tweede grote codificatie van het recht in de Kerk. De eerste codificatie begon in het begin van de vorige eeuw en leidde tot een wetboek, gepubliceerd op pinksterdag 1917. De vraag ernaar bestond natuurlijk al langer en moet worden gezien in het collectieve enthousiasme voor codificaties in de 19e eeuw in heel Europa. Toen ontstonden onder meer ook Duitse en Italiaanse wetboeken, in navolging van de Code Napoléon, die in 1804 werd afgekondigd.’

‘Het kerkelijk wetboek van 1983 bevat niet alleen nauwkeurige omschrijvingen voor de bevoegdheden van een paus, maar geeft ook enkele aanwijzingen voor het geval het pauselijke ambt niet meer kan worden vervuld. De sede vacante-situatie bestaat als er geen paus meer is en de sede impedita-situatie wanneer een paus verhinderd is zijn taken te vervullen.’

‘Het pausambt neemt een aanvang wanneer aan twee voorwaarden vervuld is: de bisschopswijding én de aanvaarding van de verkiezing tot bisschop van Rome door het conclaaf. De katholieke Kerk is essentieel gestructureerd in bisdommen, met een bisschop aan het hoofd. Het woord bisschop komt van het Grieks en betekent hij die toezicht houdt en coördineert. De bisschop van Rome krijgt – vereenvoudigd gezegd – als bijkomende taak de ‘communio’of broederband tussen de ongeveer 2800 bisdommen in de wereld te coördineren en te bewaren. Dat is zijn taak als paus. Maar zijn eerste taak is diocesane bisschop van Rome te zijn.’

‘Het kerkelijk recht bepaalt dat een bisschop op 75 jaar zijn ontslag moet aanbieden aan de paus. Die aanvaardt dat al dan niet, rekening houdende met de toestand van het bisdom, met de gezondheidstoestand van de man zelf, en dergelijke meer. Het kerkelijk recht zegt ook dat iedere bisschop die wegens een zwakke gezondheid of een andere ernstige reden minder goed in staat is zijn ambt te vervullen, dringend verzocht wordt zijn ontslag aan de paus aan te bieden. De paus kan een bisschop ook ontslaan of verplaatsen, zoals met bisschop Jacques Gaillot is gebeurd in 1995. Dat zijn de algemene regels.’

‘De paus, als bisschop van Rome, kan natuurlijk moeilijk zijn ontslag aan zichzelf aanbieden. Bijgevolg stelt het kerkelijk wetboek – in canon 332, paragraaf 2 – dat hij zelf afstand kan doen van zijn ambt. Dat is ook al gebeurd in het verleden. Op het einde van de 13e eeuw heeft paus Celestinus V zelf zijn ambt neergelegd. Hij vroeg zijn medewerker kardinaal Benedetto Caetani of hij niet beter zou vertrekken, waarop die een positief advies gaf en twaalf dagen later zelf als paus Bonifatius VIII werd gekozen.’

‘Een paus die ontslag neemt, moet hiervoor geen redenen opgeven, maar het moet wel een vrije beslissing zijn, die rite – op passende wijze – bekend wordt gemaakt. Hoe dat precies moet, is niet vastgelegd; het moet alleen op ondubbelzinnige wijze duidelijk zijn dat de paus afstand doet en vanaf wanneer. Dat ontslag hoeft niet door iemand te worden aanvaard. Vanaf dat ogenblik is de bisschopszetel van Rome juridisch gesproken vacant. Op dat ogenblik vervalt ook het ambt van de zowat twintig meest nabije pauselijke medewerkers in het bestuur van de Heilige Stoel. Het gaat hier, op enkele uitzonderingen na, om de hoofden van de congregaties en pauselijke raden. Dat is een beetje te vergelijken met de val van een Belgische regering waarbij, bij het vertrek van de ministers, ook de kabinetsmedewerkers verdwijnen.’

‘Als de bisschopszetel van Rome vacant is, treedt een bijzondere wetgeving in werking, die hiervoor speciaal is uitgevaardigd. Het meest recente document op dat vlak is de Apostolische Constitutie van 22 februari 1996. Deze constitutie bevat twee grote delen, over het bestuur van de Kerk sede vacante enerzijds en over de verkiezing van de nieuwe paus anderzijds. Alles is uiterst nauwkeurig geregeld. Alle kardinalen, ook degenen die te oud zijn om aan een conclaaf te mogen deelnemen, moeten naar Rome gaan. Het college van kardinalen neemt het collectieve bestuur van de Kerk waar. Elke dag is er een vergadering van kardinalen die de lopende zaken afhandelen, onder leiding van de kardinaal-camerlengo. Die moet zijn functie opnemen zodra hij op de hoogte is gebracht van het feit dat de Romeinse bisschopszetel vacant is. Camerlengo is op dit ogenblik de Spaanse curiekardinaal Eduardo Martinez Somalo, die zelf al 75 jaar is.’

‘Een conclaaf begint ten vroegste vijftien en ten laatste twintig dagen na de dood of het ontslag van de paus. Dat is niet alleen om alle kardinalen de gelegenheid te geven naar Rome te reizen, maar ook om de begrafenis van de paus op een passende manier te organiseren. En natuurlijk om de kardinalen de kans te geven elkaar te leren kennen en zich te beraden over de keuze van de nieuwe paus. Overigens: het conclaaf hoeft niet per se een kardinaal te kiezen als nieuwe paus. Het kan ook een bisschop kiezen die geen lid is van het kardinalencollege of zelfs een priester. Het conclaaf zoekt in de eerste plaats een goede bisschop van Rome en een goede behoeder van de universele communio.’

‘De duur van een conclaaf is niet bepaald. De rechtsnormen bepalen vier stembeurten per dag. Bovendien moet de nieuwe bisschop van Rome met een meerderheid van tweederde worden gekozen. Als na een aantal dagen geen enkele kandidaat deze tweederde meerderheid behaalt, kan het conclaaf uit de impasse treden en beslissen te kiezen met een eenvoudige meerderheid of eenvoudigweg een keuze te maken tussen de twee kandidaten die op dat ogenblik het grootste aantal stemmen hebben behaald.’

‘De sede impedita-situatie of een verhinderde bisschopszetel betekent dat er wel een bisschop is, maar dat die om een of andere reden zijn ambt niet kan uitoefenen. Canon 412 omschrijft die omstandigheden nauwkeurig: de bisschop bevindt zich in gevangenschap, in ballingschap, is verbannen of leeft in een onvermogen om zijn taak te vervullen. Dat wil zeggen dat hij zelfs niet schriftelijk met zijn bisdom in verbinding kan treden. Als de paus zwaar ziek zou zijn of in een coma zou vallen, is er juridisch sprake van een verhinderde zetel. Dat is een heel andere situatie dan de vacante zetel; er is immers nog een bisschop.

Voor een gewoon bisdom is de sede impedita-situatie nauwkeurig geregeld. Er wordt een bestuurder ad interim, bisschop of priester, aangesteld. Voor het bisdom Rome bepaalt het kerkelijk wetboek van 1983 echter – zowel bij sede vacante als bij sede impedita – dat een bijzondere wetgeving moet worden uitgevaardigd. Bij overlijden of ontslag van een paus is alles geregeld; bij een verhinderde zetel is, bij mijn weten, geen enkel document bekendgemaakt waarin wordt aangegeven welke maatregelen getroffen moeten worden.’

‘Bijgevolg blijven twee mogelijkheden open. Als geen rechtsnormen zijn gemaakt, moeten de regels worden gevolgd die voor elk ander bisdom zouden gelden. Voor het bisdom Rome en het bestuur van de Heilige Stoel zou dit concreet betekenen dat alle ambten voort worden vervuld, ook de ambten van de hoger vermelde twintig curiekardinalen. Ook de rechtbanken en de administratieve departementen werken door. De diplomatieke activiteiten van de Heilige Stoel lopen gewoon voort. Alleen de benoeming van nieuwe bisschoppen en andere beslissingen die de paus persoonlijk moet nemen, het ondertekenen van documenten die door de paus zelf moeten worden ondertekend, en de verplichte vijfjaarlijkse bezoeken van de diocesane bisschoppen aan Rome en de paus zouden worden opgeschort. Dergelijke vijfjaarlijkse bezoeken zijn overigens eerder al onderbroken geweest, bijvoorbeeld gedurende het Heilig Jaar 2000.’

‘De tweede mogelijkheid: de paus heeft wel concrete richtlijnen uitgevaardigd, in een document dat niet openbaar is gemaakt, maar mogelijk in het bezit is van een aantal kardinalen of andere personen die met onbetwistbare zekerheid kunnen bevestigen wat de wil van de paus was voor deze omstandigheden. Dan moeten deze normen worden nageleefd.’

LUC DE FLEURQUIN: ‘Geen enkel document is bekend waarin wordt aangegeven welke maatregelen getroffen moeten worden als de paus verhinderd is zijn ambt uit te oefenen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content