Eric Van Rompuy, Dirk Van Mechelen en Jos Geysels waren alledrie nauw betrokken bij het Mini- en het Maxidecreet waardoor de openbare omroep in de jaren negentig gedepolitiseerd en gemoderniseerd werd. Wat vinden zij van het gekissebis over de nieuwe beheersovereenkomst en de oorlog tussen Geert Bourgeois en Tony Mary? ‘God verhoede dat politici weer zelf televisie willen maken.’

Eén velletje papier. Of beter: twee volle bladzijden. Zo lang was de e-mail die elke deelnemer aan de vooravond van het Knack-debat van VRT-baas Tony Mary had ontvangen. Iemand had Mary verteld over ons plan om de politieke vaders van de huidige VRT met elkaar te laten debatteren over het heden, het verleden en vooral de toekomst van de openbare omroep.

In zijn omstandige mail doet Mary ten behoeve van de deelnemende politici nog één keer de standpunten van de VRT uit te doeken. Om het een en ander te nuanceren. Om enkele misverstanden uit de wereld te helpen die in de pers zijn opgedoken. Om de politici te beïnvloeden misschien, of in elk geval om de scherpe kantjes van het betoog weg te vijlen. Een dag eerder had Mary al een soortgelijke mail gestuurd naar de Vlaamse partijvoorzitters, inclusief Frank Vanhecke van het Vlaams Belang. Filip Dewinter, VB-fractieleider in het Vlaams parlement, bevestigde vorige week trouwens aan Knack dat hij onder bepaalde voorwaarden (de volledige depolitisering van de VRT) bereid zou zijn om de SP.A en de VLD een wisselmeerderheid te leveren als zij de plannen van Vlaams minister van Media Geert Bourgeois (N-VA) willen counteren om de structuur van de VRT te veranderen.

Mary’s e-mail illustreert perfect de polemische sfeer die dezer dagen rond de openbare omroep hangt. Want het wantrouwen regeert. Mary voelt zich aan- gevallen, in de hoek gedrongen. Zijn belangrijkste concurrent Christian Van Thillo, de grote baas van de moederholding boven de commerciële omroep VTM, vindt dat hij te veel geld krijgt om programma’s te maken. De leden van zijn raad van bestuur en enkele zelfverklaarde mediaspecialisten in het parlement schreeuwen dat hij te veel macht heeft. En Vlaams minister van Media Geert Bourgeois (N-VA) vindt hij niet transparant genoeg werkt. De minister wil meer inzicht in de geldstromen en meer inspraak in de beleidsbeslissingen.

Neen, dan is de sfeer tussen de vaders van de nieuwe openbare omroep toch net een tikkeltje beter. De begroetingen zijn hartelijk als Eric Van Rompuy (CD&V), Dirk Van Mechelen (VLD) en Jos Geysels (Groen!) elkaar nog eens ontmoeten. De toon is warm als de toenmalige parlementaire commissie Media en de verontschuldigde gast, de socialist Tuur Van Wallendael, ter sprake komen. Halverwege de jaren negentig, toen met het Mini- en het Maxidecreet de basis werd gelegd voor de huidige VRT, was Eric Van Rompuy Vlaams minister van Media. Jos Geysels, die ondertussen niet meer in het parlement zit, en huidig Vlaams minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen waren vanuit de oppositie bij die episode betrokken. Later zou Van Mechelen in de eerste paarse Vlaamse regering zelf mediaminister worden. In die periode ontkiemde de bedrijfscultuur die Tony Mary en zijn rechterhand, directeur Televisie Aimé Van Hecke, tot op vandaag haast vrij spel geeft.

Tien jaar geleden nam de politiek élke beslissing bij de BRT. Is de slinger vandaag te ver naar de andere kant doorgeslagen?

ERIC VAN ROMPUY: Ja. Tony Mary en Aimé Van Hecke hebben de raad van bestuur, en bij uitbreiding hun aandeelhouders, al meermaals voor schut gezet. Eerst in de discussies over de sportzender Sporza, en onlangs nog toen de VRT voor het voetbalcontract met Belgacom in zee ging. Het is normaal dat de Vlaamse overheid daar zenuwachtig van wordt, want er wachten de VRT de komende jaren nog ingrijpende keuzes met enorme financiële implicaties. In de nieuwe beheersovereenkomst 2007-2012, of desnoods in een nieuw decreet, moeten grenzen worden afgebakend zodat de VRT-top de politiek niet nog eens buitenspel kan zetten.

Kan het vertrouwen in Tony Mary nog worden hersteld?

VAN ROMPUY: De persoon van Tony Mary staat hier niet ter discussie. Wel zijn samenwerking met de raad van bestuur en zijn voogdijminister. Hoeveel regels we ook maken, elke discussie zal blijven vastlopen zolang de raad van bestuur niet met de directie praat en omgekeerd. Als die twee elkaar blijven beschieten, ziet het er slecht uit. Alleen als iedereen een beetje water in de wijn doet, ben ik optimistisch over de toekomstkansen van de VRT.

JOS GEYSELS: Akkoord, maar vergeet niet dat de VRT-top niet de enige is die boter op het hoofd heeft. Ook het kabinet van Geert Bourgeois speelt met vuur. Een minister van Media zou moeten weten dat het weerstand oproept als je in volle zomer een nieuw decreet schrijft en dat zonder enig overleg in de openbaarheid gooit. Mogen we ook van een minister een klein beetje emotionele intelligentie verwachten? Ik heb het ook moeilijk met de inhoud van Bourgeois’ discours. We kunnen wel over meer transparantie praten en we kunnen de beheersovereenkomst strenger maken, maar als de minister wil raken aan de belangrijkste verworvenheden van het Maxidecreet – de depolitisering en de autonomie van het management – dan legt hij een bom onder de openbare omroep. Als wij dat met Mary’s voorganger Bert De Graeve hadden geprobeerd, zou die ons wegens contractbreuk hebben aangeklaagd, want een nieuw decreet verandert de omstandigheden waarin zo’n gedelegeerd bestuurder moet werken.

DIRK VAN MECHELEN:(laconiek) De Grae- ve had dat zelfs expliciet in zijn contract laten opnemen: als wij aan het decreet zouden sleutelen, kon dat als contractbreuk worden beschouwd.

Staat er ook zo’n clausule in het contract van Tony Mary?

VAN ROMPUY, GEYSELS: (zwijgen veelbetekenend)

VAN MECHELEN:(ontwijkend) De bevoegdheidsverandering die uit een nieuw decreet volgt, zal ongetwijfeld leiden tot een politisering van de omroep. Er is één ding – ik herhaal: één ding – dat ik Tony Mary en Bert De Graeve verwijt: ze hebben niet voor genoeg financiële transparantie gezorgd ten opzichte van de algemene vergadering en de raad van bestuur. Sinds ik Vlaams minister van Begroting ben, heb ik een veel beter zicht op de overschotten van de VRT dan toen ik nog voor Media bevoegd was. Nu zie ik namelijk wat er binnenkomt bij het centrale financieringsorganisme, waar al die overschotten worden gestort. Als minister van Media heb ik dat gebrek aan transparantie jarenlang vergeefs bestreden. Ik heb er zelfs ooit mee gedreigd om het decreet te laten aanpassen als Mary niet voor meer openheid zorgde, en op een bepaald moment heb ik hem en Christian Van Thillo voorgesteld om hun bedrijfscijfers simultaan door dezelfde revisor te laten controleren…

Wie heeft dat voorstel afgeketst?

VAN MECHELEN: Ik zou daar hele verhalen over kunnen vertellen… Maar dat zal ik maar niet doen. (lacht)

Heeft Geert Bourgeois zich als minister van Media verbrand door zijn ontwerp van decreet meteen publiek te maken?

VAN ROMPUY: Nee, want over de grond van de zaak heeft hij wellicht gelijk. Mary hééft onvergeeflijke fouten gemaakt. Het kan niet dat de gedelegeerd bestuurder van een openbare omroep in grote kranteninterviews vertelt dat hij 200 miljoen euro nodig heeft om acht digitale themakanalen uit te bouwen zonder dat hij daar eerst met zijn raad van bestuur over heeft gepraat. Het is ook onaanvaardbaar dat hij in het parlement beweert dat hij niet wéét hoeveel Sporza heeft gekost, maar even later wel het exacte bedrag noemt in een kranteninterview. In het bedrijf waar Mary werkt, betaalt Vlaanderen de meeste rekeningen. Het wordt dringend tijd dat hij daar beter mee leert om te gaan.

VAN MECHELEN: (sussend) Zeg mensen, zijn we ons nu niet in de verkeerde discussie aan het verliezen? Hoe de VRT zijn middelen inzet binnen de grenzen van zijn beheersovereenkomst, is de verantwoordelijkheid van Tony Mary. Die zit daar niet toevallig, hè. We hebben destijds bewust iemand uit de technologiesector gekozen omdat we aan de vooravond van de Derde Grote Revolutie in het tv-landschap stonden: na de zwart-wit- en de kleurentelevisie is er nu de digitale tv. Als Bourgeois beter weet wat de toekomst brengt dan Mary, ben ik zéér benieuwd om dat van hem te horen. Zelf wist ik het destijds echt niet beter dan De Graeve. Eigenlijk moet de politiek maar drie afwegingen maken over de openbare omroep: Wat vinden we dat een openbare omroep moet doen? Wat zal dat kosten? Hoe gaan we dat betalen? Elke andere discussie is puur tijdverlies. De Vlaamse regering moet binnenkort een nieuwe beheersovereenkomst voor de komende vijf jaar op tafel leggen, en ze zit nog met grote vragen over de toekomst. Laten we daar alsjeblieft over nadenken in plaats van over details te discussiëren.

VAN ROMPUY: In de wandelgangen van het parlement wordt nu al gemopperd over Morgen Beter (het laatavondpraatprogramma met Tim Pauwels en Kathleen Cools op Canvas, nvdr). Dat het programma niet goed is, zeggen ze. Dat het veel te laat wordt uitgezonden. (zucht diep) Maar mensen toch, laat dat toch aan de VRT over! God behoede ons ervoor dat politici zich gaan uitspreken over de inhoud of het uitzenduur van een programma. Laat staan dat ze weer televisie zouden willen maken.

U wilt de klok duidelijk niet terugdraaien. Hoe bent u er in 1995 eigenlijk toe gekomen om de openbare omroep helemaal te vernieuwen?

VAN ROMPUY: In 1989 was de eerste commerciële omroep van start gegaan, en ondanks alle scepsis was VTM een overdonderend succes geworden. De nieuwe zender had vernieuwende programma’s, kaapte creatief talent weg bij de openbare omroep en duwde het marktaandeel van de toenmalige BRT met elke uitzending een beetje dieper weg. De openbare omroep was niet klaar om op die concurrentie te reageren.

VAN ROMPUY: De vaste agendacommissie, een orgaan binnen de raad van bestuur waarin twee christen-democraten, een liberaal en een socialist zitting hadden, benoemde het personeel, legde de programmaschema’s vast en stippelde het algemene beleid uit. De directie had geen enkele slagkracht.

VAN MECHELEN: Amper een paar dagen nadat VTM het eerste voetbalcontract voor de neus van de BRT had weggekaapt, wisten administrateur-generaal Cas Goossens en directeur-generaal Televisie Jan Ceuleers in het parlement niet eens het antwoord op mijn vraag hoeveel kijkers het tweede televisienet van de VRT haalde. ‘450.000’, aarzelde Goossens. Maar een week eerder had journalist Dirk Sterckx al in een interview gezegd dat er amper 200.000 kijkers op het tweede net afstemden. Terwijl de televisienetten richting afgrond schoven, wist de grote baas niet eens hoeveel kijkers ze hadden. Toen besefte iedereen in het parlement dat het zo niet meer verder kon.

GEYSELS: De VLD verkondigde zijn liberale visie op de media en de omroepen, de parlementaire kritiek op de rode burcht van de BRT-nieuwsdienst zwol aan en vanuit verschillende hoeken werd er aangestuurd op de depolitisering van de besluitvorming.

VAN ROMPUY: Binnen de parlementaire commissie Media rees de vraag welke rol de openbare omroep eigenlijk moest spelen nu een commerciële zender de helft van de kijkers bereikte. Sommigen, zoals toenmalig VLD-voorzitter Guy Verhofstadt, vonden dat we de openbare omroep maar beter met- een konden afschaffen – overigens tot grote woede van enkelen van zijn partijgenoten. Anderen, zoals de mensen rond deze tafel, pleitten voor een sterke, gemoderniseerde openbare omroep. Bouwen aan een toekomst voor de openbare omroepen, het rapport van de consultants van McKinsey, gaf de pijnpunten aan. Ze formuleerden de doelstellingen van de openbare omroep, pleitten voor een nv-structuur en contractueel personeel en tekenden de machtsverhoudingen uit tussen raad van bestuur en gedelegeerd bestuurder. Uiteindelijk heeft dat rapport de basis gelegd voor wat in december 1995 het Minidecreet zou worden.

Kunt u verklaren waarom er in 1995, in tegenstelling tot vandaag, zo’n grote eenstemmigheid was over hoe de openbare omroep er in de toekomst moest uitzien?

VAN MECHELEN: Wellicht heeft dat zogenaamde white sheet of paper van enkele VRT-journalisten er iets mee te maken. Onder meer Siegfried Bracke, Jos Bouveroux en Leo Hellemans hebben in die periode álle partijhoofdkwartieren bezocht om hun standpunten uit de doeken te doen. Daardoor zaten alle partijen al op dezelfde lijn toen de debatten in de mediacommissie begonnen.

GEYSELS: We wilden allemaal een ‘slagkrachtige openbare omroep in een duaal medialandschap’. Die consensus blijkt uit alle commissieverslagen en interpellaties. Artikel acht van het decreet, dat de missie van de openbare omroep vastlegt, is door álle commissieleden goedgekeurd. In dat artikel staat duidelijk dat de openbare omroep geen nichezender mag worden.

VAN ROMPUY: De lakmoesproef voor ons beleid was de aanstelling van een gedelegeerd bestuurder. Ik had volledig vrij spel: er waren geen partijpolitieke interventies, en de regering oefende geen druk uit. Uiteindelijk kwamen de koppensnellers van Russell Reynolds Associates aanzetten met Bert De Grae- ve: een man met charisma en het perfecte profiel, van wie iedereen aanvoelde dat hij het decreet zou uitvoeren in de geest waarin het was geschreven.

VAN MECHELEN: De Graeve praatte met de vakbonden, drukte een nieuw werkreglement door en deed de mentaliteit helemaal kantelen. Toegegeven, om het sociale puin te ruimen, hadden we hem een dikke financiële enveloppe gegeven, en met geld is alles te koop. Maar hij heeft de boîte in elk geval veel sneller uitgemest dan iemand voor mogelijk had gehouden.

U krijgt weleens het verwijt dat zowel De Graeve als Mary te veel carte blanche hebben gekregen.

VAN MECHELEN:(blaast) De Graeve was een crisismanager, en die krijgen al eens wat meer vrijheid om te handelen. U moet hém maar vragen of ik de beheersovereenkomst klakkeloos ondertekende, zoals Geert Bourgeois weleens durft te beweren. (Fel) Over die beheersovereenkomst is máándenlang onderhandeld. Bikkelhard. Het operationele concept is door de VRT geschreven, maar de versie die ik uiteindelijk heb ondertekend, was fors aangepast. En De Graeve zag de plafonnering van zijn inkomsten uit reclame en sponsoring die ik had doorgedrukt echt als een bedreiging voor de toekomst van de openbare omroep. Ze mochten nog tot 47,5 miljoen euro gaan, en dat haalt de VRT op één been.

VAN ROMPUY: De financiering van de VRT was destijds een belangrijk discussiepunt in de mediacommissie. Jos en Dirk waren voorstander van gescheiden financiering. Zij wilden dat de VRT uitsluitend van zijn dotatie zou leven en VTM van zijn reclame-inkomsten.

GEYSELS: Die visie heb ik in 1999 wel bijgesteld, hè. De Graeve heeft me er toen van overtuigd dat de openbare omroep ofwel inkomsten uit reclame moest hebben ofwel een dotatieverhoging die veel verder ging dan de afgesproken 4 procent.

VAN ROMPUY: Van Thillo was daar woedend over. (lacht) Ik zei altijd dat hij de gemengde financiering best mocht afschaffen, maar dat we dan wel een manier moesten vinden om meer geld uit de begroting te halen. Vandaag draait de openbare omroep op een budget van 391 miljoen euro. Dat is 150 miljoen euro meer dan in de eerste beheersovereenkomst van 1995. Zo’n forse stijging had de Vlaamse overheid nooit alleen kunnen dragen.

VAN MECHELEN: In combinatie met de groeiende reclamemarkt moest de bovengrens voor de reclame-inkomsten van de VRT de commerciële omroep de nodige zuurstof geven om te overleven. Natuurlijk kon ik niet weten – net zoals De Graeve en Van Thillo dat niet wisten – dat VTM zijn vernieuwingskracht zou verliezen en dat de reclamemarkt in 2001 als een pudding in elkaar zou zakken. Dat was het einde van het evenwichtige medialandschap.

De onderhandelingen over de vorige beheersovereenkomsten draaiden vooral rond geld, maar dit keer gaat de discussie over de missie van de VRT. Hebben de lobbygroepen het geweer van schouder veranderd?

VAN ROMPUY: Deze keer gaat het ook over geld. Tony Mary wil 200 miljoen euro voor acht themakanalen om op de digitale kar te kunnen springen. Maar Van Thillo gelooft niet in de snelle opmars van digitale tv in Vlaanderen en denkt dat Mary de digitalisering als excuus gebruikt om meer geld naar de VRT te kunnen afleiden.

Van de vorige investering in digitale televisie – de zogenaamde e-VRT – is vandaag toch ook niet veel te merken?

VAN MECHELEN: Nochtans is al dat geld in innovatie geïnvesteerd. We hebben er onder meer het Instituut voor Breedbandtechnologie mee opgericht, dat ons in de nabije toekomst twee- tot drieduizend nieuwe jobs moet opleveren. Met dat geld is geïnvesteerd in infrastructuur die niet alleen voor de openbare omroep toegankelijk is, maar ook voor de zenders van Van Thillo, die digitale televisie destijds veel te riskant vond om in te investeren.

Vreest u niet dat de VRT zijn digitale platform zal gebruiken voor kerntaken als cultuur of informatie?

GEYSELS: (Kortaf)Dan zou de openbare omroep niet meer doen waar hij voor is opgericht.

VAN MECHELEN:(laconiek) Het Vlaamse regeerakkoord is wat dat betreft overduidelijk: artikel 8 blijft onverkort gelden: de VRT mag geen nichezender worden. (stoot Van Rompuy lachend aan) Ik heb het op weg naar hier nog eens herlezen: eigenlijk hebben wij destijds toch een fantastisch decreet geschreven, hè?

Door Frank Demets, Ann Peuteman en Karl van den Broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content