China koppelt zijn munt los van de dollar. Een beslissing met grote symbolische waarde, maar de vraag blijft of ze fundamenteel iets verandert.

Het was een droge mededeling op de Chinese staatstelevisie, toevallig of niet een dag nadat de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Alan Greenspan de eerste van zijn twee toespraken voor het Amerikaanse parlement had gehouden. Volgens de Chinese nationale bank zal de yuan worden losgekoppeld van de dollar, de munt waaraan hij al elf jaar zat vastgeklonken. Voortaan wordt de waarde van de Chinese munt afgewogen tegen een korf van vreemde munten, en dat zal hem al meteen een paar procenten duurder maken.

Analisten in de hele wereld juichten. China zou eindelijk meestappen in de regels van de internationale vrije handel, die al sinds 1973 door muntkorven wordt geregeerd. Een duurdere yuan zou de Chinese honger naar Amerikaanse schatkistpapieren stillen, en vermijden dat Chinese producenten hun goederen ver onder de marktprijzen in Europa en de VS bleven dumpen. Door de onderwaardering van de yuan is het Chinese handelsoverschot geëxplodeerd: in 2005 hebben de Chinezen 9 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) in het buitenland verdiend – 33 miljard euro in totaal, 30 procent méér dan een jaar geleden.

Daarom kón China niet met de armen over elkaar blijven zitten, stelden commentatoren. De economie verkeert in overdrive: vlak voor de Volksbank het nieuwe muntregime had aangekondigd, raakte ook bekend dat het Chinese bbp met 9,6 procent was toegenomen. Wellicht is dat nog een voorzichtige schatting. Analisten becijferden de echte groei op 12 procent – op basis van, onder meer, het verbruik van elektriciteit en de omzetstijgingen in het goederenvervoer.

Maar die groei komt vooral tot stand door investeringen, niet door consumptie. En dat brengt eerder vroeg dan laat de kasstromen van de al oververhitte lokale industrieën onder druk. Een duurdere yuan moet de balans herstellen en de consumptie doen toenemen, zoals de aanpassing van de intrestvoeten dat vanaf oktober 2004 heeft gedaan. En hij moet de anti-Chinese gevoelens temperen in Europa en de VS, waar de roep om importbarrières voor Chinese producten steeds harder klinkt.

Op het eerste gezicht haalt de herschikking van de Chinese monetaire politiek het vuur uit de lont. Maar het is een broze wapenstilstand. De opwaardering van de yuan heeft bijlange niet de omvang die Greenspan en de Amerikanen hadden gewild. En hoe de waarde van de munt nu precies bepaald zal worden, daarover spuit de Chinese nationale bank opvallend veel mist. De waarde van de yuan zal elke dag worden aangepast, maar niemand zegt tegen welke munten ze zal worden afgewogen. Het laat zich raden dat de dollar een cruciale referentie blijft en dat China de Amerikaanse intrestvoeten dus zal blijven beïnvloeden. En dan is het bij de eerste ontsporing – nóg een oproep van Greenspan, of weer een Chinees bedrijf dat een Europese of Amerikaanse multinational wil opkopen – opnieuw heibel.

Frank Demets

De duurdere yuan moet de anti-Chinese gevoelens in Europa en de VS temperen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content