Landdieren die geregeld te water gaan, moeten speciale eigenschappen ontwikkelen om vlot van omgeving te kunnen wisselen. Onder water kunnen ze te kampen krijgen met zuurstoftekort of hinder bij verplaatsingen, weer boven water kan een waterfilm op de huid de warmteregulatie hinderen of schimmelvorming uitlokken.

Bioloog Simon Baeckens (UAntwerpen) en zijn collega’s beschrijven in The Journal of Experimental Biology hoe bepaalde landhagedissen zich aan een leven in water hebben aangepast. Met een elektronenmicroscoop bekeken ze de huid van de diertjes. Ze ontdekten dat de microstructuur van de huid van landhagedissen die geregeld te water gaan anders is dan die van verwante pure land- diertjes, met onder meer langere haarachtige uitsteeksels die waterafstotend werken. De waterafstotende huid maakt het mogelijk dat de dieren luchtbelletjes in de neusgaten ‘meenemen’, die ze onderwater kunnen gebruiken voor hun ademhaling.

Landhagedissen die geregeld te water gaan, ontwikkelen een waterafstotende huid.

Andere onderzoekers melden in Proceedings of the National Academy of Sciences dat de neus van zoogdieren ontstaan is uit de kaken van reptielen (zoals hagedissen). Ze kwamen tot die conclusie door bepaalde cellen in de embryonale ontwikkeling individueel te volgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content