De nieuwe tuin van Elisabeth Lucie Baeten: ‘Onze kinderen zullen moeten wennen aan al die diertjes’

Elisabeth Lucie Baeten, ambassadrice van Maai Mei Niet, had zelf allesbehalve een biodiverse tuin. Tot Knack die onder handen nam. ‘Zie je dat vogeltje roefelen in het groen?’ vraagt ze. ‘Dat gebeurde vroeger nooit.’

Maai Mei Niet

Doe eind mei mee aan het Bloementelweekend en registreer nu uw tuin op knack.be/maaimeiniet

Toen Maai Mei Niet-­ambassadrice Elisabeth Lucie Baeten in het voorjaar van 2023 de deuren van haar keuken openzette, troffen wij een klassieke maar stemmig ingerichte stadstuin waar het fijn toeven was. De timing speelde in ons voordeel, bezwoer Baeten: er stond een licht briesje, de lente­zon wierp frêle licht op de witte en gele ­muren. Maar in de zomer, legde ze uit, weerkaatsen die muren het harde zomerse licht naar het midden van de tuin, waar de temperatuur dan ontzettend hoog oploopt.

Een bijkomende zorg: de ondergrond, honderd procent verhard. Nergens kon water insijpelen, nergens konden planten groeien – de zaailingen van de esdoorn die wortel hadden geschoten in het kunstgras buiten beschouwing gelaten. ‘Onhoudbaar’, zei Baeten. ‘Het plastic moet eruit.’

Korte tijd later had Knack een grote verrassing voor haar: een complete make-over van haar tuin onder leiding van tuin­ontwerper ­Frederik ­Houssin van het Ministerie voor Natuur en connaisseur par excellence van de natuurlijke en biodiverse tuin én de bedenker van Maai Mei Niet.

Verhard

Exact een jaar na dato bellen we opnieuw aan. In alle vroegte, want Baeten heeft het razend druk. De voorbije maanden heeft haar carrière een hoge vlucht genomen. De video’s die ze op Instagram post als ­‘Katrien van politieke PR’ zijn een sensatie. Haar volgers­aantal vertienvoudigde in een jaar tijd. Tussen de filmpjes door schrijft ze ­columns voor Feeling en werkt ze aan een nieuw boek, dat ­‘letterlijk binnen dit en drie ­weken klaar moet zijn’. Maar eerst mag Knack een nieuwe blik werpen op haar tuin.

Vragen over planten en dieren kan ze niet beantwoorden, maar gelukkig is ook wederhelft Vincent ‘Vinnie’ Valckx present: ‘Blijf je in de buurt, bol? Jij weet er zo veel meer van dan ik. Ik ben in die tijd ook ­geopereerd (Baeten getuigde in Pano over de pijnen die ze doorstond ten gevolge van ­adenomyose, nvdr), ik was er mentaal niet altijd bij.’ Vanuit de keuken – het gras is nog te pril en mag niet betreden ­worden – zijn we getuige van een heuse metamorfose.

Baeten: ‘Kort nadat jullie hier geweest zijn, hebben we een grondwerker laten komen om het beton uit te breken. Onze tuin, dat zul je je nog herinneren, was verhard. En nog geen klein beetje, hij was hard verhard.’

Saunacomplex

Een beknopte geschiedenis van de echtelijke woning van het paar Baeten-Valckx leert wat er aan de hand was: de statige burgerwoning was lange tijd onderdeel van een saunacomplex. De achterste helft van wat nu de tuin is, was toen een binnenzwembad, gedeeltelijk in de grond gegraven en omzoomd met een muur van een halve meter hoog.

Valckx: ‘Toen de vorige eigenaar de sauna weer wilde omturnen tot woonhuis, brak hij de betonnen rand van dat zwembad af en gooide het puin in de ondiepe zwemkuip. Toen wij het huis kochten, lag er onder de betegelde koer dus een dikke laag beton en puin. Daarom werd het er zo warm in de zomer.’ Baeten: ‘Dat hoekje daar noemden we ons tropisch hoekje, de olijfboom die er stond, groeide als gek. Wij hebben kleine kinderen, en in de zomer kreeg je hoofdpijn als je er te lang bleef zitten.’

Ik herinner me een interview met Bas Smets, de landschaps­architect die met zijn Brusselse bureau binnenkort de omgeving van de Parijse Notre-Dame mag heruitvinden. Eerder nam Smets al het Luma-park in de Franse stad Arles aan. Ook daar zat een dikke laag beton in de grond, waardoor daar een microklimaat ontstond vergelijkbaar met dat van een halfwoestijn. In de ­zomer liep de temperatuur er op tot 45 graden, met uitschieters tot 50 graden. Door te ontharden en door bomen en ander groen aan te planten, bracht Smets de gevoelstemperatuur terug naar 25 graden.

Dat effect beoogde Frederik Houssin op kleinere schaal in de tuin van Baeten. Houssin: ‘Dat ontharden was geen klein werk. Ze hadden er een graafmachine voor nodig, die met een hydraulische kraan over het huis werd ­getild.’ Baeten: ‘Elke keer als die kraan iets over ons dak liftte, liep ik gillend met de kinderen naar buiten. (lacht) Maar kijk, ons dak is ongehavend gebleven, goed gedaan van die mannen. In twee en een halve dag hebben ze twee volledige containers beton en steenpuin weggehaald.’

Koeler

Toen die horde genomen was, voerde de grondwerker een berg aarde aan. Houssin had erop aangedrongen om geen landbouwgrond te gebruiken, want die is meestal overbemest.

Baeten: ‘In een halve dag was ook die klus geklaard. En dan moesten we wachten.’

Houssin: ‘Je moet de aarde in laten zakken. Als je ze meteen nivelleert, zal het resultaat uiteindelijk oneffen zijn. Maar de sfeer was wel meteen anders, het was onmiddellijk koeler.’

Baeten: ‘Het was stoffig als het droog was en modderig als het regende, maar eigenlijk was dat al een prettige fase, omdat links en rechts van alles en nog wat opschoot uit de grond. Oh my God, dacht ik, er kan hier dan toch iets groeien.’

Houssin: ‘Dat is normaal. Aarde die je aanvoert, zit vol zaden, en er worden er vele ­andere aangebracht door de wind. In dit geval zat er niet veel bijzonders tussen, waardoor ik denk dat ze toch landbouwgrond hebben gebruikt. Het waren vooral grassen.’

Valckx herinnert zich nochtans levendig één plant die in het oog sprong: ‘Een bijzonder mooie, ranke plant die hoog uitschoot, er kwamen van die witte puntige bloemen aan, die zwarte zaadjes droegen. Toen Frederik ze zag staan heeft hij ze stante pede weggehaald. Supergiftig, zo bleek, voor mens en dier.’

Houssin: ‘Ah ja, juist, een doornappel. Datura stramonium, een typische pionier die vaak als eerste doorbreekt uit nieuw aangevoerde aarde. Een mooie plant, met die witte kelkbloemen, en ze bevat hallucinogene alkaloïden, maar ik raad recreatief gebruik sterk af. (lacht) De doornappel is extreem giftig. Vroeger werd het concentraat gebruikt om mensen te vergiftigen. In de landbouw zijn ze er beducht voor omdat ook koeien ervan kunnen sterven.’

Bostulpen

Baeten: ‘Frederik is al eens komen kijken toen de tuin nog betegeld was. Wij hebben toen onze wensen uitgesproken. Een stukje gazon was daar een van, de kinderen moeten in de ­zomer kunnen buitenspelen. Maar we hebben ons vooral goed laten begeleiden, we ­kennen er geen fluit van en vertrouwden Frederik volledig.’

Valckx: ‘Dat we het inheems zouden houden, was vanaf het begin de bedoeling. Maar wat meer is: bijna alles wat hier nu in onze tuin voorkomt, groeit ook in het park.’

Houssin: ‘In het park en eromheen. Ik heb eerst op waarnemingen.be gekeken wat er in de straat goed gedijt, en dan ben ik gaan kijken wat het park te bieden heeft.’

Het park waarvan sprake: het Rivierenhof, met 132 hectare het grootste van Antwerpen. Houssin: ‘Ik heb geprobeerd om zo veel mogelijk de natuurlijke situatie van de omgeving te reconstrueren. Dat gaat ­natuurlijk niet voor de volle 100 procent. Een paasbloem is een bosplant, maar dat mag, een tuin is geen natuurgebied. Ik heb ook bostulpen geplant, omdat het Rivierenhof de grootste populatie bostulpen van Vlaanderen heeft. Ik zoek altijd een goeie mix van natuur en cultuur. Een ommuurde stadstuin is geen natuurlijke omgeving, je moet rekening houden met droogte en hitte.’

Het ontwerp van de tuin kwam uit de koker van Houssin, maar het plant- en zaaiwerk is uitgevoerd door ‘de boys van de tuinbouwschool’, zoals Baeten de jongens van het vijfde jaar ­tuinaanleg en -beheer van het PITO in Stabroek noemt. Die boys zijn niet van het halve werk. Overal waar iets in de grond ging, lieten ze een kaartje achter.’

Baeten: ‘Handig, want wij kennen er niets van.’

Adderwortel

Op eenvoudig verzoek mailt Houssin een lijst met zo’n 70 klimplanten, bomen, struiken en bloemen. Ik herken evergreens als de klimop, de dovenetel, sneeuwklokjes en hyacinten. Er zijn tot de verbeelding sprekende soorten, zoals de adderwortel en het slangenkruid. In de gastronomische sfeer is er look-zonder-look, de gewone pastinaak en valse salie. Het is nog vroeg in het jaar, maar toch komt er al veel van dat groen tevoorschijn.

Baeten: ‘Het is razendsnel gegaan. Toen we terugkwamen van een reis was er van alles en nog wat beginnen te groeien en bloeien, ook het gras was op­geschoten. Het is plezierig dat we evolutie zien.’

Valckx: ‘Frederik had ons op voorhand niet veel hoop ge­geven, omdat hij ons niet wilde teleurstellen, maar zelfs hij is verrast door de snelheid waarmee het nu vooruitgaat.’

En ook de lokale fauna weet dat naar waarde te schatten. Als door God gezonden landt een musje in de tuin. Baeten is ­verrukt: ‘Kijk, keitof, zie dat ­vogeltje roefelen in het groen? Dat gebeurde vroeger nooit.’

Valckx: ‘Ik denk niet dat ik hier ooit één vogel heb gezien.’ Waarop zij dan: ‘Alleen duiven die zich vergist hadden.’ Hij weer: ‘Maar die zaten op de muur, die kwamen nooit in de tuin.’

Vijvertje

Terwijl het musje zijn ver­kenning van de tuin vervolgt, biecht Valckx op dat hij nog tekenen van leven heeft aan­getroffen: kleine gaatjes in de grond. Baeten grimast: ‘Dat was ook “een momentje”. Onze katten, die nog nooit een echte tuin hadden gezien, kunnen zich nu uitleven en dragen muizen binnen.’ Ze siddert: ‘Ik heb een muizentrauma. Ik heb ooit op een kot gezeten waar de muizen ’s nachts over mijn ­gezicht trippelden. Als ik een muis zie, ga ik – als in een teken­film – op een stoel staan.’

Het volgende item van de plaatsbeschrijving: een vijvertje, opgetooid met gele lis en vederkruid.

Baeten: ‘Frederik wilde dat vijvertje heel graag. Blijkbaar is dat een onmisbaar onderdeel van een ecologische tuin.’

Valckx: ‘De vijver is groter dan verwacht, hij is verdubbeld in oppervlakte door alle regen van de voorbije maanden.’

Baeten: ‘Vissen hebben we niet, dat is niet de bedoeling, maar ik heb gehoord dat we niet moeten schrikken als er op een gegeven moment toch kikkers hun intrek nemen. Het gebeurt dat reigers een kikker of dik­kopje uit een vijver op­vissen en die dan uit hun bek laten vallen. Maar het is Frederik toch vooral te doen om de insecten. Mijn kinderen zullen in elk geval ­moeten wennen aan al die dieren. Mijn dochter van zes schrikt zelfs van een gewoon vliegje. We zullen zien wat dat geeft als de libellen en hommels op de vijver afkomen.’

Valckx: ‘Het valt op dat er nu al veel meer leven is in de tuin. Bijen en andere insecten ­komen op die bloemen af.’

Baeten: ‘En heel kleurrijke ­kevers. Ik ben totaal geen ­lover van dat klein gedierte, maar als ik er nu een zie landen, spring ik een meter in de lucht. (klapt in de ­handen) Ze vinden de weg! Echt keileuk. Het is duidelijk nog niet af, maar het verschil met vorig jaar is enorm. Als ik ’s morgens de gordijnen openschuif, kijk ik naar iets groens. Ons terras kon er bij momenten echt vuil uitzien, ­natuur is nooit vuil.’

Pergola

We hebben de staat van deze prille natuurlijke tuin bijna ­helemaal opgemaakt. Ik merk op dat een hoek, achteraan in de tuin naast de barbecue, niet begroeid is. Op verzoek van Baeten en Valckx zal die plek verhard worden. Met een halfdoorlatend materiaal, dat toestaat dat water insijpelt zonder dat er zich plassen vormen.

Baeten: ‘Daar gaan we onze loungehoek zetten. En er komt een pergola. Frederik gaat nog een dakje op die palen zetten. Tegen die palen zullen klimplanten groeien, zodat we ook in de hoogte groen hebben.’

Het plaatje is compleet, de zomer kan beginnen. ‘Ik kijk ernaar uit. Het zal zo veel leuker zijn om ’s avonds vrienden uit te nodigen. Dat deden we wel al, maar onze tuin was een rommelig verlengstuk van het huis. En de verjaardagsfeestjes van de kinderen zullen we buiten kunnen doen.’

Valckx: ‘Onze tuin illustreert mooi jullie campagne. En het is een interessante les voor mensen die, net als wij, meer groen in de tuin willen, maar denken: dat gaat niet. Als het bij ons kan, dan kan het bij iedereen.’

Doet u ook mee met Maai Mei Niet en laat u de grasmaaier deze maand op stal? Registreer dan uw tuin op Knack.be/maaimeiniet

Elisabeth Lucie Baeten

1990: geboren in Leuven.

Studeerde taal- en letterkunde en Culturele Studies aan de KU Leuven.

Werkt als scenariste voor verschillende productiehuizen, schreef mee aan het tweede seizoen van Nonkels.

2019 tot 2021: columniste voor Knack.

Maakt furore op Instagram als ‘Katrien van Politiek PR’.

Ecoflora zorgt voor een ecologische en biodiverse tuin waar mens en natuur centraal staan. Ze leverden bij Elisabeth Lucie een mooi assortiment inheemse wilde planten, bloembollen, leibomen en zaden om haar stadstuin in te richten.

Partner Content