De opties voor individueel pensioensparen
U hebt voor pensioensparen verschillende mogelijkheden.
U hebt voor pensioensparen verschillende mogelijkheden: verzekeringen van ’tak 21′ of ’tak 23′, pensioenfondsen en sparen met een levensverzekering. Tak 21
Een verzekering van ’tak 21′ keert een gegarandeerd kapitaal uit dat bestaat uit het totaal van de betaalde premies, plus interesten aan een vaste voet. Die zal meestal tussen 2 en 4 procent liggen, naargelang de verzekeringsmaatschappij. Bovenop dat gegarandeerde rendement kan de spaarder ook een deelname in de winst krijgen. Die hangt af van de prestaties van de beleggingsportefeuille van de verzekeraar. Ook die winst wordt gekapitaliseerd, maar de interesten erop zijn vrij van belasting. Pensioenfonds Pensioenfondsen, aangeboden door de banken, bieden geen enkele rendementsof kapitaalsgarantie.
De premies worden gestort in een investeringsfonds dat de bank beheert. De banken stellen daarbij drie risicoprofielen voor: laag, gemiddeld en hoog. Hoe risicovoller de belegging, hoe meer je eruit kunt halen, als het tenminste goed gaat op de financiële mark – ten. Je goed informeren over het risicoprofiel is dus de boodschap. Je kunt kosteloos overstappen van het ene profiel naar het andere. Het is dus mogelijk om aan het begin van je loopbaan voor een ‘dyna – misch’ fonds te kiezen en naarmate je pensioen nadert over te schakelen op een ‘defensievere’ formule, om je opbrengst te verzekeren. Let wel, de belasting van 10 procent op de vervaldag slaat hier op de gekapitaliseerde premies plus hun interesten aan een fictief tarief van 4,75 procent. Als je gemiddelde jaarlijkse rendement lager ligt, heb je dus pech.
Tak 23
Verzekeringen van tak 23 zijn eigenlijk een soort pensioenfonds. Het geld wordt meestal net zo geïnvesteerd in fondsen. En net zoals pensioenfondsen garanderen ze rendement noch kapitaal op de vervaldag.
Sparen met een levensverzekering
Ook een mogelijkheid om op de lange termijn te sparen zijn levensverzekeringen. Die bestaan enkel als contracten van tak 21. De premies ervan zijn, in tegenstelling tot pensioensparen den van pensioensparen maximaal benutten voor je deze formule hanteert. Overigens zit er voor de fiscale aftrek van de premies een addertje onder het gras. De interesten van je hypothecair krediet zitten in dezelfde fiscale schijf. Als je al aan de maximale aftrek zit met je hypothecaire lening, kun je van deze formule geen gebruik meer maken op je belastingbrief. In de maandelijkse afbetalingen van je woonkrediet wegen de interesten met de jaren natuurlijk minder door.
Sparen met een levensverzekering wordt daardoor mettertijd fiscaal interessanter. Het is ook interessant om voor je 55e in dit soort spaarformules te je rekening komt, wat meteen de schijnbare mildheid van de fiscus op de vervaldag verklaart. Misschien overweegt u op een bepaald moment om al voor uw zestigste het vergaarde kapitaal af te halen. Geen goed idee. De fiscale aftrek is immers ingevoerd om het sparen op lange termijn aan te moedigen, met het oog op een pensioen op de leeftijd die de wet voorziet. Tussen 60 en 65 dus. Ontvang je dat kapitaal eerder, dan riskeer je de maximale belastingvoet van 50 procent (plus verhoogde gemeente belasting) te moeten betalen. Op de premies die u voor 1 januari 1993 stortte, komt er een eenmalige heffing van 3 procent.
Frédéric Wauters, vertaald en bewerkt door Thomas Verbeke
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier