Nee, de Bende van Nijvel kwam niet uit de lucht vallen, beweert auteur Hilde Geens

Marnix Verplancke

Nee, de Bende van Nijvel kwam niet uit de lucht vallen, beweert Hilde Geens, ze groeide uit de Rijkswacht en uit een cultuur van corruptie en toedekking.

De loden jaren worden ze genoemd, de vroege jaren tachtig, toen de Bende van Nijvel 28 doden maakte, de CCC-bomaanslagen pleegde en het Heizeldrama met zijn 39 slachtoffers een metafoor werd voor het in elkaar stuikende België. Er was sprake van roze balletten en van het extreemrechtse wereldomvattende Gladio-netwerk dat stelselmatig de Europese democratieën probeerde te ondermijnen. Wie toen opgroeide, behoorde niet tot de generatie X, Y of Z, maar gewoon tot de lost generation.

In Het complot van de stilte gaat de bekende misdaadjournaliste Hilde Geens op zoek naar de oorsprong van die loden jaren. De Bende viel immers niet zomaar uit de lucht. Zij was het resultaat van een verrottingsproces dat al lang aan de gang was in de Belgische politiek, die bol stond van schimmige zaakjes, struisvogelgedrag en doodsbedreigingen. Als er één man symbool kan staan voor die tijd, beweert Geens, dan is het Paul Vanden Boeynants, de Brusselse vleeshandelaar die het tot premier schopte.

Schimmige zaakjes, struisvogelgedrag en doodsbedreigingen beheersten de Belgische politiek.

Geens, die eerder ook al Beetgenomen, zestien manieren om de Bende van Nijvel nooit te vinden schreef, keert terug naar de vroege jaren 1970, toen de Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) de heroïnetrafiek van Marseille naar de VS wou bestrijden. Ook in België moest er een DEA-afdeling komen en die zou graag helpen bij het opleiden van de leden van het splinternieuwe Nationaal Drugsbureau (NDB). De agenten leerden alles over infiltratie, provocatie, schijnkopen en gecontroleerde zendingen. Het waren illegale praktijken die leidden tot een sfeer van bandeloosheid. Het NDB handelde ook zelf in coke en heroïne, waardoor de grens tussen de stroper en de boswachter helemaal zoek was. Maar niemand greep in. Wat binnen de Rijkswacht gebeurt, blijft binnen de Rijkswacht, was het credo. Precies dat NDB lijfde twee mannen in die in de Bende van Nijvel een hoofdrol zouden spelen: Robert Beijer en Madani Bouhouche. Ze leerden er het klappen van de zweep, zo goed zelfs dat ze hun overste begonnen af te luisteren en aan de deur werden gezet, waarna ze voor zichzelf begonnen. Maar ze kenden inmiddels wel de juiste mensen die hen uit de wind zouden zetten.

Het complot van de stilte leest als een betere John Le Carré. Je zit vanaf het eerste hoofdstuk op het puntje van je stoel en laat je meevoeren met verhalen over met cocaïne gevulde diepvrieskippen en mannen die meer in de breedte dan in de lengte zijn gegroeid. En tezelfdertijd besef je dat dit veel meer is dan een Le Carré. Deze eersteklas onderzoeksjournalistiek gaat immers over ons eigen verleden. De vraag is dan of het waar is wat Geens schrijft. Het is alvast bijzonder overtuigend. De voorbije decennia is er zo veel mist in het rond gespoten dat het idee dat dé waarheid ooit aan het licht zal komen wellicht een illusie is. Wat Geens echter onomstotelijk aantoont, is dat de de algemene cultuur van corruptie en toedekking de ideale voedingsbodem vormde voor de loden jaren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content