Zo lang Stefan Verwey erover tekent, blijft het boek bestaan

'Hoe open ik een boek?' © GF

Al 2 decennia neemt Stefan Verwey met zijn literaire cartoons het boekenvak op de hak. De jubileumuitgave en tentoonstelling in het Amsterdamse Persmuseum doen hopen dat de tekenaar nog 20 jaar doorgaat.

Neem deze cartoon. Een vrouw staat bij de informatiebalie in een druk warenhuis. De ene werkneemster zegt tegen de ander: ‘Mevrouw vraagt naar de boekenafdeling. Hebben we die nog?’ Of deze. Een sullige schrijver staat op het punt zijn handtekening in een boek te zetten. Zegt de vrouw voor wie hij het doet: ‘Die botergeile passages heeft u zeker verzonnen’. Vooruit, een derde voorbeeld: Een man met een grimmige blik zit in de huiskamer achter zijn laptop. Verklaart tegen zijn vrouw: ‘Mijn boek niet uitgeven… Ik leg nu hun server plat’.

Boek openen

De cartoons van Stefan Verwey over het literaire leven brengen je iedere keer weer aan het lachen – al zie je ze voor de zoveelste keer. Een stuk of duizend maakte hij er sinds hij er in 1994 voor de boekenbijlage van ‘de Volkskrant’ mee begon (enige tijd ook overgenomen door ‘De Standaard der Letteren’). De beste zijn nu ter gelegenheid van zijn twintigjarig jubileum gebundeld in ‘Hoe open ik een boek?’. In het Persmuseum in Amsterdam is nog tot 28 september onder dezelfde titel een tentoonstelling te zien over Verwey’s literaire cartoons.

Zelf verklaart de 68-jarige tekenaar het succes uit het feit dat zijn prenten over het leven zelf gaan. De vernederingen én het succes van de schrijver, die de ene keer lange rijen aan zijn signeertafel heeft en de andere keer voor niets komt, weerspiegelen de vernederingen en het succes van ieder mens. Daarom kon hij ook zo veel langer met deze serie doorgaan dan de vier, vijf jaar die hij aanvankelijk voor ogen had. Maar de insider van het boekenvak herkent vooral de pijnlijkste gedachten van schrijvers, uitgevers, boekverkopers en lezers die Verwey haarfijn bloot legt.

Pijnlijke uitvergroting

Neem de cartoons uit de eerste alinea. De vrouw in het boekloze warenhuis toont de grote vrees dat binnenkort nooit meer iemand een boek ter hand neemt. De sullige schrijver die geen geloofwaardige seksscènes heeft geschreven, speelt perfect in op de angst van vaak morsige auteurs dat ze niet serieus worden genomen – én de angst dat hun werk als te autobiografisch wordt gezien. Eigenlijk is het helemaal niet grappig. Alleen omdat het zo’n pijnlijke uitvergroting is, moet je er tóch om lachen. En vaak onbedaarlijk ook.

De kracht van de cartoons zit hem in de eenvoud. Heldere zwart-wit tekeningen met hooguit enkele gearceerde kledingstukken – een stijl die je onmiddellijk uit duizenden herkent. Maar ook in de anonimiteit van de personages. Auteurs en uitgevers zijn nooit te herleiden tot bestaande personen. Daardoor ontbreekt wellicht iets vileins dat sommige literaire tekeningen van Peter van Straaten wel hebben, maar je wordt ook niet afgeleid door overbodige informatie. Verwey’s cartoons bevatten niets anders dan de essentie van waar ze een grap over willen maken. Ze zijn onvervalst vakwerk.

Maarten Dessing

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content