Belgische overheden sneller dan verwacht opnieuw voor rechter voor klimaatbeleid

Francesca Vanthielen, een van de gezichten achter de vzw Klimaatzaak. © Belga Image

Het Brusselse hof van beroep heeft beslist om de Klimaatzaak met voorrang te behandelen. De Belgische Staat moet zich in september volgend jaar, sneller dan verwacht, opnieuw voor de rechter verantwoorden.

Na een schriftelijke conclusieronde die zestien maanden in beslag zal nemen, komt de Klimaatzaak voor op 14 september 2023. Dat is beduidend sneller dan de gemiddelde doorlooptijden van het Hof, zegt Klimaatzaak.

‘We zien dit als een teken dat de Brusselse rechters de urgentie van dit dossier inzien’, zegt Sarah Tak, coördinator van Klimaatzaak vzw. Er zullen ook maar liefst twaalf pleitzittingen aan de zaak worden besteed.

In juni 2021 veroordeelde de Brusselse rechtbank van eerste aanleg de Belgische overheden collectief voor hun nalatige klimaatbeleid.

Nieuw klimaatrapport

Toch ging Klimaatzaak in beroep, omdat het vonnis de overheden wel in het ongelijk stelde, maar niet verplichtte tot actie.

‘De vaststelling van een systemische mensenrechtenschending werd met hetzelfde routineuze gemak weggezet als de alarmerende IPCC-rapporten en de grootschalige burgerprotesten’, zegt Tak. ‘Er kwam geen politieke bijsturing, ondanks de veroordeling door de rechtbank.’

In beroep mikt Klimaatzaak op een rechterlijk bevel om de mensenrechtenschending te doen stoppen. ‘Enkel zo kunnen de overheden verplicht worden om hun verantwoordelijkheid op te nemen in het voorkomen van de klimaatcatastrofe.’

De overheden blijven vrij in de keuze van hun beleidsinstrumenten, zegt ze, maar de minimale uitstootbeperkingen die nodig zijn om huidige en toekomstige burgers te beschermen, moeten worden opgelegd.

Partner Content