Lawrence Vanhove

‘Volgende federale regering moet metéén werk maken van een nog bredere fiscale hervorming’

Lawrence Vanhove Voorziter van Liberales en Politiek secretaris bij het Liberaal Vlaams Verbond

‘Dit gefaalde voorstel  mag niet leiden tot een nog lager ambitieniveau’, schrijft Lawrence Vanhove na de mislukte onderhandelingen over een fiscale hervorming. Dit opiniestuk maakt deel uit van de zomerreeks De Doordenkers van Knack.be: Loon naar Werken.

Vorige maand liep de brede fiscale hervorming van vicepremier en minister van Financiën Vincent Van Peteghem op een sisser af.  Hierop afkloppen had een succes geweest voor de federale regering. Het moderniseren van onze fiscaliteit is immers een van de meest cruciale werven voor dit land, gekoppeld aan een hoogdringende discussie over een fundamenteel kerntakendebat.

Een goed belastingssysteem vereist immers, zelfs los van de algemene hoogte van de belastingsdruk, een uitgebalanceerde mix van belastingsgrondslagen. Zo  kunnen we efficiënt middelen genereren vanuit verschillende bronnen, op een voorspelbare en regelmatige manier. Waar nodig kunnen we gedrag sturen en bepaalde ongewenste zaken belasten om dat te verminderen, zoals via een veralgemeende koolstofbijdrage, of fiscale voordelen creëren om bepaalde gedragingen dan weer te stimuleren, zoals pensioensparen.

Wat we nu echter bijzonder zwaar belasten is het arbeidsinkomen. De fiscale behandeling van arbeid alsof het iets ongewenst is, als je kijkt naar de hoogte van onze belastingsschalen, creëert een aanzienlijke drempel voor mensen om aan de slag te gaan. Dit resulteert in minder economische transacties en dus een beperktere welvaartscreatie. Deze effecten zijn vooral dramatisch voor kortgeschoolden, voor wie het  hierdoor vaak niet loont om actief te zijn op de arbeidsmarkt.

Onze arbeidsmarkt is wat dat betreft vaak nog erg conservatief: scholingsgraad bepaalt in grote mate de hoogte van onze lonen. Kortgeschoolden, laat ons eerlijk zijn, de mensen die vaak de zwaarste (of meest arbeidsintensieve) jobs uitvoeren, bevinden zich in het algemeen onderaan de inkomenscurve. Het is verontrustend dat iemand die het minimumloon verdient, al in de tweede belastingschijf van 40% terechtkomt. Hoe kunnen we dit acceptabel vinden, terwijl we van een andere groep – de gepensioneerden – die doorgaans kapitaalkrachtiger is, verwachten dat ze een absoluut minimum van 1500 euro netto ontvangen, no questions asked?

Dit creëert een situatie waarin mensen wel werken, maar desondanks onder de armoedegrens leven. Het feit dat er vacatures openstaan, duidt niet op profitariaat, maar eerder op een afhankelijkheidspositie die wordt opgelegd door ons belastingstelsel. Dit moet worden aangepakt. Wanneer het statuut van werkloosheid, met bijhorende wirwar aan ondersteuningsmechanismes, vouchers en kortingen, zorgt voor een afstraffing van wie wél een job vindt, dan kan het alleen maar mislopen.

(Lees verder hieronder.)

In een tijd waar werkgevers kampen met een algemeen tekort aan arbeidskrachten, en we tegelijkertijd te maken hebben met een aanzienlijk aantal mensen die nog niet actief deelnemen aan het arbeidsproces, is dit onbegrijpelijk.

Ik wil echter ook een lans breken voor degenen die momenteel niet actief zijn op de arbeidsmarkt.

Vanuit liberale hoek zijn er realistische recepten om kortgeschoolden aan het werk te krijgen. Bij Open VLD keurden we op het recente ledencogres een voorstel goed om dit aan te pakken. Een aan studie- en werkverplichting gekoppeld Earned Income Tax credit. Dit is een belastingskrediet dat alle sociale voordelen – los van schoolgeld en kindergeld – vervangt. Hierbij hangt het recht niet meer af van een statuut maar van het inkomen. Het is een perfecte basis voor een 21e eeuws compromis voor een gemoderniseerde welvaartstaat. Op termijn onderzoeken we of we dit verder kunnen doortrekken naar een negatieve inkomstenbelasting, die zorgt ervoor dat men onder een bepaalde inkomensgrens een bijpassing krijgt, die gradueel wegsmelt naarmate je een beter loon hebt. Zie het als een financieel haalbaar alternatief op het onbetaalbare gegarandeerde basisinkomen.

Er is geen ontkomen aan: de belasting op arbeid is in dit land gewoon te hoog. Die fundamenteel verlagen, zal alleen maar lukken wanneer dit gepaard gaat met een verlaging van de overheidsuitgaven. Maar zelfs zonder zo’n kerntakenoefening, kan en moet het belastingsstelsel efficiënter en rechtvaardiger. En dat betekent dat iedereen ook moet openstaan voor andere of nieuwe belastingen, zodat we de aanslag op ons arbeidsinkomen kunnen spreiden over andere bronnen.

Het probleem is dat onze verstikkende particratie keer op keer veto’s uitspreekt en te weinig bereid is om heilige huisjes op te geven in het maatschappelijk belang. Dat was zo bij de vorige generaties, maar dat geldt zeker ook voor de huidige generatie. MR-voorzitter Georges Louis Bouchez is daar de exponent van, met een quasi-Trumpiaans nulsomdenken. Denk maar aan het absurde gunstregime voor het topvoetbal en verdedigen belastingsvoordeel voor tweede verblijven, in zulke dossiers toonde men zich de Mouvement Conservateur.

We moeten afstappen van die verkramptheid en streven naar een grotere taart die voor iedereen aan tafel – en uiteindelijk de bevolking –  voordelen biedt. Het gefaalde voorstel van Van Peteghem mag ons niet leiden tot een nog lager ambitieniveau. Een zwakke, uitgeklede hervorming. Neen, de volgende federale regering moet juist een ambitieuze fiscale hervorming nastreven en dit als haar topprioriteit stellen en er in het eerste jaar mee aan de slag gaan. Het is niet vijf voor twaalf, maar tien over één.

We moeten nu handelen om een beter belastingstelsel te creëren dat de hele samenleving ten goede komt, waarin kortgeschoolden en mensen die vandaag inactief zijn eindelijk de kans krijgen om te floreren.

Lawrence Vanhove is voorzitter van de onafhankelijke denktank Liberales en politiek secretaris bij het Liberaal Vlaams Verbond.

Partner Content