Verkiezingen 2024: Vooruit, Open VLD, CD&V en Vlaams Belang lonken naar N-VA, Groen is het muurbloempje

Bart De Wever. © Getty
Walter Pauli

In een wereld waarin niemand echt van een ander houdt, wordt voortdurend geflirt. Met Bart De Wever als meest begeerde partner.

Zondagmiddag, VTM Nieuws. N-VA-voorzitter Bart De Wever vindt dat ‘het niet meer dan consequent’ zou zijn dat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau alle lokale coalities met de PVDA opblaast. Dat zijn er twee: Zelzate en Borgerhout. Het was De Wevers antwoord op een eerder dreigement van Rousseau: als de N-VA ook maar in één lokale coalitie zou stappen met het Vlaams Belang, zou zijn partij elk gemeentebestuur met de N-VA opblazen, Antwerpen inbegrepen. En dat terwijl velen al een bromance ontwaarden tussen beide voorzitters.

Waren De Wever en Rousseau elkaar plots het leven zuur aan het maken? Wellicht niet. Je kon die ‘schoten voor de boeg’ ook lezen als een oproep om elkaars gevoeligheden te respecteren. In werkelijkheid wil Conner Rousseau even snel af van lokale coalities met de PVDA als De Wever van derderangs-N-VA’ers die niet vies zijn van een lichtbruin bestuursakkoord met het VB.

Nochtans heeft niet de hele N-VA zin in een partnerschap met Vooruit. De Antwerpse schepen en coming lady Els van Doesburg verklaarde in De Zondag: ‘Sammy Mahdi is mijn natuurlijke bondgenoot, niet Conner Rousseau.’ Zij lonkt naar de CD&V-voorzitter om, als Vlaamse conservatieven onder elkaar, ‘samen een nieuw verhaal te schrijven’.

Iedereen schuifelt naar het midden van de overvolle dansvloer, ook al is daar amper ruimte.

Het hoort allemaal bij het bekende spelletje: kusje hier, kusje daar, maakt niet echt uit met wie. Hoe dan ook staat de N-VA als meest begeerde partij in het centrum van het politieke bedrijf. De partij is niet meer zo dominant als ze ooit was, maar alles draait om rekenkunde – of toch om de cijfers van de peilingen. Volgens de laatste Grote Peiling zou, indien er nu verkiezingen zouden zijn, het Vlaams Belang 21,6 procent van de stemmen behalen, de N-VA 21,5 procent, en de PVDA 8,6 procent. Samen goed voor 51,7 procent. Niet dat die drie partijen ooit samen een regering zullen vormen. Maar omdat geen enkele centrumpartij met het Vlaams Belang of de PVDA in zee wil gaan, betekent dit ook dat geen enkele Vlaamse regering mogelijk is zonder de N-VA.

Beste gabbers

Bart De Wever staat dus in het midden van de dansvloer, en elke andere partij moet aantrekkelijk genoeg zijn voor de N-VA, zonder zich daarom al te nederig te tonen – of al te opstandig, zoals Sammy Mahdi heeft ondervonden.

Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) is al achttien jaar een bovenste beste partner van de N-VA in opeenvolgende Vlaamse regeringen. Zij heeft dat subtiele spel helemaal in de vingers. De andere partijen hebben de Crevits-touch ook leren kennen, en beginnen hem te kopiëren. Bart Somers (Open VLD) profileerde zich in de discussies over de Septemberverklaring als de beste gabber van minister-president Jan Jambon (N-VA). Zelfs als lid van de Vivaldi-regering behaagt Vincent Van Quickenborne de N-VA. Hij en Somers steken de N-VA een handje toe door de grenzen van de open samenleving te bewaken, door ze te sluiten indien nodig. Daarom verzette de Open VLD zich niet tegen de stopzetting van de Vlaamse steun aan het federale antidiscriminatiecentrum Unia. Somers en Van Quickenborne proberen ook met vereende krachten de Moslimexecutieve uit te schakelen. Mogelijk waardeert de N-VA die opstelling wel.

Muurbloempje

Voorlopig lijkt geen enkele partij Groen echt ten dans te vragen. In een klimaat waarin, op de PVDA na, alle andere partijen naar de N-VA lonken, is Groen al snel het muurbloempje. Mede daarom doen de nieuwe voorzitters Nadia Naji en Jeremie Vaneeckhout extra hun best om de aandacht te trekken. De groene partij koos plots voor een opvallend paars logo. Daarop staat zowel ‘Groen’ als de ontkenning ervan: ‘Groen is zoveel meer dan groen.’ Zelfs helgroene politici zien zich genoodzaakt om zichzelf te ontgroenen. ‘Wij hebben nooit gezegd dat het per se zonder kernenergie moet’, beweerde Kristof Calvo in Humo. Dat is natuurlijk geschiedvervalsing, en iedereen weet dat ook. Maar doet het ertoe? Welke politicus heeft in het gedrang naar het juiste plaatsje op de dansvloer nooit een elleboogje gezet?

Vlaamse Bouchez

Terwijl Hilde Crevits al langer one of the guys is, staat Sammy Mahdi (CD&V) nog een beetje buiten het Vlaamse clubje. Bij zijn aanval op de ontwerp-Septemberverklaring struikelde de CD&V-voorzitter over zijn eigen benen. Dat komt ervan als je plots in je eentje begint te pogoën, springend en draaiend en wild met armen en benen zwaaiend. Franstalige media houden wel van een snaak die de Vlaamse consensus aan zijn laars lapt, dus kreeg Mahdi nogal wat aandacht in La Libre Belgique en Le Soir. Daar was hij ineens een ‘réformateur’, een hervormer. Plots werd ook herinnerd aan oude akkoorden tussen Wouter Beke (CD&V) en Charles Michel (MR). Zelfs in Vlaanderen werd Mahdi vanwege zijn drieste stijl omschreven als ‘een Vlaamse Bouchez’. De meest drieste ‘overeenkomst’ die werd gevonden betreft hun… hond: Bouchez sleept de dwergkeeshond Lilo mee, Mahdi de chowchow Pamuk. Was het niet zo over the top, het zou bij hun imago kunnen horen: twee politici die hun tanden durven te tonen. Al is het meer beeldvorming dan werkelijkheid.

Het veilige midden

En zo schuifelt iedereen naar het midden van de overvolle dansvloer, ook al is daar amper ruimte. Elke partij is bang om te ver van dat veilige midden te belanden, want iedereen vermoedt dat daar de meeste stemmen te behalen zijn. Het klinkt paradoxaal, maar bij gebrek aan echte politieke meningsverschillen groeit het belang van bondgenootschappen, zeker met gelijkgezinden. Men zet graag de kleine verschillen in de verf, terwijl het draait om de grote gelijkenissen. In zo’n politiek klimaat draaien verkiezingen steeds minder om inhoud, laat staan om ideologie, en steeds meer om communicatie en uiterlijkheden.

Is dat ook niet de boodschap van de ultieme kusjesdansklassieker, La Bamba? ‘Yo no soy marinero, soy capitán’, ‘Ik ben geen matroos, ik ben kapitein.’ Want de kapitein heeft de grootste pet om stemmen te verzamelen. En maar lachen, en maar kussen, en maar hopen, en maar afwachten – zelfs met dichtgeknepen billen. Want hoeveel kiezers zullen toch stemmen op die twee extreme partijen die van de buitenwippers niet mee mogen dansen?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content