Pascal Smet dient ontslag in wegens betaling verblijfskosten Iraanse delegatie

Pascal Smet op 18 juni 2023 © Belga

Brussels staatssecretaris Pascal Smet (Vooruit) heeft zijn ontslag aangekondigd. Hij doet dat nadat er de afgelopen week commotie ontstond over het bezoek van een Iraanse delegatie aan een stedentop in  Brussel.

Brussels staatssecretaris Pascal Smet (One.Brussels-Vooruit) heeft zondagnamiddag zijn ontslag ingediend omdat hij de verblijfskosten van de Iraanse delegatie gedurende de top betaald zou hebben met Belgische middelen. “Ik kan het niet met mijn geweten in overeenstemming brengen dat er Belgisch geld voor verblijfskosten naar een vertegenwoordiger van het Iraans of Russisch regime zou gaan”, aldus Smet. Smet acht zichzelf politiek verantwoordelijk voor een fout van een medewerker en heeft aan Metropolis gevraagd de verblijfskosten van de Iraanse delegatie op zich te nemen.

Smet kwam vorige week in opspraak met betrekking tot de aanwezigheid van de burgemeester van Teheran Alireza Zakani op de Brussels Urban Summit, een internationaal evenement waar burgemeesters en steden van de hele wereld op vertegenwoordigd waren. Bij zowat alle partijen viel onbegrip te horen over die keuze en hier en daar werd om zijn ontslag gevraagd. Minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) hekelde donderdag nog de druk die Smet had uitgeoefend om die delegatie aan visa te helpen – iets wat hijzelf daags nadien ontkende.

De staatssecretaris houdt vol dat hij geen druk heeft uitgeoefend om de visums door te drukken, maar neemt ontslag omwille van een fout van zijn administratie. “Ook al wist ik het niet, het is onder mijn verantwoordelijkheid gebeurd. Ik had dit vrijdagnamiddag ook al moeten kunnen melden aan het Brussels Parlement, maar deze mail is kennelijk over het hoofd gezien.” 

Smet zou vrijdag aan alle medewerkers van het kabinet en zijn administratie gevraagd hebben om alle mailboxen te doorzoeken, daaruit zou deze mail opgedoken zijn. “Ik ben verantwoordelijk voor de fout van de medewerker, anderen zouden de medewerker ontslagen hebben. Mijn moreel kompas is belangrijker dan collega’s onder een bus te gooien.”

Volgens Smet is de beslissing volledig door zichzelf genomen en heeft partijvoorzitter Conner Rousseau (Vooruit) geen aandeel in het ontslag. De staatssecretaris betreurt nog dat hij de indruk heeft gegeven dat de Iraanse delegatie welkom zou zijn in de hoofdstad. “Iedereen die me kent, weet dat dat niet zo is en ik te goeder trouw in de internationale logica van een internationale stad, internationale conferentie en internationale organisaties heb gehandeld.”

Daarmee wijst Smet op het principe van stadsdiplomatie, “dat nog niet is doorgedrongen in België en tot bijkomend onbegrip leidt.” Smet duidt er nogmaals op dat “deze historische conferentie door 1.400 deelnemers als zeer positief werd ervaren en de uitstraling van Brussel heeft verbeterd.” 

Het zijn deze redenen die aan de basis liggen van het ontslag, aldus Smet. “Om al deze redenen, maar vooral omwille van de verblijfskosten, heb ik beslist om met ingang van middernacht ontslag te nemen als staatssecretaris van de Brussels Hoofdstedelijke Regering. Ik heb een moreel kompas, ik ben een mens”, zegt Smet.

Smet laat nog weten dat “iedereen die in dit dossier betrokken is, moet nadenken over zijn of haar verantwoordelijkheid. De minister van buitenlandse zaken moet voor zichzelf uitmaken of ze die verantwoordelijkheid wil opnemen.”

De staatssecretaris zegt dat hij “het heel erg vond hoe hij in het federale parlement onder de bus werd gegooid.” Daarmee duidt hij op de plenaire zitting van donderdag, waar parlementsleden van de oppositie, maar ook van de meerderheid, stevige kritiek aan zijn adres uitten, net als minister Hadja Lahbib.

Smet zal vanaf morgenochtend terug aan de slag gaan als Brussels parlementslid.

N-VA en Vlaams Belang wijzen op verantwoordelijkheid Lahbib

Oppositiepartijen N-VA en Vlaams Belang noemen het ontslag van Pascal Smet als staatssecretaris een terechte beslissing, maar vinden dat ook minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) haar verantwoordelijkheid moet nemen. Het is immers via haar diensten dat de veertien Iraniërs aan visa voor de Urban Summit in Brussel raakten.

“De enige juiste conclusie”, oordelen Brussels parlementslid Mathias Vanden Borre en Kamerfractieleider Peter De Roover (N-VA) over het vertrek van Smet. Die stapt op na een week forse kritiek op de aanwezigheid van veertien Iraniërs op de burgemeesterbijeenkomst in Brussel. Een van hen was Alireza Zakani, de burgemeester van Teheran en geen kleine garnaal binnen het Iraanse regime. Maar daarmee is voor De Roover de kous niet af. “Op het einde van de dag was het wel minister van Buitenlandse Zaken Lahbib die haar stempel zette onder de visa. Wanneer neemt zij haar verantwoordelijkheid op?”, klinkt het.

Minister Lahbib wees donderdag uitdrukkelijk richting Smet, omdat die behoorlijk wat druk zou hebben gezet om de visa voor de Iraniërs te bekomen. Woensdag vindt een extra commissie Buitenlandse Zaken plaats over het dossier “Daar kan ze zich niet langer verschuilen achter staatssecretaris Smet”, besluit De Roover.

Vlaams Belang zit op dezelfde golflengte. “De burgemeester van de Iraanse hoofdstad Teheran uitnodigen was de blunder te veel voor Smet”, zegt Brussels parlementslid Dominiek Lootens-Stael.

Maar ook minister Lahbib moet voor de extreemrechtse oppositiepartij opstappen. “Het was Lahbib die het visum voor de vertegenwoordiger van het Iraanse schurkenregime toekende op eenvoudig verzoek van Pascal Smet. Een minister die terroristen zomaar welkom heet, zit niet op haar plaats”, vindt Kamerlid Ellen Samyn.

Ook Céline Fremault, de Brusselse fractieleidster van oppositiepartij Les Engagés, noemt het ontslag van Smet onvermijdelijk. Ze prijst zijn beslissing, al veegt die niet de spons over de aanwezigheid van de burgemeester van Teheran en zijn delegatie in Brussel, die niet goed te praten valt, aldus Fremault. “Ik wens hem in eigen naam de nodige sereniteit toe en twijfel er niet aan dat hij zijn energie en creativiteit snel ten dienste van positieve projecten zal stellen.”

Ans Persoons en Hannelore Goeman in beeld om Smet op te volgen

Nu Pascal Smet (one.brussels-Vooruit) ontslag heeft genomen als staatssecretaris, moet zijn partij op zoek naar een opvolger. Twee namen komen daarbij prominent naar voren: Ans Persoons en Hannelore Goeman.

Het is wellicht wachten tot morgen/maandag om te weten wie Smet opvolgt als staatssecretaris in de regering van Rudi Vervoort. Hij had een tamelijk ruim pakket bevoegdheden in zijn portefeuille: Stedenbouw, Europese en Internationale Aangelegenheden, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. 

Voorlopig is het nog gissen naar wie hem opvolgt. Een van de kandidaten is Hannelore Goeman (38). Zij zetelde de vorige legislatuur in het Brussels parlement. Bij de verkiezingen van 2019 was ze lijsttrekster van de Brusselse sp.a-lijst voor het Vlaams parlement, waar ze momenteel fractieleidster is van de Vlaamse socialisten.

Een andere naam die naar voren komt, is die van Ans Persoons (44). Zij is momenteel schepen van Stedenbouw, Openbare ruimte en Nederlandstalig onderwijs in de Stad Brussel. Ze was ook schepen in het vorige college in de stad, maar nam ontslag uit die coalitie in de nasleep van het Samusocial-schandaal. Bij de vorige verkiezingen trok ze de burgerlijst Change.Brussels.

Overzicht politieke loopbaan Pascal Smet

Smet had in de regering-Vervoort een ruim takenpakket. Hij was als staatssecretaris bevoegd voor Stedenbouw, Europese en Internationale Zaken, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp. Over zijn opvolging zou morgen/maandag worden beslist.

Pascal Smet werd geboren op 30 juli 1967 in Beveren-Waas. Hij behaalde in 1990 een licentie in de rechten aan de Universiteit Antwerpen. De Waaslander begon zijn politieke carrière op het einde van de jaren tachtig als gemeenteraadslid en werd nadien lid van de provincieraad. Tussen 1990 en 1992 was hij nationaal voorzitter van de Jongsocialisten.


In 1991 ging hij als dossierbehandelaar op het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen (CGVS) aan de slag. Na een jaar (1997) op het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte te hebben gewerkt, mocht hij zich in 1998 adjunct-commissaris van het CGVS noemen. Een jaar later werd hij adjunct-kabinetschef van minister van Binnenlandse Zaken Antoine Duquesne (PRL). Begin 2001 volgde Smet bij het CGVS Luc De Smet op als Commissaris-Generaal van de Vluchtelingen.


De slechte uitslag van sp.a bij de verkiezingen van 2003 in Brussel luidde zijn terugkeer in naar de politiek. Op vraag van voorzitter Steve Stevaert verving hij Robert Delathouwer als staatssecretaris in de Brusselse gewestregering. Smet kreeg er de bevoegdheden Mobiliteit, Openbaar Ambt en Brandweer. Het bleek een goede zet. De sp.a werd de derde Vlaamse partij en scoorde net iets beter dan de CD&V, waardoor de sp.a de ministerpost in de wacht sleepte.


In 2004 werd Pascal Smet dan Brussels minister van Openbare Werken en Vervoer. Hij oogstte vooral lof met zijn fietsbeleid in de hoofdstad. Smet gaf graag ongezouten zijn mening en dat werd hem niet altijd in dank afgenomen. Voorstanders noemden hem een doorzetter, tegenstanders laakten zijn eigengereid optreden en zijn niet altijd even realistische voorstellen, zoals het openluchtzwembad in Brussel.


Smet werd na de regionale verkiezingen van 7 juni in Brussel door Open VLD, CD&V en Groen buitenspel gezet. Dat stemde hem bijzonder bitter, maar al snel bleek dat hij een plaats kreeg in de Vlaamse regering, als de Brusselaar in de ploeg, met ook de belangrijke bevoegdheid Onderwijs.


Als Vlaams minister van Onderwijs legde Smet een behoorlijk hobbelig parcours af. Zo spoorden zijn kenmerkende voluntarisme en dadendrang niet altijd met de resultaten op het terrein. Smet boekte wel een aantal successen, zoals een akkoord over de TBS-regeling (de vervroegde uittreding) zonder sociale onvrede. Hij kwam ook zijn belofte na dat elk kind telkens op 1 september een plaats zou hebben op de schoolbanken.


Maar die successen raakten gaandeweg ondergesneeuwd door een aantal beloftes en ambities die niet (helemaal) werden waargemaakt, gaande van de hervorming van het secundair onderwijs tot het realiseren van grotere scholengroepen en een loopbaanpact.


Na de verkiezingen van 2014 verhuisde Pascal Smet opnieuw naar het Brusselse niveau en werd hij minister van Openbare Werken en Openbaar Vervoer. Binnen het college van de Gemeenschappelijke Bevoegdheid was hij onder meer bevoegd voor Bijstand aan Personen en Gezinsbeleid, allemaal domeinen waar tijdens die legislatuur heel wat rond te doen was.


Zo werd hij geconfronteerd met een aantal sluitingen van tunnels, wat aanleiding gaf tot de oprichting van de bijzondere tunnelcommissie in 2014, waaruit onder meer bleek dat de erbarmelijke staat van de Brusselse tunnels vooral te wijten was aan het gebrek aan interesse in het verleden en het chronische geldgebrek van het Brussels Gewest sinds zijn ontstaan. Eind 2017 zette de Brusselse regering het licht op groen voor een groot investeringsplan voor de Brusselse tunnels en viaducten.


Smet werkte voorts een omvangrijk fietsplan uit en stelde een investeringsplan voor de MIVB op, maar slaagde er niet in om zijn taxiplan door de regering goedgekeurd en uitgevoerd te krijgen. In de bicommunautaire bevoegdheden was Pascal Smet samen met Céline Fremault (cdH) de verantwoordelijke voor het uitwerken van een Brusselse kinderbijslag, die pas laat in de legislatuur definitief uitgewerkt was en reeds begin 2020 in werking treedt.


Samen met Fremault was hij ook de bevoegde minister in het Samusocial-schandaal, waarbij bestuursleden zich overmatig lieten betalen door de daklozenorganisatie zonder dat daar echt prestaties tegenover stonden. Maar de verantwoordelijkheid van het gewest bleek eerder beperkt. Het dossier leidde wel tot een grondige hervorming van het daklozenbeleid en van Samusocial zelf.
In aanloop naar de verkiezingen bouwde hij een stadslijst uit, die ook openstond voor onafhankelijken. One.brussels-sp.a behield haar drie zetels, maar werd de kleinste van de drie Nederlandstalige coalitiepartners, waardoor de partij slechts recht heeft op een staatssecretaris.


Deze legislatuur kwam er kritiek op Smet vanwege zijn contacten met Uber in de aanloop naar de hervorming van de taxisector. Een bijzondere commissie in het parlement pleitte Smet vrij.

Partner Content