Luc Barbé

‘Nieuwe kerncentrales: waarom ontsporen zoveel projecten op vlak van budget en timing?

Luc Barbé Energiespecialist en een van de architecten van de kernuitstap

‘De geschiedenis van kernenergie is er een van budgettaire ontsporingen en niet gerespecteerde constructietijden’, schrijven Luc Barbé en Alex Polfliet. In de aanloop naar de verkiezingen gaan her en der stemmen op om nieuwe kerncentrales te bouwen. ‘Kiezen voor nieuwe kerncentrales, groot of klein, heeft geen enkel industrieel-economische logica en vertraagt de klimaat- en energietransitie.’

Bent Flyvbjerg is professor aan de universiteit van Oxford en wordt wereldwijd erkend als een van de belangrijkste experts op gebied van grote projecten zoals luchthavens, metro’s en kerncentrales. Met zijn team analyseerde hij duizenden projecten om te achterhalen waarom sommige ontspoorden op gebied van kosten en timing en andere niet. Hun database bevat meer dan 16.000 projecten die ze onderverdeelden in 25 sectoren. Bovenaan de lijst van sectoren met budgettaire ontsporingen staan, in volgorde, de opslag van nucleair afval, Olympische Spelen en kerncentrales. Onderaan de lijst staan windenergie, energietransmissie en zonne-energie.

De nieuwe kerncentrale in Finland zou drie miljard euro kosten, het werd in totaal elf miljard. In Frankrijk zijn de kosten van de nieuwe centrale in Flamanville opgelopen van 3.4 miljard tot 11.4 miljard euro en het Rekenhof heeft het zelfs over 19 miljard euro. Het budget voor Hinkley Point C in het Verenigd Koninkrijk loopt op tot meer dan 50 miljard euro, meer dan een verdubbeling van het initiële budget. In de VS gaat de factuur van de kerncentrale van Vogtle van 14 naar 34 miljard dollar. In al die projecten is er ook jaren vertraging. De geschiedenis van kernenergie is er een van budgettaire ontsporingen en niet gerespecteerde constructietijden. Het is niet te verbazen dat kerncentrales zo hoog scoren in de tabel van Flyvbjerg.

Investeerders overal ter wereld zijn zich bewust van het risico op “Flyvbjergfacturen”. Het aandeel van nucleaire stroom in de totale stroomproductie nam op wereldvlak in 2022 verder af tot 9.2%. In dat jaar werd op wereldvlak 14 keer meer geïnvesteerd in hernieuwbare energie dan in kerncentrales. Ook China investeert veel meer in hernieuwbare energie dan in kerncentrales. De elektriciteitsproductie van kernenergie nam er tussen 2010 en 2022 5.5 keer toe, die van windenergie 15 keer en die van zonne-energie 600 keer. In enkele landen is er een heropleving van het nucleaire discours, maar geen enkel feit toont een economische heropleving van de sector aan.

Hier en daar bouwt men nog een nieuwe kerncentrale, maar dat gaat meestal om landen waar de bouwheer, vaak een overheid, niet hoeft bekommerd te zijn om de uiteindelijke factuur, denk maar aan China en Frankrijk. Eigenlijk is de koers gereden en kiest de planeet massaal en nog sneller dan de meeste experts voorspelden voor hernieuwbare energie.

Waarom ontsporen zoveel projecten op vlak van budget en timing? Bent Flyvbjerg wijst op verschillende factoren: het onderschatten van kosten en het overschatten van winsten, gebrek aan ervaring, politieke tussenkomsten en psychologische bias.

Bij kerncentrales zijn er specifieke problemen: elke kerncentrale is uniek, bijzonder complex en bovendien kunnen ingenieurs niet experimenteren, in de zin dat ze de centrale afwerken, ze laten proefdraaien, weer uit elkaar halen om te checken wat goed en niet goed loopt en ze weer in elkaar steken. Zo kan je moeilijk leren uit fouten.

In andere sectoren worden projecten veel vaker op tijd en binnen het voorziene budget afgerond. Daarbij zijn modulariteit en seriewerk vaak zeer belangrijk, zegt Flyvbjerg. Elon Musk paste het principe met succes toe in zijn Teslafabriek Gigafactory 1.

Het is niet toevallig dat wind- en zonne-energie zo goedkoop en succesvol zijn. Modulariteit staat er centraal, wat mogelijkheid tot leren faciliteert. Dat leidt tot minder risico’s, lagere kosten en snellere afwerking. Flyvbjerg stelt dat de aanpak van de klimaatcrisis zo belangrijk en urgent is, dat we massaal moeten kiezen voor wat we snel en gemakkelijk kunnen construeren.

De nucleaire sector heeft het werk van Flyvbjerg goed bestudeerd en promoot al enkele jaren SMR’s, nieuwe, kleine kerncentrales. De bedoeling zou zijn ze in grote aantallen te produceren, zodat er schaaleffecten zouden zijn en nucleaire elektriciteit goedkoper zou worden.  

Vandaag bestaan deze SMR’s niet. Het zijn “PowerPointreactoren”. Het meest verregaande project in de VS werd vorig jaar wegens uit de pan swingende kosten gestopt. Dat veroorzaakte een schok in de sector, want het ging om een watergekoelde reactor, een technologie waar men al meer dan een halve eeuw ervaring mee heeft. Tientallen andere SMR’s zitten her en der in de wereld in een of andere fase, meestal de planningsfase.

De nucleaire geschiedenis is er een van zowel internationale samenwerking als nucleair patriottisme. Frankrijk en Duitsland trokken zich in de tijd uit eigenbelang terug uit de opwerkingsfabriek Eurochemic. Einde Eurochemic. Er is, zelfs binnen de Europese Unie, nooit eensgezindheid gevonden over een uniforme vergunningsprocedure voor kernreactoren. Wie denkt dat de Fransen hun eigen SMR-project gaan opgeven en gaan kiezen voor dat van een ander land, droomt. Maar andere landen zullen ook niet enthousiast zijn om een Frans project te steunen. Als men het ooit in Europa toch eens zou worden over één type SMR, moet die gebouwd en getest worden. Dan zitten we ergens in 2040.

Ondertussen moet men nieuwe fabrieken bouwen om reactorvaten en kernbrandstof te maken, wat dure en complexe projecten zijn. In welke landen zal men die fabrieken bouwen? De besluitvorming zal jaren vergen en dan volgt nog de uitvoering van het industrieel project. Zelfs de productie van granaten verhogen neemt in Europa vandaag veel tijd in beslag.

Het kan dus 10 à 20 jaar vergen om de industriële capaciteit te hebben om honderden SMR’s te produceren, in de veronderstelling dat een type gevonden is dat goedkope elektriciteit produceert en dat er eindelijk een oplossing is gevonden voor kernafval en de risico’s op gebied van veiligheid en proliferatie van kernwapens. Tegen dan draait Europa al lang op hernieuwbare energie, opslag en efficiënte energie-uitwisseling.

Samengevat: industrieel-economisch gezien is er nog niet het begin van een geloofwaardig plan voor SMR’s. Maar wie bij deze hype vragen stelt, wordt afgemaakt als dogmaticus. Wie is hier dogmatisch?

Kiezen voor nieuwe kerncentrales, groot of klein, heeft dus geen enkel industrieel-economische logica en vertraagt de klimaat- en energietransitie. Elk miljard dat naar nieuwe kerncentrales gaat, is immers niet meer beschikbaar voor investeringen in een duurzame energietransitie. We hebben gelukkig kernenergie helemaal niet nodig voor onze elektriciteitsbevoorrading. Met hernieuwbare energie, opslag en goede uitwisseling van stromen zullen we er ook komen, en het is nog goedkoper ook.

Hoe komt het dat sommige politici toch nog voorstellen om nieuwe kerncentrales te bouwen? Sommige politici laten zich manipuleren door een bepaalde lobby, anderen proberen kiezers gerust te stellen dat ze de situatie onder controle hebben en dat consumptie- en productiepatronen niet moeten aangepast worden. Er zou een zogenaamd simpele oplossing zijn voor een complexe uitdaging. Dan zijn er nog politici die dit een prima dossier vinden om linkse en groen-progressieve krachten te stigmatiseren als dogmatisch en wereldvreemd. Deze tactisch-electorale maneuvers kaderen in het grote offensief van rechts en extreemrechts om culturele hegemonie te verwerven. 

De ene keer gaat het over de wolf, de andere keer over roetpiet of kerncentrales. Het doel blijft hetzelfde: mensen en organisaties die anders denken bestempelen als vijanden en dogmatici, ze ongeloofwaardig maken en uit het maatschappelijk debat duwen. Dat daarbij in het kernenergiedossier elke economische logica ontbreekt en men de samenleving dreigt op te zadelen met gepeperde Flyvbjergfacturen is dan maar zo.

Luc Barbé was vier jaar lang kabinetschef van Staatssecretaris voor Energie Olivier Deleuze en een van de architecten van de kernuitstap. Hij is auteur van de boeken “Kernenergie in de Wetstraat” en “België en de bom”.

Alex Polfliet is energie-expert en oprichter van Zero Emission Solutions, een studie- en consultancybureau dat gespecialiseerd is in hernieuwbare en duurzame energie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content