Ecomodernist vs. Greenpeace-activist: ‘Meer kerncentrales? Ik zie het gewoon niet gebeuren’

© ID/Tim Dirven
Peter Casteels

Kunnen we zonder kernenergie de opwarming van de aarde het hoofd bieden? Knack vroeg het aan ecomodernist Marco Visscher en Greenpeace-activist Jan Vande Putte. Hun antwoorden liepen helaas niet echt gelijk.

In zijn nieuwe boek Waarom we niet bang hoeven te zijn voor kernenergie citeert de Nederlandse journalist en ecomodernist Marco Visscher de beroemde klimaatactiviste Greta Thunberg. ‘De voorstanders van kernenergie zeggen alleen: “En wat vind je van kernenergie?” En dan glimlachen ze alsof ze in hun eentje alle toekomstige problemen van de wereld hebben opgelost.’

Iedereen die zich zorgen maakt over het klimaat heeft weleens met zo’n voorstander gesproken, maar het is al lang niet meer enkel dat type dat kernenergie promoot. Zelfs Thunberg verkondigt tegenwoordig dat we kernenergie goed kunnen gebruiken. De tegenstanders van kernenergie blijven evengoed overtuigd van hun gelijk. Knack zette Visscher samen met Jan Vande Putte van Greenpeace, die voor de ngo al jarenlang strijdt tegen en wijst op de gevaren van deze energievorm.

Zullen we niet zonder kernenergie kunnen in de strijd tegen de opwarming van de aarde?

Marco Visscher: Internationaal zeggen heel veel wetenschappers en gevestigde instituten als het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties, dat we zonder kerncentrales onze klimaatdoelen nooit halen. We bouwen beter zo snel mogelijk nieuwe centrales, en we sluiten zeker geen reactoren die nog bruikbaar zijn. De klimaatverandering is deels het gevolg van het verzet tegen die kerncentrales, want daardoor moeten we steenkoolcentrales gebruiken. Hoeveel meer moet de planeet opwarmen voor Greenpeace zijn verzet zal staken?

Jan Vande Putte: Ik ben nogal praktisch ingesteld: ik zie het gewoon niet gebeuren. Twintig jaar geleden werd ons ook de renaissance van de kernenergie voorspeld, maar sindsdien is dat aandeel in de elektriciteitsmix wereldwijd afgenomen van ongeveer 17 naar minder dan 10 procent. We moeten zeker in Europa vaststellen dat de kosten van kernenergie zijn geëxplodeerd, waardoor die energievorm in een competitieve, vrije markt gewoonweg dood is. Is het dan de schuld van Greenpeace dat die sector is geïmplodeerd? Ook in België zijn er nog genoeg mensen die maar blijven beweren dat kernenergie al onze problemen zal oplossen: MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez is daarvan het beste voorbeeld. Zijn uitspraken staan haaks op de realiteit.

Het is niet zo moeilijk om een kerncentrale weer op te starten. Je moet uranium aanvullen en het veiligheidssysteem updaten.

Marco Visscher

Misschien investeren we als samenleving beter wél veel meer in kernenergie, als we het echt nodig hebben om klimaatneutraal te worden?

Vande Putte: Er is even geleden een akkoord gesloten met acht landen waaronder België om in de Noordzee een immens geconnecteerd windmolenpark bij te bouwen. We steken ons geld echt beter daarin dan in nieuwe kerncentrales, want die parken zullen sneller klaar zijn en evenveel energie opleveren. De windboeren presteren bovendien altijd beter dan de voorspellingen, terwijl de nucleaire sector ons luchtkastelen belooft. Dat is allemaal blabla.

visscher: In Finland is er een prachtige kerncentrale geopend die ongeacht het weer één derde van de elektriciteitsvoorziening van dat land produceert.

Vande Putte: Ja? De derde reactor is stilgelegd omdat hij kampt met ernstige problemen. We zullen nog moeten zien wanneer die reactor echt wordt opgestart, en dan zal het waarschijnlijk met een beperkte capaciteit zijn. Hetzelfde verhaal in Frankrijk. Iedereen weet dat het nucleaire park van dat land ondermaats presteert.

Visscher: Zulke technische problemen zijn niet onoplosbaar. Let wel, ik wil wind- en zonne-energie niet uitsluiten. We zullen alles nodig hebben, maar iedereen weet nu ook wel wat Dunkelflaute is: momenten waarop wind en zon ons niet van energie voorzien. Iedereen die een windmolen in het landschap ziet staan, of een zonnepaneel ziet liggen op iemands dak, denkt er het best meteen ook de gascentrale bij die zulke tekorten moet opvangen.

Vande Putte: Dat is al lang niet meer waar. De elektriciteitsmodellen tonen ons dat we genoeg technische oplossingen hebben om een Dunkelflaute op te vangen. Elektriciteit kan veel efficiënter getransporteerd worden via hoogspanning, zodat overschotten en tekorten veel eenvoudiger kunnen worden uitgevlakt. Dat maakt een immens verschil in vergelijking met enkele jaren geleden. Maarten Boudry, de filosoof en ecomodernist uit Gent, zei mij eens dat hij nooit geloofde dat dat zou kunnen werken, maar het zijn netbeheerders als Elia die vandaag zulke modellen uitwerken. Zij maken daarbij heel conservatieve schattingen, want zij zijn er uiteindelijk voor verantwoordelijk dat het licht niet uitgaat.

'Windparken bouw je sneller dan kerncentrales en ze leveren evenveel energie.'
‘Windparken bouw je sneller dan kerncentrales en ze leveren evenveel energie.’ © Gettyimages

Visscher: Ik denk dat Jan wat geobsedeerd is door computermodellen. Superbatterijen, waterstof, Europese intergeconnecteerde netwerken: voorlopig bestaan zulke oplossingen niet of leveren ze ons onvoldoende op. Ik kijk liever naar de echte wereld. Welke landen zijn er al in geslaagd om heel veel koolstof uit te sparen? Frankrijk en Zweden, door in een korte tijd in de jaren zeventig kerncentrales te bouwen. In Europa kunnen we ons energieverbruik heus nog wel wat beter regelen, maar op wereldschaal zullen opkomende en arme landen meer en meer energie gebruiken. Gelukkig maar, trouwens. Dat betekent dat we de komende jaren veel meer energie moeten opwekken om de vraag bij te houden. We zullen kernenergie nodig hebben.

Vande Putte: Ik verbaas me vaak over ecomodernisten. Ze stellen zich voor als jongens die pretenderen alles af te weten van de nieuwste technologische oplossingen, maar meestal komen ze aan met achterhaalde documenten. De modellen waar ik naar verwijs, worden gebruikt om onze bevoorradingszekerheid te berekenen en die worden opgesteld volgens Europese regelgeving. Dat werk wordt niet gedaan met de natte vinger: tiens, als de wind niet waait, voel ik dat het licht zal uitgaan. Dat is gewoon niet ernstig.

Het klopt natuurlijk wel: België heeft gascentrales nodig na de sluiting van onze kerncentrales.

Vande Putte: Dat hadden we kunnen vermijden als de regering-Michel tijdig een beslissing had genomen. Het probleem in België is ook nog eens dat kernenergie een federale bevoegdheid is, terwijl zaken als vraagsturing, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie in Vlaanderen zitten. Maar mag ik opmerken dat Greenpeace zwaar heeft proberen te wegen op de discussie over het capaciteitsmechanisme om gascentrales te subsidiëren? Wij hebben daar een hele reeks bezwaren tegen ingediend, terwijl ik tijdens die discussies geen enkele ecomodernist heb gezien.

Visscher: Wij hebben helaas niet de fondsen waar Greenpeace over beschikt om alles te kunnen doen wat we zouden willen. Ik begrijp werkelijk niet dat het heropstarten van kerncentrales in deze klimaat- en energiecrisis nog een discussie is: het is ook niet heel erg moeilijk om zo’n centrale weer op te starten. Dat is een kwestie van uranium aanvullen en een update maken van het veiligheidssysteem. Het is allemaal niet zo ingewikkeld als mensen zoals Jan graag suggereren.

Vande Putte: Daar denkt het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, nvdr) bij ons wel anders over, en dat volgt gewoon de wetten die daarover zijn goedgekeurd.

Visscher: Wetten kunnen veranderen. Kernenergie is een speelbal in een politiek spel. België laat zich helaas nog altijd gijzelen door de beslissing uit 2003 om uit de kernenergie te stappen. Met verbazing kijk ik naar de manier waarop de Belgische overheid met de kernreactoren omgaat. Zeker voor Nederlanders is dat een heel verschil: wij hebben vandaag nog maar één kleine reactor, terwijl we er meer zouden willen. In het parlement en onder de bevolking steunt een meerderheid dat idee ook.

Helaas zijn overheden notoir onbetrouwbaar gebleken tegenover investeerders in kernenergie. Ze kunnen elk moment beslissen over zo’n kernuitstap, wat de belangrijkste reden is waarom de bouw van kerncentrales duurder is geworden. Het is de schuld van overheden dat er zo weinig kernenergie is. Zo werden de Belgische reactoren voor Engie een hoofdpijndossier waar het zo snel mogelijk af wil. Het staat liever klaar om de gascentrales uit te baten die jullie ter vervanging nodig hebben. Kernenergie blijft nochtans economisch interessant: zo’n centrale kost veel geld, maar ze levert goedkoop stroom en gaat makkelijk mee tot het einde van deze eeuw.

U citeert de klimaatwetenschapper James Hansen in uw boek. ‘Het verzet tegen kernenergie is echt krankzinnig’, vertelde hij u. ‘Al die angsten – over straling, over afval, over ongelukken – hebben geen basis in de wetenschap. Ze zijn quasireligieus en irrationeel.’ Bent u het daarmee eens?

Visscher: Ik sprak hem in 2017 tijdens de klimaattop van Bonn. Ik vond dat toen een hard oordeel, maar vandaag moet ik hem zeker gelijk geven dat het verzet tegen kernenergie antiwetenschappelijk is. Irrationeel is een lastig woord, ook al omdat ik in mijn boek juist probeer te verklaren waar die angsten vandaan komen. De atoombom heeft daar natuurlijk een grote rol in gespeeld, net als een totaal verkeerd begrip van wat straling is. Maar is het zo irrationeel om bang voor kernenergie te zijn als journalisten, actievoerders en zelfs de nucleaire sector zelf daar tientallen jaren lang onnodig angst over hebben gezaaid?

We hebben geen kernenergie nodig om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Jan Vande Putte

Vande Putte: Ik ben voor Greenpeace al jarenlang met stralingsbescherming bezig. Ik was net na de ramp in Fukushima in Japan, en sindsdien ga ik zo goed als elk jaar voor een maand terug voor onderzoek. In juli van dit jaar was ik ook nog in Tsjernobyl op uitnodiging van de Oekraïense regering om vast te stellen wat de Russen hadden aangericht. Ik was in 2011 ook betrokken bij de evacuaties in Fukushima. Wij zijn er ons op zo’n moment juist heel erg van bewust hoe belangrijk de juiste communicatie is. Je moet het risico niet onderschatten, maar je mag het zeker ook niet overdrijven. Wij hebben in die dagen dus ook mensen kunnen geruststellen die onnodig in paniek waren. Er zijn helaas ook zware fouten gemaakt door de overheid. Er zijn mensen geëvacueerd die niet hadden hoeven te verhuizen.

Visscher: En te weten dat de wetenschappelijke consensus is, zoals te zien in de studies van UNSCEAR (het VN-comité dat stralingseffecten onderzoekt, nvdr) dat er nul stralingsdoden zijn gevallen in Fukushima. Het zijn die overbodige evacuaties en de stress die ze hebben veroorzaakt die voor zeker tweeduizend doden hebben gezorgd. Ze werden geëvacueerd vanwege een stralingsniveau dat niet hoger ligt dan waar miljoenen mensen over de hele wereld elke dag mee leven. Straling is in de natuur overal om ons heen.

Vande Putte: Het is echt fout om te concluderen dat er geen stralingsdoden zijn gevallen in Japan. Dat valt niet af te leiden uit de statistieken. Bovendien hebben we het ‘geluk’ gehad dat 80 procent van de radioactiviteit in de oceaan is verdwenen. Voor de mensen die waren geëvacueerd lag het stralingsniveau 90 procent lager. Deels waren die evacuaties preventief.

Visscher: De stralingsdosis voor omwonenden was nooit hoger dan wat ze zouden oplopen bij een of twee CT-scans. Alle gevestigde instituten zijn daar duidelijk over: dat veroorzaakt geen meetbare gezondheidsschade. Of wil jij ook de radiologieafdelingen van ziekenhuizen sluiten, zodat mensen geen CT-scans meer kunnen krijgen?

Vande Putte: Er zijn vaak bijzonder goede redenen om CT-scans te doen. Zonder zo’n reden zou ik inderdaad wel afraden om onder de scanner te gaan, want er zijn natuurlijk wel significante effecten. Ik ken twee onderzoeken over de impact van lage dosissen straling waar ik nog nergens een ernstige repliek op heb gezien: een onderzoek onder honderdduizenden werknemers van kerncentrales, en een Australisch onderzoek dat kinderen opvolgt die CT-scans hebben ondergaan. Al is het risico heel klein, het is toch niet verwaarloosbaar.

Fukushima. '80 procent van de radioactiviteit is in de oceaan verdwenen.'
Fukushima. ’80 procent van de radioactiviteit is in de oceaan verdwenen.’ © Gettyimages

Kijk, wij pleiten met Greenpeace niet voor de onmiddellijke stopzetting van alle kerncentrales overal ter wereld. Wij pleiten voor een uitfasering, ook omdat we de baten niet zien. We hebben geen kernenergie nodig om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Maar wat ik persoonlijk wel een aberratie vind, is dat in Doel een kerncentrale zo dicht bij een economische pool als de Antwerpse haven staat, waar in een omgeving van dertig kilometer ook anderhalf miljoen mensen wonen.

Visscher: Dat lijkt me geen enkel probleem. Ik beweer niet dat we kerncentrales in het midden van een grootstad moeten bouwen, maar overal in de wereld staan ze op industrieterreinen. De context ontbreekt hier ook weer: zet alle energiebronnen op een rij en kernenergie is net zo veilig als zon en wind. Kolencentrales en andere fossiele brandstoffen zorgen jaarlijks voor miljoenen doden door luchtvervuiling. Greenpeace noemt de ramp in Fukushima nog altijd graag een kernramp, maar dat is het gewoon niet. De tsunami was de echte ramp.

Is die straling uw grootste bezwaar tegen kernenergie, meneer Vande Putte?

Vande Putte: Het verzet van Greenpeace wortelt in de strijd tegen kernwapens, en daarmee ben ik ook begonnen. Dat blijft mij ook grote zorgen baren. Landen als Saudi-Arabië, Iran en Turkije hebben al aangegeven dat ze kernwapens willen ontwikkelen. Ze hebben daar nucleaire technologie voor nodig. De civiele technologie voor kernenergie biedt een springplank om daarmee te beginnen, en die landen vinden het discriminerend en onacceptabel dat ze volgens de non-proliferatieverdragen niet over die technologie mogen beschikken. Als we echt van kernwapens af willen, moeten we ook af van kernenergie.

Visscher: We maken sinds het einde van de Koude Oorlog een nucleaire ontwapening mee. Het is helemaal niet zo dat die dreiging toeneemt, en kerncentrales hebben geen rol gespeeld in de proliferatie van kernwapens aan nieuwe landen. Nucleaire bewapening hangt namelijk niet samen met civiele kernreactoren. De internationale gemeenschap heeft bovendien genoeg veiligheidsregels om te voorkomen dat landen stiekem kernwapens maken, en politieke sancties voor landen met ambities om kernwapens te maken.

Ik probeer dit sympathiek te zeggen, maar ik heb het gevoel dat Jan graag telkens nieuwe bezwaren opwerpt en daarbij vooral focust op kleine, soms zelfs onbenullige zaken die niets afdoen aan het grotere verhaal. Iedereen ziet stilaan dat we kernenergie nodig hebben om ons klimaat te redden en een energiecrisis te voorkomen. Greenpeace neemt onverantwoorde risico’s met de toekomst.

Voor Groen was de inval in Oekraïne de reden om het verzet tegen de verlenging van onze jongste twee kernreactoren op te geven.

Vande Putte: Sinds die inval zijn wij vooral zeer bezorgd over de kernreactoren in Zaporizja. Ik vind het onbegrijpelijk dat zoiets helemaal geen effect lijkt te hebben op het debat over kernenergie, ook al zitten we in een energiecrisis. Het sierde premier Alexander De Croo wel dat hij toegaf dat we voor vijf of tien moeilijke winters staan. Het zal doorbijten worden, maar dat heeft meer te maken met de onvoldoende voorbereidingen voor hernieuwbare energie in het verleden dan met de plotse inval in Oekraïne.

Als het doorbijten wordt: houden we dan niet beter vast aan de kerncentrales die we hebben?

Vande Putte: Ik blijf bij mijn eerste punt: praktisch ligt dat heel moeilijk. De onderhandelingen met Engie zijn nog lang niet afgelopen. Ik ben ook bang dat Engie deze onderhandelingen zal gebruiken om de kosten voor de berging van het kernafval af te wimpelen op de Belgische overheid, zoals ook in Duitsland is gebeurd.

Visscher: De kerncentrale van Zaporizja is moderner en veiliger dan de reactor in Fukushima. De energiecrisis in Europa is echt een zoveelste reden waarom politici nu dringend werk moeten maken van versnelde procedures om nieuwe centrales te bouwen. Het verzet levert alleen maar meer vertraging op, terwijl ook de publieke opinie meer kernenergie wil. Dat blijkt uit elke peiling die daarover verschijnt. Daar moeten politici naar luisteren.

Marco Visscher

1976: geboren in Hoogeveen

Studeerde journalistiek en sociologie

2017: coauteur van Ecomodernisme

2022: publiceert Waarom we niet bang hoeven te zijn voor kernenergie

Schrijft voor o.a. de Volkskrant, Vrij Nederland en Humo, en host van de podcast Welkom in het Antropoceen

Jan Vande Putte

1965: geboren in Brugge

Studeerde politieke wetenschappen en stralingsbescherming

1994: werkt voor Greenpeace

Lid van de stralingsbeschermings-adviesgroep van Greenpeace en van de Adviesraad van de CREG

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content