Herman Matthijs (UGent, VUB)
‘Koningen van België en Nederland: een vergelijking van hun kostprijs en politieke positie’
‘Het Nederlandse koningspaar brengt een bezoek aan de zuidelijke Nederlanden, tijd om een analyse te maken van de politieke positie van de ‘royals’ en hun kostprijs’, schrijft professor Herman Matthijs.
Sinds 2012 is de Nederlandse regeringsvorming in handen van de Tweede Kamer en heeft het Paleis geen rol meer in dit dossier. In België is het daarentegen de politieke gewoonte dat de Koning, na elke federale verkiezing, de informateurs – formateurs – bemiddelaars – verkenners- ontmijners enzovoort op pad stuurt. Zo kan het Paleis wel richting geven aan een bepaalde coalitie, maar de Belgische Koning speelt geen enkele rol bij de vorming van de regeringen in de deelstaten.
Grondwet
Zowel in de Belgische als de Nederlandse grondwet staan er artikels die de Koning bevoegdheden geven die haaks staan op de politieke praktijk. Zo is er bijvoorbeeld historisch een innige band tussen de monarchie en het leger. Maar als gevolg van het bestaan van de NAVO staan de legers van de beide delen der Nederlanden onder het bevel van het westers militair bondgenootschap. De afbeelding van de staatshoofden zien we enkel nog terug op de euro-muntstukken en niet meer op de biljetten. Bovendien zal een eventuele verdere Europese integratie ten koste gaan van de macht en het bestaan van deze koningshuizen.
Toekomst
Volgens de Nederlandse peilingen gaat de populariteit van het Nederlandse koningshuis erop achteruit. Maar een echt discussiepunt is het pas vrij recent geworden, toen de jongeren van regeringspartij D’66 het standpunt naar voren brachten om van Nederland over tien jaar een republiek te maken. Verrassend is ook dat de jongeren van de liberale VVD opteren voor een protocollair koningschap zoals dat in Zweden. De twee andere regeringspartijen, het CDA en de CU, zijn voor het huidige systeem. Aangezien het Nederlandse politieke landschap enorm aan het veranderen is, denk aan de opkomst van de BoerBurgerBeweging (BBB), is het niet duidelijk of al die nieuwe partijen (BBB, VOLT, JA 21, PDD enz..) voor het huidige stelsel zijn wat de monarchie betreft.
In België wordt er niet zo openlijk over gepraat of gepeild. Dat neemt niet weg dat het aantal ‘theoretisch’ republikeinse gezinde partijen (LDD, PVDA-PTB, N-VA, Vlaams Belang) een optelsom aan het worden is in de richting van de helft van de leden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Van de groenen, de christendemocraten en de liberalen kan er steun worden verwacht voor de huidige rol van het koningshuis. Cruciaal is de vraag wat de socialisten willen veranderen? Puur mathematisch zitten Vooruit en de PS op de wip voor een eventuele wijziging van de positie van het koningschap. In ieder geval zal het Belgisch staatshoofd, na de stembusgang in juni 2024, voorzitters moeten ontvangen van grotere republikeins gezinde politieke partijen.
Kostprijs
De Belgische Koning krijgt een belastingvrije civiele lijst van 14 miljoen euro voor 2023. Er is nergens bepaald hoeveel hiervan als privaat loon moet beschouwd worden. De echtgenote van de Koning en de vermoedelijke troonopvolgster krijgen momenteel geen dotatie in dit land.
In Nederland zijn de budgettaire middelen voor de Koning opgedeeld in een inkomen (A-component) en de personele- en materiele uitgaven (B-component). Zo ontvangt Koning Willem Alexander een inkomen van 1.035.000 euro voor het jaar 2023 en een B-component van 5,3 miljoen of tezamen 6,4 miljoen euro. Maxima heeft een inkomen van 411.000 euro voor 2023 een B-component van 700.000 euro of samen 1,1 miljoen euro. De totale begrotingspost voor het Nederlands koninklijk echtpaar bedraagt voor 2023 dus ongeveer 7,5 miljoen euro, terwijl de Belgische civiele lijst zoals gezegd uitkomt op 14 miljoen euro.
(Lees verder hieronder.)
De Nederlandse rijksbegroting schrijft ook al een bedrag in voor de vermoedelijke troonopvolgster Amalia. Het gaat om 307.000 euro loon en 1,4 miljoen euro voor de personele-en materiele uitgaven. Maar dit bedrag wordt door haar teruggestort aan de begroting. Het gewezen staatshoofd, prinses Beatrix, krijgt een loon van 585.000 euro in 2023 en 1,154 miljoen euro voor de zogenaamde B component of samen 1,7 miljoen euro.
In België is er nog geen beslissing genomen over een dotatie ten gunste van de vermoedelijke troonopvolgster. Maar het gewezen staatshoofd, Koning Albert II, krijgt een belastbaar loon van 209.000 euro. Voor zijn andere uitgaven is er 889.000 euro voorzien. Hier ziet men ook dat het Nederlands systeem is overgenomen met twee componenten: loon plus personeels-materiele uitgaven. Maar in België krijgen ook andere kinderen van deze gewezen Koning een dotatie: prinses Astrid (105.000 euro aan loon en 277.000 voor de andere uitgaven) en prins Laurent (105.000 als loon en 261.000 voor andere uitgaven).
De enige dotatie in Nederland gaat dus om een bedrag van 585.000 euro aan loon, terwijl het bij ons gaat om 419.000 euro voor de drie dotaties samen. Wat de andere uitgaven betreft gaat het om 1,154 miljoen euro voor prinses Beatrix versus 1.427.000 voor de drie andere leden van de Belgische koninklijke familie.
Conclusie
Over de jaren heen Is Nederland meer geëvolueerd naar een protocollair systeem. Het valt ook op dat daar een openlijke discussie bestaat over de toekomt van de monarchie. Naar kostprijs zijn beide systeem deels wel en deels niet met elkander te vergelijken en is dat het resultaat van de historische evolutie in beide systemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier