Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Het is hoog tijd dat we de grote Augiasstal vol met fiscale koterijen uitmesten’

‘Minister van Financiën Vincent Van Peteghem is de weg kwijt in zijn eigen fiscale koterij’, schrijft Jean-Marie Dedecker.

Al een kwarteeuw lang worstelt onze arbeidsmarkt met de werkloosheidsval. Dit is de valkuil die ontstaat als de vervangingsinkomens en de sociale voorzieningen zo hoog zijn, dat het de moeite niet meer loont om uit werken te gaan. Van sociaal vangnet naar hangmat. Wanneer Deborah als gezinshoofd 1.707 euro leefloon per maand krijgt is het niet lonend om voor een handvol euro’s extra als kassierster in Delhaize aan de slag te gaan. Ze verliest prompt allerhande sociale voordelen zoals een huursubsidie, een verminderd energietarief… Ze moet meer betalen voor de kindercrèche enz. Daarenboven zijn we nagenoeg het enige Europese land waar je nog onbeperkt in de tijd kan stempelen.

Het zijn dus zotten die werken. We hebben werken immers financieel zo zwaar belast dat het een last wordt. Wie meer dan 15.200 euro per jaar inkomen heeft valt al in een belastingschijf van 40%.

We zijn wereldkampioen in het belasten van ons eigen zweet. Van elke 100 euro die een werkgever aan zijn werknemer betaalt, gaat er 53 euro naar sociale bijdragen en belastingen. Een werknemer die zijn brutoloon ziet toenemen van 2.500 tot 3.000 euro per maand, houdt van die loonsverhoging nauwelijks 129 euro netto over, terwijl zijn werkgever daarvoor 733 euro meer moet ophoesten. De verloningskosten (eindejaarstoelagen, sociale bijdragen, vakantiegeld…) stijgen immers met 8.800 euro, van 37.953 euro naar 46.753 op jaarbasis. Naast de werkloosheidsval hebben we nu dus ook de promotieval.

In 2014 ging nog 33,83% van de toename van die loonkosten naar de werknemer. Nauwelijks tien jaar later is het gezakt tot 17,53%. Onze lonen zijn met 20% gestegen tussen 2020 en 2023, maar de lasten erop zijn zo hoog dat we onze arbeid in solden zijn gaan aanbieden. Flexijobs, cafetariaplannen, jobbonussen, salariswagens enz. De Christelijke vakbond ACV, die naast het proletariaat traditioneel nog liever het profitariaat verdedigt dan het patronaat, vindt de schraapzucht van onze financiënminister op loonsverhogingen eindelijk ook te gortig.

Belastingen op arbeid brengen de overheid 22% van ons BBP op. Een Europees record. Btw levert nauwelijks 11% van ons BBP op door de vele uitzonderingen die gemaakt worden met de lobbyfiscaliteit. Een Btw-verlaging wordt eerst terecht gebruikt als fiscale stimulus of tijdelijke maatregel voor een bepaalde sector, maar het eindigt quasi altijd als een verworven recht. In 20 Europese landen is die Btw-opbrengst in hun BBP meer dan in ons land…onder het terechte motto dat de verbruiker moet betalen.

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) is nu zelf de weg kwijt in zijn eigen labyrint van fiscale koterijen. De belasting of “het Voordeel Alle Aard” (VAA) voor bedrijfswagens dreigt te hoog op te lopen. Met de verkiezingen in aantocht vreest onze tollenaar de afstraffing van de kiezers die nog geen stekkerautootje als salariswagen in hun garage hebben staan. Ze tuffen nog voort op hun hoestbui op vier wielen, omdat sommigen de actieradius van een diesel nodig hebben, voor anderen moeten de leaseperiodes nog aflopen en de levertijden voor stekkerautootjes lopen op.

(Lees verder onder de preview.)

De VAA– aanslag op het loon van de werkende mens is een erfenis van Van Peteghems partijgenoot Steven Vanackere toen hij een twaalftal jaar geleden minister van Financiën was in de regering-Di Rupo. Nu heeft Vanackere een uitloopbaantje als directeur en vicegouverneur van de Nationale Bank.

Het VAA is het forfaitair bedrag waarop de bestuurder belast wordt voor een bedrijfswagen die hij van zijn werkgever of vennootschap ter beschikking krijgt, en die hij ook voor zuivere privéverplaatsingen of woon-werkverkeer mag gebruiken. Die belasting wordt berekend op de cataloguswaarde en de leeftijd van de wagen, evenals op de CO2-uitstoot van de eigen bedrijfswagen tegenover de gemiddelde CO-uitstoot van het wagenpark, de referentie-uitstoot. Hoe lager de gemiddelde algemene uitstoot door het gebruik van meer elektrische wagens, hoe hoger de belasting op benzine- en dieselwagens wordt.

De minister besliste in 2021 dat alle bedrijven gans hun wagenpark tegen 2026 moeten elektrificeren op straffe van fiscale sancties, maar wringt zich nu in alle bochten om de gevolgen van zijn eigen maatregelen te temperen. Hij vreest ‘een Kristof Calvootje‘. Op de vooravond van de federale verkiezingen in 2019 wilde het Mechelse Groen-boegbeeld de salariswagen fiscaal in de gracht rijden. Voor zijn partij werd het een electorale crash. Een gewaarschuwd man is er twee waard.

Wij zijn als burgers zo gehersenspoeld dat we het normaal vinden om belasting te betalen op geld dat we verdienen. Om vervolgens belasting te betalen op geld dat we uitgeven, en om met geld belasting te betalen voor goederen die we bezitten en waarvoor al belasting betaald werd.

Terwijl de rijkste 50% van onze inwoners 93,3% van alle personenbelasting betaalt (de rijkste 10% zelfs 47%) wordt de afgunst doorlopend geactiveerd. De linkse schreeuw om steeds meer belastingen op vermogens op te leggen is valse spinnerij. Onder de taalgrens bijvoorbeeld staan de socialisten niet alleen in hun waanzinnigheid. De meloenen van Ecolo (rood van binnen, groen van buiten) willen 30.000 euro cadeau geven aan alle 25-jarige Belgen door een extra belasting te heffen op het vermogen van alle rijken. De ecosocialisten prediken de vierdaagse werkweek, en voor elkeen een puntenboek met zijn ecologische voetafdruk. Om hun spilzucht te betalen stelt een verwaaide doctoraatsstudent als Bakou Mertens bijvoorbeeld een belastingroof van 68% voor, op te hoesten door al wie meer dan 60.000 euro per jaar verdient. De communistische toolbox is onuitputtelijk.

(Lees verder onder de preview.)

In 2022 inde Vlaanderen 1,75 miljard euro aan erfbelasting, een kwart meer dan in 2019. De ontvangsten uit belastingen op vermogen bedragen in ons landje 4,2% van het BBP. Enkel in Luxemburg is het 0,3% meer, maar de belastingdruk op kapitaal is er nauwelijks 6%, omdat er in het Groothertogdom veel vermogen is.

Hier is  de belastingdruk op kapitaal 38%, de tweede hoogste van Europa, na Frankrijk met 60%. Het probleem ligt niet bij een gebrek overheidsinkomsten, in elke belastingdiscipline zijn we wereldtop, maar het ligt bij de verkwisting van de overheidsuitgaven. Sedert 1990 is de verspilzucht van de overheid met 13,7% van het BBP toegenomen. Niet de burger leeft boven zijn stand, maar de overheid. “We could say that the government spends money like drunken sailors. But that would be unfair to drunken sailors, because the sailors are spending their own money” zei Amerikaans president Ronald Reagan veertig jaar geleden. Ons land kende 31 regeringen in 52 jaar. Telkens kregen we systemisch ontspoorde financiën en een moddervet gesubsidieerd middenveld dat zich gedraagt als een staat in de staat.

Het is hoog tijd dat we de grote Augiasstal vol met fiscale koterijen uitmesten en een fiscale hervorming doorvoeren, waardoor arbeid terug adelt, de verbruiker betaalt en de spaarder beloond wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content