Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Dictatuur van opiniepeilingen: steekvlampolitiek om te behagen, en de ideologie verwatert’

‘Peilingen zijn ondertussen de giftige barometers geworden van onze democratie’, schrijft Jean-Marie Dedecker. ‘Politieke partijen stemmen er hun visie, programma en beleid op af. Bij elke peiling staat het angstzweet kniehoog in de wandelgangen van de partijhoofdkwartieren.’

Elke stembusgang wordt als de moeder van alle verkiezingen in de markt gezet. Het regent ondertussen aldoor peilingen naar het stemgedrag van de kiezer, al of niet met de natte vinger onderzocht. Elk medium consulteert zijn eigen waarzeggers en politieke weersvoorspellers. Twee weken geleden publiceerden De Zondag en Knack internetpeilingen uitgevoerd door Kantar, doorgerekend naar zetelverdeling op het provinciale niveau. Het betrof een bevraging bij 1077 Vlamingen (0,02% van alle Vlaamse kiezers), verspreid over de vijf provincies. Voor West-Vlaanderen werden dus 202 of 0,02% van  de 930.000 West-Vlaamse kiezers bevraagd. Tel daar de foutenmarge bij, en misschien is het wel accurater om -zoals de Romeinen- de ingewanden van vogels te raadplegen om de toekomst te voorspellen. Of je kunt je beter houden aan de wijze woorden, die vaak toegeschreven worden aan Winston Churchill: ‘Ik geloof enkel de statistieken geloofde die ik zelf heb vervalst.’

Peilingen zijn ondertussen de giftige barometers geworden van onze democratie. Politieke partijen stemmen er hun visie, programma en beleid op af. Bij elke peiling staat het angstzweet kniehoog in de wandelgangen van de partijhoofdkwartieren. Politici lopen immers gebukt onder het juk van het kortetermijndenken door de voortdurende opvolging van allerhande verkiezingen. De grote politieke partijen zijn zo afgegleden tot spuugfabrieken van ideeën op het ritme van die onderzoeken. Steekvlampolitiek om te behagen, waardoor de ideologie verwatert tot een slap sausje. Nochtans waarschuwde de Amerikaanse professor politicologie James Fishkin in 1988 al voor dit fenomeen: “Peilingen meten wat het publiek denkt als het niet denkt”. Het publiek stemt tijdens een peiling eerder gevoelsmatig dan conform de partijprogramma’s. Het wordt geleid door krantenartikelen, deugtafelgesprekken en dito amusementsprogramma’s op de treurbuis.

Je politieke waarde deint mee met de opiniepeilingen. Hoe beter de peilingen, hoe meer macht en invloed. Winnaars werven aanhang, en dat is waar het allemaal om draait. Politieke partijen zijn daarom als de dood voor peilingen door de media naar de stemintenties van de bevolking. In de periode dat ze vermoeden dat er gepeild wordt  adverteren ze dan extra op sociale media, van het Smoelenboek tot het Twitterriool, en ze verdringen dan mekaar om te mogen aanschuiven bij de kletsprogramma’s op tv.

Het socialistische Vooruit, dat bestaat uit marketing en personencultus, verplaatste zelfs haar congres naar december 2022 om in een peilingsperiode te vallen. Peilingen zijn de koortsthermometers van het politiek bedrijf, en de partijleiders kijken naar hun score in de politieke pop poll als een zanger naar de hitlijsten. CD&V-voorzitter Joachim Coens gooide zelfs in paniek zijn kap over de haag ten gevolge van desastreuze peilingen, en Open VLD-praeses Egbert Lachaert gaf er ontmoedigd ook de brui aan. We leven immers in een land dat bestuurd wordt door de grillen van de publieke opinie en waar de politieke beleidsvisies op lange termijn niet verder reiken dan de levensverwachting van een ééndagsvlieg. Laf vluchtgedrag, of zoals de Britse Iron Lady Margareth Thatcher het ooit verwoord zou hebben: “If you are guided by opinion polls, you are not practicing leadership, you are practicing followership.”

De aanloop naar de verkiezingen verloopt telkens volgens hetzelfde stramien. Nieuwe praat- en kletsprogramma’s zullen straks als paddenstoelen uit de potgrond schieten. Naar 9 juni toe zullen ze steevast tot een indigestie leiden bij het kijk- en kiesvee. Overkill door het herkauwen van steeds dezelfde onhaalbare beloften en infantiele slogans van steeds dezelfde lui die van hun politieke partij het debat mogen monopoliseren.

Gewone mensen baseren hun kiesgedrag nochtans vooral op hun eigen zorgelijke werkelijkheid van alledag. Zelfs onder de 150 federale volksvertegenwoordigers zitten er amper een handvol “praktisch opgeleiden” of gewone mensen. Ze verdwalen tussen de “theoretisch opgeleiden” die als producten van de diplomademocratie het- publieke debat beheersen met een zelfgenoegzaamheid die volgt uit hun meritocratische elitaire illusie. Op de PVDA na vind je ze zelfs niet bij genoegzaam links, want links is verschraald tot een demagogisch antifascisme, met progressiviteit als zelfgenoegzame pretentie dat mijlenver afstaat van de belevingswereld van de gewone man.

Een stoeterij van steeds dezelfde experten, (verdriet)analisten en editorialisten heeft meer invloed op het kiezersgedrag dan de politici zelf. Bij elke scheet in de Wetstraat staat er een analist klaar om er een donderslag van te maken. Elke editorialist schrijft met een gekleurde pen die hij of zij naar eigen goeddunken in vitriool of geleurde inkt dopt. Het zijn de influencers van het politiek theater die kunnen maken of kraken. Op elke nagel wordt met een zware moker geklopt. Van analist Dave Sinardet krijg je bijvoorbeeld soms het gevoel dat hij elke Vlaams-nationalist rauw lust, en als de lof van Europa moet gezongen worden, wordt professor Hendrik Vos steevast van stal gehaald. Advocaten van hun eigen vooroordelen.

Straks worden alle plucheklevers nog door de inktkoelies hautain beoordeeld met een puntenrapport. (Wie was de vlijtigste? Wie stelde de meeste vragen? …) Infantiel schoolmeestergedrag. Met ééntje heb ik nu al te doen, een postbode uit het extreemrechtse deel in het parlementaire halfrond. Ze struikelde over het woord McKinsey, dat ze in een commissie uitsprak als “Emsiekensie”. Het hoongelach en het leedvermaak van de Wetstraatwatchers en de collega-plucheklevers overstemden in grote toonaarden de wanklanken rondom het consultingbedrijf, die ze aanklaagde in het Bpostdossier. Een morele goedkope diskwalificatie tot het domste eentje in het wak, van een inhoudelijke opponent in het publieke debat. Zonder weerwoord doorgespoeld in de riolen en de toogpraatkuil van de sociale media.

Je zult door haar waarschijnlijk niet meer aangestaard worden op de plakborden vol slappe slogans langs de Vlaamse dorpswegen. Deze achterhaalde publiciteitsdragers laten de passanten even onverschillig als de grazende koeien in de wei. Maar voor diegenen die veroordeeld zijn tot een naamloze rit in de buik van het kandidatenpeloton, is het nagenoeg de enige mogelijkheid om aan de anonimiteit te ontsnappen. De schreeuw om aandacht is verstikkend. Je bent dan veroordeeld tot het afdweilen van de markten met bidprentjes of tot een infantiele actie op Tiktok, op Facebook of op X, met likes als enige brandstof.

De sperperiode is al begonnen en ik zal ook een paar maanden tussen de grazende verdwaasde koeien in de wei gaan posteren. Ik ga eventjes in schrijversquarantaine. I’ ll be back na 9 juni, na zwarte zondag. Dan zullen alle partijen zo vlug mogelijk vergeten wat ze ervoor beloofd hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content