‘Look What You Made Me Do’: de Taylor Swift in Bart De Wever
Tijdens Het Grote Voorzittersdebat van Knack en Trends-Kanaal Z volstond één interventie van Bart De Wever om te dreigen met een coalitie tussen de N-VA en het VB. En dat zal dan de schuld zijn van de andere Vlaamse partijen.
In een superverkiezingsjaar als 2024 wordt echt niets aan het toeval overgelaten, zeker niet in het eerste tv-debat met alle voorzitters van de partijen die in het Vlaams Parlement vertegenwoordigd zijn. N-VA-voorzitter Bart De Wever wist perfect waar hij aan begon in het Grote Voorzittersdebat van Knack en Trends-Kanaal Z toen hij de andere voorzitters de vraag stelde of zij andermaal een federale regering zouden maken zonder ‘Vlaamse meerderheid’ in de Kamer.
Die ‘Vlaamse meerderheid’ is eigenlijk een submeerderheid. Het is vooral een N-VA-eis, die Bart De Wever voor het eerst bovenhaalde bij de vorming van de regering-Di Rupo (2011-2014). Toen werd de N-VA – in 2010 nochtans de grote winnaar van de verkiezingen en de partij met veruit de meeste stemmen en zetels, Franstaligen inbegrepen – uiteindelijk niet betrokken bij de vorming van de nieuwe regering. De Vlaamse regeringspartijen (CD&V, Open VLD en Sp.a/Vooruit) in het kabinet-Di Rupo hadden samen 43 zetels. In een Kamer van 150 zetels (met een blokkeringsmeerderheid van 45 zetels) hadden de Vlamingen dus ‘geen meerderheid’. De Wever maakte daarover veel kabaal. Hij weigerde Di Rupo aanvankelijk zelfs aan te spreken als ‘premier.’
Is dat ‘ondemocratisch’, zoals De Wever claimt? Het is alvast niet onwettelijk: de partijen van de regering-Di Rupo hadden geen enkele wet of regel overschreden. In de federale Kamer volstaat voor alle gewone wetten een meerderheid van zetels – of die nu van de Nederlandstalige of Franstalige taalrol komen. Bijzondere meerderheden zijn alleen voorbehouden voor bijzondere wetten.
Hoe wereldvreemd kan een grote politieke partij eigenlijk zijn?
Maar De Wever wil van die uitzonderingstoestand graag de normale gang van zaken maken. Toch als het zijn partij goed uitkomt. De Zweedse regering-Michel I (2014-2018), met de N-VA als belangrijkste regeringspartij, kreeg op haar beurt slechts de steun van een nog veel kleinere Franstalige minderheid: 20 zetels op 150, want aan Franstalige kant deed alleen de MR mee. Bij Vivaldi (2020-2024) is het weer omgekeerd: het kabinet-De Croo steunt slechts op 43 Vlamingen. Dat communautaire onevenwicht is de laatste vijftien jaar de regel geworden: nu eens Franstalig, dan weer Vlaams.
Dat Bart De Wever die Vlaamse minderheid voorstelt als een kaakslag voor Vlaanderen (zonder die beladen term woordelijk te herhalen): à la guerre comme à la guerre. Het klinkt blijkbaar logisch in het centrumrechtse en rechtse spectrum van de Vlaamse publieke opinie, zeker omdat het impliceert dat ‘Vlaanderen’ alleen dan in de positie zou zijn om de PS onder controle te houden. Dat is meteen de voornaamste N-VA-kritiek op Vivaldi: de regering De Croo voert een Franstalig beleid, dat zeker in sociaaleconomisch opzicht anti-Vlaams is.
(Lees verder onder de video)
‘Politieke spelletjes’
Tegelijk speelt de N-VA-voorzitter op die manier hoog spel. Hoe wereldvreemd kan een grote politieke partij eigenlijk zijn? De halve wereld staat in brand. In eigen land kunnen we zowel op federaal als regionaal niveau de eigen maatschappelijke uitdagingen nog nauwelijks aan, ook al omdat de kassen leeg zijn. In de hele Europese Unie tekent bij zowat elke nationale verkiezing extreemrechts een forse vooruitgang op, want overal steekt een steeds groter deel van de kiezers de vinger op naar ‘de politiek’. Zeker als die kiezers vermoeden dat er weer ‘politieke spelletjes’ gespeeld worden. En in die context komt Bart De Wever als voorzitter van de grootste partij met een puur communautaire eis aandraven, alsof het land nog altijd voor dezelfde uitdagingen staat als in de Volksunie-jaren van weleer. Daar bestaan nog ongetwijfeld nog zwartwitbeelden van.
Quid VB?
En toch. Op een handige en beetje omfloerste manier bracht De Wever meteen ook de meest heikele vraag ter sprake: quid met het VB? Wat te doen met de partij die al vier jaar met grote voorsprong op kop ligt? En dus ook: wat met het cordon sanitaire dat regeren met het Belang uitsluit, en met de plaats van migratie, racisme, democratie bij de verkiezingen én de regeringsvorming? Hij zelf begint daar nochtans niet graag over, omdat zijn eigen partij op dat terrein niet meer de beste papieren heeft. Maar het is de laatste jaren niemand ontgaan dat de N-VA steeds duidelijker opschuift naar de harde, exclusieve nationalismevariant van het VB. Dat gebeurt centimeter per centimeter maar soms ook meter per meter – zie de eis voor de bijna-afschaffing van ontwikkelingssamenwerking.
‘Een aanfluiting’
De andere voorzitters hadden vooraf al geraden dat De Wever die vraag op de een of andere manier in het debat zou brengen, en dus kaatsten ze de bal meteen terug: u vraagt ons afstand te nemen van de Franstaligen, maar hoe zit het eigenlijk met de afstand tussen de N-VA en het VB?
Prompt kroop De Wever in de rol waarin hij al vele jaren excelleert: die van de miskende, verongelijkte en dus verontwaardigde Vlaming: ‘Dit is een aanfluiting. En ik antwoord heel duidelijk over Vlaams Belang: ik eis een Vlaamse meerderheid in de federale regering en ik koppel daar de Vlaamse regeringsvorming aan. Dan kunnen de collega’s Vlaams ook niet meer op mij rekenen. Eén keer een mes in de rug, maar geen twee keer.’
Dat laatste gaat over de vorming van Vivaldi, toen de N-VA op weg was naar een regeerakkoord met de PS en Vooruit maar uiteindelijk buitengesloten werd – niet N-VA maar Groen en Ecolo kwamen erbij. Het Vivaldi-akkoord droeg de duidelijke signatuur van de Open VLD en de CD&V, twee partijen die samen met de N-VA als junior partners in de nieuwe Vlaamse regering zaten. Bij de N-VA zijn ze nog altijd niet goed van dat ‘verraad’.
De Wevers kleine opmerking heeft trouwens vrij grote repercussies voor de regeringsvorming zelf. Tot nu toe werd het altijd gezien als een zaak van Vlaams zelfbewustzijn om eerst de Vlaamse regering te vormen, dan pas de federale – first things first. In zijn scenario draait De Wever die volgorde om: eerst de federale regering vormen en dan pas de Vlaamse. Als de N-VA opnieuw wordt uitgesloten van de federale regering, dwingen de andere partijen de N-VA wel tot samenwerking met het VB. Vanuit de voor het eerst haast woordelijk uitgesproken gedachte (‘één keer een mes, geen twee keer’): de N-VA laat zich geen tweede keer uit de federale regering houden door de andere Vlaamse Judassen.
Ultiem dreigement
Sammy Mahdi (CD&V) profileerde zich meteen als een betere Vlaming dan De Wever door vast te houden aan de voorrang van de Vlaamse regeringsvorming op de federale. Maar door die wending in het debat – die hij ongetwijfeld voor ogen had – kreeg De Wever voor het eerst de kans om hardop zijn ‘ultieme’ dreigement uit te spreken, toch voor de goede verstaander: ‘Als je de N-VA er niet bij neemt, krijgen jullie het VB erbij. En dat is nog véél erger.’
Prompt kroop De Wever in de rol waarin hij al vele jaren excelleert: die van de miskende, verongelijkte en dus verontwaardigde Vlaming.
Zo toont hij natuurlijk ook een blik op de toekomst van België. Met het VB in de Vlaamse regering is de kans groot dat elke samenwerking stopt tussen de Vlaamse regering en de federale, Waalse en Brusselse regeringen. Die zijn allemaal bemand en bestaft door partijen en politici die niet van plan zijn om te onderhandelen of te praten met VB’ers, laat staan een politiek akkoord met hen te sluiten. Dat geldt voor zo goed als alle Franstalige en Vlaamse partijen. Maar als de federale regering vijf jaar lang weigert samen te werken met de Vlaamse, dan stopt het Belgische samenwerkingsmodel. Dan staat het land op springen.
Is dat de droom van Bart De Wever? Nee, hij wil dat allemaal níét – zegt hij. Sinds De Wever zowat twintig jaar geleden partijvoorzitter werd, heeft hij altijd beweerd dat een stem voor de N-VA de beste dam was tegen het VB in de regering. Voor het eerst verbindt hij daar een voorwaarde aan: de N-VA kan dat alleen maar volhouden als de andere partijen op hun beurt de N-VA zelf niet in een feitelijk cordon steken. Of de N-VA straks zaken doet met het VB is in die uitleg dan ook niet de verantwoordelijkheid van de N-VA zelf. Het zal de fout zijn van alle andere partijen.
Calimero Swift
Vroeger zouden we dat de ‘typische Calimero-houding van de Vlaamse Beweging’ hebben genoemd. Maar wie kent Calimero nog? Het tv-figuurtje was populair toen de boomers nog zelf kinderen waren en de Vlaamse Beweging enig maatschappelijk belang had. Het kuiken symboliseerde de verongelijkte ik in elk kind: ‘Zij zijn groot en ik is klein en da’s niet eerlijk, o nee.’
Het is een gevoel dat zeker Bart De Wever niet vreemd is. Als Vlamingen boos zijn op de Franstaligen, dan komt dat door de Walen. Als conservatieven zo gebeten zijn op progressieven, dan is dat een reactie op de onuitstaanbaarheid van links. Als in Antwerpen bommen ontploffen, dan komt dat omdat de regering in Brussel dat niet heeft verhinderd. Enzovoort. Het is intussen geen pose meer, maar haast een vaste Sitz im Leben. Zie Barts De Wever openlijke geflirt met Darth Vader, de ondanks zichzelf slecht geworden Anakin Skywalker uit de Star Wars-cyclus.
En wie ook daarvoor te jong is (de eerste Star Wars-film dateert tenslotte al uit 1977) herkent De Wever – en mogelijk ook zichzelf – in die hit van Taylor Swift: Look What You Made Me Do. Het is een wanhopige kreet naar erkenning en respect: ‘Anders ben jij schuldig voor het monster dat ik dreig te worden.’ Dat gevoel is existentieel en dus zo herkenbaar voor elke mens, de Vlaamse kiezers incluis.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier