De grote politieke peiling van Knack: dit zijn de resultaten

© Olivier Heiligers
Ewald Pironet

Over iets meer dan 100 dagen gaan we stemmen. Welke partij kijkt aan tegen winst en welke tegen verlies? Wat betekent dat voor de zetelverdeling? Welke regeringen zijn mogelijk op federaal en Vlaams niveau? De grote politieke peiling van Knack geeft antwoorden.

Als we vandaag naar de stembus zouden gaan, behaalden de partijen van de regering-De Croo 48 procent van de stemmen, tegen 54 procent vijf jaar geleden. De federale regeringspartijen Open VLD en MR, Vooruit en PS, Groen en Ecolo en CD&V verzamelen nu samen 75 van de 150 Kamerzetels, juist de helft. In theorie zou Vivaldi II mogelijk zijn, maar in de praktijk is dat onwerkbaar. De kiezers zullen het ook niet erg vinden als Vivaldi II er niet van komt, zo blijkt uit de Knack-peiling. Want op de vraag of de huidige federale regering het best met dezelfde partijen wordt voortgezet als de verkiezingsuitslag dat toelaat, antwoordt maar 28 procent dat dat een goed idee is. Iets meer dan de helft is tegen Vivaldi II, zelfs als dat mathematisch mogelijk is. 

De Vlaamse regering-Jambon vergaat het nog erger. Vijf jaar geleden was die nog goed voor 53 procent van de stemmen, nu wordt ze nog maar gedragen door 39 procent. Dat komt overeen met 48 van de 124 zetels, een meerderheid is dus ver zoek. Er wordt vaak gespeculeerd over een coalitie van de N-VA en het Vlaams Belang. Met 46 procent zou die combinatie 64 van de 124 zetels behalen, een nipte meerderheid, dat wordt dus nog spannend. Al zegt 55 procent van de Vlamingen dat het Vlaams Belang nu de kans moet krijgen om deel uit te maken van een regering. Van de N-VA-kiezers vindt 68 procent dat.

Door een mogelijke meerderheid van de N-VA en het Vlaams Belang krijgt Bart De Wever zijn hefboom om federaal mee te kunnen doen aan de regeringsvorming. De N-VA, die van 25,5 procent in 2019 naar 20,6 procent zou gaan, verliest dus wel stemmen maar wint toch aan macht.

Bart De Wever heeft zijn hefboom om federaal mee te kunnen doen aan de regeringsvorming. © BELGA

Winnaar en verliezers

In vergelijking met de verkiezingen van mei 2019 is het Vlaams Belang goed op weg om de grote winnaar te worden. Volgens de Knack-peiling mag het VB rekenen op een winst van 7 procentpunt. De extreemrechtse partij van Tom Van Grieken is met 25,5 procent de grootste partij van het land. Maar 46 procent van de Vlamingen zegt dat ze absoluut nooit voor het Vlaams Belang zal stemmen.

De PVDA zou in Vlaanderen 5 procentpunt bij krijgen en net geen 11 procent bereiken. Vooruit behaalt 4 procentpunt meer en strandt op 14,7 procent. Het terugtreden van Conner Rousseau als voorzitter na zijn racistische en seksistische uitspraken laat geen al te grote sporen na, al behaalde de partij ooit bijna 17 procent in de peilingen.

De grote verliezer in Vlaanderen is de Open VLD, de partij van premier Alexander De Croo. De Vlaamse liberalen verliezen meer dan 5 procentpunt en komen uit op 8 procent. Daarmee zijn ze de kleinste partij in Vlaanderen. Ook andere federale regeringspartijen gaan achteruit. De CD&V verliest in vergelijking met vijf jaar geleden bijna 4 procentpunt en behaalt nog 10,5 procent. Groen zakt 1 procentpunt en behaalt geen 9 procent meer.

Vaak wordt gezegd dat er nog heel veel onbesliste kiezers zijn. Dat wordt in de Knack-peiling enigszins tegengesproken: 75 procent zegt vrij zeker of heel zeker te zijn op wie ze zullen stemmen, slechts 1 op de 10 is helemaal onzeker of vrij onzeker. Daarbij valt op dat 87 procent van de Vlaams Belang-stemmers er rotsvast van overtuigd is dat ze ook op die partij zullen stemmen. Bij de CD&V ligt dat het laagst met 48 procent. De meeste mensen zullen zowel voor de federale, regionale als Europese verkiezingen op dezelfde lijst stemmen, slechts 4 procent is er zeker van dat ze dat niet zullen doen.

Zetelverdeling

De percentages zijn interessant, maar het aantal zetels dat daarmee wordt behaald is belangrijker, want die bepalen welke meerderheden er kunnen worden gevormd. De zetelverdeling gebeurt per kieskring, en dat zijn voor de federale en regionale verkiezingen de provincies. Daarbij geldt een kiesdrempel: een partij die in een provincie géén 5 procent van de geldige stemmen behaalt, mag daar niet meedoen aan de zetelverdeling.

Voor de zetelverdeling wordt het zogenaamde ‘systeem D’Hondt’ toegepast, een ingewikkelde berekening die professor Herman Matthijs (VUB/UGent) voor de resultaten van de Knack-peiling zowel voor de Kamer als het Vlaams Parlement tot een goed einde bracht. ‘Soms liggen de behaalde scores erg dicht bij elkaar en kan een procent winst of verlies grote gevolgen hebben’, zegt Matthijs. ‘Als een partij dan bijvoorbeeld de kiesdrempel wel haalt of een andere partij voorbij steekt, heeft dat gevolgen voor de zetelverdeling.’

Voor de zetelverdeling per Vlaamse provincie werd dus ook het systeem D’Hondt toegepast op basis van de provinciale uitslagen volgens de peiling, waar de foutenmarge groter is dan 3,1 procent. Daarom werden de uitslagen daarvan vergeleken met de zetelverdeling per provincie die professor Pascal Delwit (ULB) het laatste berekende voor het Vlaams parlement, ook per provincie. Hij werkt met een eigen model, waarbij hij de cijfers van peilingen weegt met de resultaten van eerdere peilingen. Het laatste deed hij dat voor het Vlaams parlement in december naar aanleiding van de peiling van HLN-VTM-Le Soir-RTL.

De cijfers over de zetelverdeling volgens het systeem D’Hondt op basis van de Knack-peiling liggen in lijn met de cijfers van Delwit, de afwijking is meestal hoogstens één zetel (de berekeningen van Knack hielden er wel ook rekening mee dat West-Vlaanderen op 9 juni één zetel minder krijgt in het Vlaams parlement en Vlaams-Brabant één zetel meer ). Bovendien bleek dat het ULB-model heel vaak op hetzelfde aantal zetels uitkomt als het systeem D’Hondt als gekeken wordt naar het totaal aantal zetels dat de partijen behalen in het Vlaams parlement. Als er verschillen zijn, dan zijn die minimaal. De cijfers van de zetelverdeling mogen dan ook robuust worden genoemd.

Vlaams Belang

Het Vlaams Belang haalt in Oost-Vlaanderen, waar Barbara Pas de Kamerlijst trekt en Guy D'Haeseleer de Vlaamse lijst, respectievelijk 6 en 8 zetels.

In Antwerpen, met Lode Vereeck en Tom Van Grieken als lijsttrekkers, krijgen ze 7 Kamerzetels en 9 Vlaamse zetels. In Vlaams-Brabant, met Britt Huybrechts en Klaas Slootmans, worden dat 3 en 4 zetels.

Het Vlaams Belang wint zetels in alle provincies. Opvallend is dat ze in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelfs 5 procent zouden halen en twee zetels zouden winnen.

Het Vlaams Belang zou 26 Kamerzetels halen volgens het systeem D’Hondt, 25 volgens het ULB-model, dat is plus 8 of 7. In het Vlaams Parlement komt Vlaams Belang in totaal uit op 35 zetels, een winst van 12 zetels.

N-VA

De N-VA haalt in de provincie Antwerpen 8 Kamerzetels, waarvoor voorzitter Bart De Wever op de lijst rekt staat en 10 Vlaamse zetels waarvoor minister-president Jan Jambon op de eerste plaats staat. Opvallend laag scoort de N-VA met 2 Kamerzetels en 3 Vlaamse zetels in West-Vlaanderen, waar respectievelijk Jean-Marie Dedecker en Sander Loonens de lijsttrekkers zijn.

Op basis van het systeem D’Hondt zou N-VA 21 Kamerzetels halen, dat is vier minder dan vandaag, het ULB-model geeft hen 19 zetels, dat is zes minder. In het Vlaams parlement komen ze op 29 zetels, een verlies van zes zetels.

Vooruit

Vooruit haalt in West-Vlaanderen 3 Kamer- en 5 Vlaamse parlementszetels met voorzitter Melissa Depraetere en Pablo Annys als aanvoerders. In Vlaams-Brabant, met minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke en Bieke Verlinden aan de kop, worden er dat respectievelijk één en twee zetels. Vooruit heeft nu 9 Kamerzetels. Volgens het systeem D’Hondt’ halen ze er 11, volgens het ULB-model 13. In het Vlaams parlement zouden ze 18 zetels bezetten, een winst van vijf zetels.

PVDA

De PVDA zou er net als het Vlaams Belang in alle provincies op vooruit gaan. Ze halen in Antwerpen, met kopmannen Peter Mertens en Jos D'Haese, 3 Kamerzetels en 5 voor het Vlaams parlement. De communisten zouden 11 Vlaamse parlementsleden krijgen, een winst van zeven. In de Kamer heeft PVDA nu drie Kamerzetels en dit zouden er negen worden, mede dankzij één zetel winst in Brussel, waar ze zelfs de grootste partij worden. De PVDA-PTB samen zou zowel volgens systeem D’Hondt als het ULB-model 21 Kamerzetels halen, dat is plus negen.

CD&V

De CD&V haalt in Limburg twee zetels, zowel voor Kamer als Vlaams parlement, met de partner van voorzitter Sammy Mahdi, Nawal Farih, en Vlaamse minister van Landbouw Jo Brouns aan het hoofd van de lijsten. In Antwerpen halen ze met minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden en Katrien Schryvers slechts respectievelijk één en twee zetels. De enige provincie waar CD&V een Kamerzetel zou winnen is Oost-Vlaanderen waar ze uitkomen op drie, terwijl ze Vlaams op vier zetels blijven. Daar zijn de lijsttrekkers minister van Financiën Vincent Van Peteghem en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor.

CD&V zou zowel volgens het systeem D’Hondt als het ULB-model terugvallen op tien Kamerzetels, een verlies van twee. In het Vlaamse parlementszetels worden dat 12 zetels, een verlies van zeven.

Groen

Groen haalt met Meyrem Almaci en Kim Buyst 2 Kamer- en 3 Vlaamse zetels. In Limburg, waar Dirk Opsteyn en Bright Adiyia de lijsttrekkers zijn, halen ze te weinig stemmen om nog een Kamerzetel te halen. Groen zou volgens het systeem D’Hondt acht zetels halen, volgens het ULB-model zeven, of één minder dan vandaag. In het Vlaams parlement moeten ze twee zetels afgeven om uit te komen op twaalf.

Open VLD

In West-Vlaanderen halen de liberalen met ex-minister Vincent Van Quickenborne en Jasper Pillen 2 zetels.

In Antwerpen, met minister van Justitie Paul Van Tigchelt en voorzitter Tom Ongena als lijsttrekkers, en met ex-Vlaams minister Bart Somers als lijstduwer, halen ze volgens de peiling 4 procent en geraken de liberalen dus niet over de kiesdrempel. Daar zouden ze geen enkele zetel halen. Het ULB-model ziet hen wel over de kiesdrempel wippen en geeft Open VLD één zetel, wat erg weinig is in de provincie waar de meeste zetels te verdienen zijn, namelijk 24.

De Open VLD van premier De Croo verliest de meeste zetels. © AFP

In Limburg met Steven Coenegrachts haalt Open VLD wel de kiesdrempel maar onvoldoende stemmen om een Kamerzetel te grijpen, zeggen zowel het systeem D’Hondt als het ULB-model.

Nog opvallend is dat de Vlaams-liberalen in Oost-Vlaanderen, de provincie waar premier Alexander De Croo de Kamerlijst trekt, maar één zetel zou halen, een verlies van drie. Het aantal Vlaamse zetels gehalveerd zou worden tot twee. Ex-voorzitter Egbert Lachaert die op de tweede plaats staat voor het Vlaams parlement zou er dus wel net bij zijn, Jean-Jacques De Gucht zou naast een zetel grijpen.

Het totaalbeeld oogt erg somber voor Open VLD. In de Kamer houden ze zowel volgens het systeem D’Hondt als het ULB-model nog zes zetels over, dat is een halvering. In het Vlaamse parlement is het nog erger, daar halen ze zeven zetels, een verlies van negen zetels.

Franstaligen

Ook bij de Franstaligen zijn er in de Kamer belangrijke verschuivingen. De PS zou volgens het systeem D’Hondt en het ULB-model 4 zetels verliezen en uitkomen op 16. De MR zou status quo blijven op 14 zetels volgens het systeem D’Hondt, en een zetel bijwinnen volgens het ULB-model. Ecolo zou volgens beide berekeningen 2 zetels verliezen en stranden op 10. De PTB zou ook volgens beide rekenmodellen klimmen van 8 naar 12 zetels. Les Engagés zou een zetel bijwinnen en er 6 halen volgens systeem D’Hondt, bij het ULB-model worden dat 7 zetels. En Défi zou volgens beide becijferingen een zetel moeten inleveren en nog 1 zetel overhouden.

Europees

Laten we niet vergeten dat er op 9 juni ook Europese verkiezingen zijn. Voor het Nederlandstalige kiescollege komt daar een zetel bij in vergelijking met 2019. Volgens Matthijs wint het Vlaams Belang 1 Europese zetel en komt het uit op 3, de N-VA blijft op 3. Vooruit krijgt een zetel bij en heeft er dan 2. De PVDA komt voor het eerst met een zetel in het Europees Parlement. De CD&V moet een zetel inleveren en behoudt er 1, net als de Open VLD. Groen behoudt 1 zetel. 

Info
Dit onderzoek werd online uitgevoerd door Kantar van 22 januari tot 8 februari 2024, in opdracht van Knack, Le Vif, Trends, Trends-Tendances, De Zondag, de Krant van West-Vlaanderen en Kanaal Z, bij 2681 Belgen van 18 jaar en ouder. Het gaat over 1077 Vlamingen, 1004 Walen en 600 Brusselaars. De maximale foutenmarge bedraagt 3,1 procent in Vlaanderen, 3,1 procent in Wallonië en 4 procent in Brussel.

Vivaldi II of Vivaldi XL?

Vivaldi II - Vivaldi XL

De Nederlandstalige Vivaldi-partijen zouden 35 (D’Hondt) of 36 (ULB) van de 91 zetels in de Kamer behalen, de Franstalige 40 (D’Hondt) of 41 (ULB) van de 59. Samen bezetten ze dus 75 tot 77 van de 150 Kamerzetels. Vivaldi II is te krap om comfortabel te regeren. Maar met Les Engagés, dat in Brussel al samen optrekt met de CDV, zou er een meerderheid van zo’n 82 zetels kunnen ontstaan. Vivaldi XL zou dan acht partijen tellen.

Traditionele partijen - plus N-VA

De Nederlandstalige traditionele partijen – socialisten, christendemocraten en liberalen – behalen samen 27 (D’Hondt) tot 29 (ULB) zetels, de Franstaligen 36 (D’Hondt) tot 38 (ULB). Dat geeft maximaal 67 zetels op 150 en dus geen meerderheid. Men zou er de N-VA met zo’n 20 zetels bij kunnen bijhalen, zodat men met 7 partijen aan 83 tot 87 zetels komt.

Linkse regering

Is de linkse regering waarvan PS-voorzitter Paul Magnette hardop droomt mogelijk? Socialisten en groenen behalen samen 17 (ULB) of 19 (D’Hondt) Nederlandstalige en 26 (zowel ULB als D’Hondt) Franstalige zetels. Met de 21 zetels van de PVDA-PTB erbij komen ze aan maximaal 66 op 150 zetels, geen meerderheid dus.

Zweeds of Bourgondisch

Een Zweedse formule met christendemocraten, liberalen en de N-VA geeft volgens beide berekeningen 57 zetels op 150, geen meerderheid. Een Bourgondische coalitie van socialisten, liberalen en de N-VA is goed voor 68 (D’Hondt) of 69 (ULB) van de 150 zetels – opnieuw geen meerderheid.

Conclusie Voor de federale regering zijn op dit moment alleen Vivaldi XL of een regering van de drie traditionele partijen  plus de N-VA realistisch.  Een monstercoalitie met PVDA-PTB en/of het VB is nu ondenkbaar.

Wordt het N-VA+VB?

Zweeds - plus Vooruit

De huidige Vlaamse regering van de N-VA, liberalen en christendemocraten behaalt nog maar 48 van de 124 zetels, dus de Zweedse coalitie zou geen meerderheid meer hebben. Met Groen erbij komen ze aan 60 zetels, nog altijd geen meerderheid. Met Vooruit erbij in plaats van Groen behalen ze een meerderheid van 66 zetels.

N-VA en Vlaams Belang

Een coalitie van de N-VA met het Vlaams Belang is goed voor 64 zetels op 124. Dat is niet alleen een wat krappe meerderheid, bij de N-VA zijn er ook belangrijke stemmen die regeren met het Vlaams Belang afwijzen.

Andere mogelijkheden

Andere coalities behalen geen meerderheid. De drie traditionele partijen samen hebben 37 zetels. Een Vivaldi-coalitie, waarbij de drie traditionele partijen ook Groen meenemen, heeft 49 zetels. Een Bourgondische coalitie van socialisten, liberalen en N-VA strandt op 54 zetels. Een linkse coalitie van Vooruit met de PVDA en Groen komt aan 41 zetels. 

Conclusie Er zijn in Vlaanderen nu slechts twee mogelijkheden: de huidige coalitie plus Vooruit, of een samenwerking tussen de N-VA en het Vlaams Belang. Dat betekent dat verliezer N-VA onmisbaar is in de Vlaamse regering – tenzij de andere partijen het cordon sanitaire met het VB doorbreken, wat nu ondenkbaar is.

Bekijk hieronder de resultaten van de peiling, geduid door journalist Jan De Meulemeester.

De grote politieke peiling
Lees het volledige dossier in Knack en op Knack.be/verkiezingen-2024.

Groot Voorzitterdebat
Op dinsdag 27 februari brengen Knack, Trends en Kanaal Z de zeven Vlaamse partijvoorzitters samen voor een exclusief debat in de aanloop naar de verkiezingen.
U kunt dit Grote Voorzittersdebat vanaf 20.00 uur volgen op Knack.be en Trends.be.

EXTRA UITLEG OVER DE CIJFERS

Een coalitie Vlaams Belang met N-VA haalt in Vlaanderen een meerderheid. Dat was het grote nieuws van de politieke peiling van Knack die dinsdagavond werd bekendgemaakt. In het artikel werden de kiesintenties weergegeven en ook een zetelverdeling berekend. Voor een goed begrip leggen we in detail uit hoe we te werk zijn gegaan.

De peiling werd door het bureau Kantar afgenomen van 22 januari tot 8 februari 2024 bij 2681 Belgen van 18 jaar en ouder. Het gaat over 1077 Vlamingen, 1004 Walen en 600 Brusselaars. De maximale foutenmarge bedraagt 3,1 procent in Vlaanderen, 3,1 procent in Wallonië en 4 procent in Brussel. Dus als bijvoorbeeld Vlaams Belang volgens de peiling 25,5 procent van de stemmen haalt, kan dat ook 22,4 of 28,6 procent zijn.  

De cijfers van de peiling werden uitgesplitst onder andere volgens gender, leeftijd en ook volgens provincie. Dat laatste is interessant want de zetels van de Kamer en het Vlaams parlement worden in Vlaanderen per provincie verdeeld. Daarvoor wordt het systeem D’Hondt gebruikt, een ingewikkelde wiskundige berekening die bepaalt welke zetel naar welke partij gaat.

Knack vroeg aan professor Herman Matthijs (UGent / VUB) om met het systeem D’Hondt de zetelverdeling te berekenen: hoeveel zetels zou elke partij in een provincie halen? Belangrijk om daar bij op te merken: de foutenmarge van die provinciale percentages ligt hoger dan die voor heel Vlaanderen. Ze verschilt van provincie tot provincie en ligt tussen 5,6 procent voor Antwerpen en 8,3 procent voor Limburg. Zo was die zetelverdeling dus niet betrouwbaar.

Andere peiling

Maar er worden in ons land nog politieke peilingen gehouden en ULB-politicoloog Pascal Delwit berekent dan steeds de zetelverdeling per provincie. Hij gebruikt daarvoor een eigen model, gebaseerd op het systeem D’Hondt maar met een weging waarbij hij onder andere rekening houdt met eerdere peilingen.

Delwit berekende zo de provinciale zetelverdeling van de peiling georganiseerd door HLN-VTM-RTL-Le Soir, waarvan de resultaten in december 2023 bekend werden. Op X, het voormalige twitter, gaf hij op 16 december zijn berekeningen voor het Vlaams parlement. Hieronder zijn tabel:

De zetelverdeling van Delwit in december loopt in grote lijnen gelijk met de zetelverdeling via het systeem D’Hondt van Knack twee maanden later, ook al zijn beide gebaseerd op een andere peiling.

Neem bijvoorbeeld het resultaat voor de provincie West-Vlaanderen. We geven de resultaten van Delwit voor de december-peiling (en tussen haakjes die van Knack op basis van de peiling in februari): N-VA 4 (3), CD&V 4 (2), Vooruit 4 (5), Open VLD 1 (2), Groen 1 (1), Vlaams Belang 7 (7) en PVDA 1 (1).

Merk op dat Delwit nog uitkomt op 22 zetels in West-Vlaanderen, terwijl die provincie de volgende verkiezingen één zetel moet inleveren en dan nog maar 21 zetels te verdelen heeft. In de becijfering van Knack werd daar wel mee rekening gehouden, maar in de cijfers van Delwit zit voor West-Vlaanderen dus ergens één zetel te veel. Er is wel een opmerkelijk verschil van twee zetels voor CD&V, maar misschien heeft dit te maken met het  boerenprotest die tijdens de Knack-peiling woedde?

Nog even aanstippen dat Delwit in totaal uitkomt op 118 Vlaamse zetels, omdat hij de zes zetels afkomstig uit het kiesgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er niet bij betrekt. Dat gebeurt in Knack wel, zodat we daar uitkomen op het werkelijke aantal zetels in het Vlaams parlement, namelijk 124.

Verkiezingen 

Omdat de berekeningen van Delwit strookten met de Knack-becijfering via het systeem D’Hondt, én omdat beide gebaseerd waren op een andere populatie, hebben we ervoor gekozen om de zetelverdeling per provincie toch te geven. We publiceerden ze volgens de berekeningen van het systeem D’Hondt omdat die werkwijze ook na de verkiezingen zal worden toegepast en zuiver wiskundig is. 

Na het verschijnen van Knack heeft Delwit nu ook zijn berekening voor het Vlaams Parlement op basis van de Knack-peiling op X geplaatst. We geven zijn tabel hier integraal weer: 

Merk op dat Delwit nog steeds uitgaat van 22 zetels in West-Vlaanderen, maar dit worden er dus 21. Het aantal zetels voor Vlaams-Brabant gaat dan van 20 naar 21. Gevraagd door Knack laat Delwit weten dat als beide provincies 21 zetels mogen verdelen in West-Vlaanderen het Vlaams Belang één zetel zal verliezen en uitkomen op zes, in Brabant zou Vlaams Belang dan weer één zetel bijwinnen en uitkomen op zeven zetels.

Deze laatste tabel van Delwit is gebaseerd op hetzelfde peilingsresultaat als het artikel in Knack, alleen de berekening van de zetelverdeling verschilt, aangezien Delwit een weging toepast. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat zijn resultaat in grote lijnen overeenstemt met dat van Knack, al zijn er hier en daar ook verschillen. Eén voorbeeld: volgens de peiling haalt Open VLD in Antwerpen de kiesdrempel niet, met als gevolg dat het volgens het systeem D’Hondt nul zetels in Antwerpen haalt. Bij Delwit haalt Open VLD na weging wél nog de kiesdrempel en haalt het 2 zetels.

Dat is ook waar in het Knack-artikel door Herman Matthijs wordt op gewezen: ‘Soms liggen de behaalde scores erg dicht bij elkaar en kan een procent winst of verlies grote gevolgen hebben. Als een partij dan bijvoorbeeld de kiesdrempel wel haalt, of een andere partij voorbijsteekt, heeft dat gevolgen voor de zetelverdeling.’ Uw stem bij de verkiezingen doet er dus toe. De definitieve zetelverdeling via systeem D’Hondt volgt op 9 juni ‘s avonds.



Partner Content