Experts niet overtuigd door welvaartsgarantie van Groen: ‘Totale nonsens’

Groen-covoorzitters Jeremie Vaneeckhout en Nadia Naji. © BELGA
Han Renard

Groen is de enige partij die in deze campagne van armoedebestrijding een echt thema maakt. Maar de zogenaamde welvaartsgarantie, het plan waarmee Groen de armoede in ons land in één pennentrek wil uitroeien, krijgt forse tegenwind. ‘Ik heb vele jaren het sociaal beleid bestudeerd, en ik kan u zeggen: dat voorstel zal nooit werken. Het creëert ook een enorme inactiviteitsval,’ sneerde minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) vorige week in Knack.

De welvaartsgarantie van Groen kost volgens het Planbureau jaarlijks 9 miljard euro. Maar daarmee zou Groen alle inkomens, zowel de uitkeringen en de lage lonen, aanvullen tot aan de armoedegrens. Op die manier wordt het armoederisico in ons land effectief tot nul gereduceerd, bevestigde ook het Planbureau.

‘Het armoederisico, dat in België al decennialang tussen 12 en 16 procent schommelt,’ klinkt het op de studiedienst van Groen. Dat de welvaartsgarantie de werkbereidheid van mensen zou frustreren, wordt fors tegengesproken. ‘De welvaartsgarantie is een soort gegarandeerd inkomen boven de armoedegrens voor wie geen inkomen uit werk heeft, maar wel gecombineerd met een stevige lastenverlaging voor wie aan het werk is. Daardoor neemt het verschil tussen een inkomen uit arbeid en een uitkering toe.’

De welvaartsgarantie zit al sinds 2017 in het programma van Groen en werd uitgewerkt door academici van verschillende universiteiten. Die blijven liever anoniem omdat ze hun naam niet aan een politieke partij willen verbinden. Groen beseft dat de vrij technische belastingtruc die ze welvaartsgarantie hebben gedoopt moeilijk in één zin uit te leggen valt en daardoor ook makkelijk verkeerd geïnterpreteerd of intellectueel plat gemept kan worden. ‘We krijgen bijvoorbeeld van krantencommentatoren het verwijt dat de maatregel niet gericht is. Maar het is de meest fijnmazige maatregel die je je kunt voorstellen. Mede ook door een armoedegrens te hanteren die voor iedere gezinsvorm anders is’, zo luidt de uitleg. ‘Voor een alleenstaande ligt de armoedegrens immers anders dan voor een stel met drie kinderen. ’

Volgens de doorrekening van het Planbureau gaan vooral de 10 procent allerlaagste inkomens uit het eerste inkomensdeciel, waarin hoofdzakelijk mensen zitten die van een uitkering of een leefloon leven, er dankzij de welvaartsgarantie fenomenaal op vooruit: 47,9 procent of gemiddeld 777 euro per maand, om precies te zijn.

Bahama’s

Hoogleraar economie en sociaal beleid Ive Marx (Universiteit Antwerpen) was in zijn column in De Standaard bijzonder scherp voor de welvaartsgarantie van Groen, en zei te vrezen voor ‘een afhankelijkheidsval zo groot als de Grand Canyon.’ De econoom waarschuwt voor massale ongewenste gedragsreacties.

‘Waarom zouden mensen nog gaan werken?’ licht Marx zijn kritiek toe. ‘De uitkeringen zouden met die welvaartsgarantie fors omhoog gaan. Een gezin met twee kinderen zou rond de 3000 euro kunnen krijgen. Dat zijn stevige bedragen. Het gevolg zal zijn dat veel mensen tegen zichzelf gaan zeggen: mijn buurman werkt niet en krijgt zoveel. Wat zou ik dan aan de kassa gaan zitten, achter de vuilniswagen lopen of met de bus rijden? Ik blijf ook thuis. Mensen gaan laagbetaald en kortgeschoold werk niet meer willen doen of daar ontzettend veel meer geld voor vragen. En dan is het maar de vraag of de arbeidsmarkt dat aankan. Ik zeg het zelden zo scherp, maar dit voorstel is totale nonsens. Dit plan is onuitvoerbaar en niet ernstig te nemen.‘

Groen wijst op het bredere plaatje van zijn fiscale voorstellen, ruimer dan de welvaartsgarantie alleen, waaruit moet blijken dat niet alleen de laagste inkomensgroepen beter worden van de groene plannen. ‘In tegenstelling tot wat Marx beweert, gaat de volledige middenklasse er financieel op vooruit in de doorrekening van Groen. Over alle inkomens heen gemiddeld met 322 euro. Maar terwijl andere partijen vooral de hoogste inkomens bedienen, stijgt het nettoloon van de lagere middenklasse het meest bij Groen. Dat is belangrijk, want net daar zit het risico op werkloosheidsvallen,’ schrijven de covoorzitters van de partij in een reactie op Knack.be.

‘Het verschil tussen werken en niet-werken zal onvermijdelijk kleiner worden.’

Armoede-expert Wim Van Lancker (KU Leuven)

Vanuit de partij wordt verder nog aangevuld dat de armoedegrens geen vetpot is: ‘Het is niet alsof wij mensen in een luie stoel op een strand op de Bahama’s gaan zetten.’

Geen nieuw idee

Armoede-expert Wim Van Lancker (KU Leuven) looft de ambitie van Groen. ‘Ik vind het heel goed dat Groen een voorstel doet om de armoede tot nul te reduceren. Daarmee steken ze hun nek uit. Maar vervolgens luidt de vraag natuurlijk: hoe pak je dat aan?’

Van Lancker legt uit dat zo’n welvaartsgarantie zeker geen nieuw idee is. ‘In de jaren 1960 werd er in de VS mee geëxperimenteerd. Het ging toen ook om een aanvulling op het inkomen via de belastingen, in de vorm van een negatieve inkomstenbelasting, om ervoor te zorgen dat mensen niet onder een bepaalde inkomensgrens konden vallen. Die logica is door Groen vanonder het stof gehaald.’

(lees verder onder de preview)

Hoe nobel ook het streven van Groen, er vallen ook volgens Van Lancker nogal wat bedenkingen bij te maken. ‘Als je heel de onderkant naar boven gaat trekken, en dus alle mensen die niet werken een veel hoger inkomen geeft, tot aan de armoedegrens, en vervolgens pas vanaf dat punt ook het inkomen van mensen die tegen een laag loon werken nog wat verhoogt, zal het verschil tussen werken en niet-werken onvermijdelijk kleiner worden.’

Volgens Groen zullen mensen die voor een laag loon werken zich met de welvaartsgarantie nog meer verbeteren dan mensen die van een uitkering leven. Dat komt omdat de uitkeringen gewoon worden aangevuld tot aan de armoedegrens. Maar bescheiden inkomens uit arbeid, denk aan mensen met bijvoorbeeld een flexi-job, zouden slechts voor 60 procent worden meegeteld (technisch gezien: zouden op de belastingbrief slechts met 0,6 worden vermenigvuldigd). Daardoor duurt het langer voordat met een inkomen uit arbeid de armoedegrens is bereikt, en wordt op een laag inkomen uit arbeid dus meer bijgepast dan een op uitkering. Dat moet volgens de studiedienst van Groen juist een sterke stimulans zijn om aan het werk te gaan.

De mislukte experimenten in de VS in de jaren 1960 lieten zien dat vooral vrouwen met laagbetaald werk minder actief werden op de arbeidsmarkt.

‘Dat is de theorie,’ zegt Wim Van Lancker. ‘In de praktijk zie je in de grafiek van het Planbureau dat de inkomens van de allerlaagste inkomensgroep er met 777 euro extra zodanig veel bij krijgen, dat die mensen uit dat eerste inkomensdeciel ongeveer op het niveau komen van het tweede deciel, waarin wel veel mensen zitten die werken. In het eerste deciel zitten vooral mensen die van een uitkering moeten rondkomen of waar maar één iemand in een gezin wat werkt. Hoe je het ook wendt of keert, de impact van die welvaartsgarantie is zo radicaal, dat het verschil tussen de inkomensgroepen aan de onderkant heel klein wordt. En dan kun je wel degelijk verwachten dat er grote effecten zullen zijn op het arbeidsaanbod (het totaal aantal uren dat mensen willen werken, nvdr).’

Minder werken

De mislukte experimenten in de VS, weliswaar in de jaren 1960, lieten zien dat vooral vrouwen met laagbetaald werk in koppels en gezinnen als gevolg van een welvaartsgarantie minder actief werden op de arbeidsmarkt. ‘Het loonde niet meer om te gaan werken, want eigenlijk had dat gezin sowieso al genoeg,’ zegt Van Lancker.

Ook Groen hanteert het huishouden als de eenheid waarop al naargelang wordt bijgepast.

‘En dan gaan huishoudens zich daarnaar gedragen,’ zegt Van Lancker. ‘Op grond van de ons bekende experimenten kun je voorspellen dat binnen koppels, zeker als in het huishouden één iemand werkt, wel degelijk minder zal worden gewerkt. En dat is iets wat het Planbureau op dit moment gewoon nog niet kan inschatten. Ze zeggen wel: het hele pakket van Groen leidt tot wat meer arbeidsaanbod. Maar eigenlijk kan het Planbureau dat niet weten.’

Het grote probleem met een weliswaar goedbedoelde maar eenzijdig drastische ingreep in een complex sociaal systeem, is volgens Van Lancker dat je misschien wel weet waar je begint, maar niet waar je eindigt. ‘Als je met één beleidsinstrument als de welvaartsgarantie een gigantisch structureel maatschappelijk probleem als armoede probeert op te lossen, hangt daar een prijskaartje aan. In dit geval: onbedoelde en onmogelijk in te schatten cascade-effecten op je activiteitsgraad, op je belastingstelsel en je begroting, op je minimumlonen, want daarop komt natuurlijk opwaartse druk, gevolg door opwaartse druk op alle andere lonen…’ Een maatregel die nu is begroot op 9 miljard euro, bepaald geen peulenschil, zou daardoor nog wel eens een heel stuk duurder kunnen uitvallen.

Partner Content