Holocaust in de klas: ‘Empathie met de Joden toen, leidt tot meer inzicht vandaag’

Archieffoto: Anne Frankboom wordt geplant door schepen Patrick Princen, burgemeester Alexander Vandersmissen, kinderburgemeester Camila Ladron en kindersecretaris Jaan Roelens, samen met kinderen van basisschool De Knikkerbaan uit Berchem in 2020. © BELGA
Brecht Castel

In de eindtermen van het middelbaar onderwijs komt de Holocaust niet voor. Geen probleem volgens experten, zolang het maar aan bod komt in de les én die lessen van leerlingen betere burgers maken. ‘Op de juiste manier lesgeven over de Holocaust kan net polarisatie tegengaan.’

‘Hoe erg is het als ik een grapje maak over Hitler?’ Geschiedenisleraar Stefanie Van Brussel kreeg de vraag al voor de voeten geworpen op het Koninklijk Atheneum in centrum Antwerpen. ‘Bij twaalfjarigen leeft de Tweede Wereldoorlog, maar zij hebben nog niet de nuchterheid om te zien wat kan en wat niet. Als leerkracht kan je dat gesprek afblokken – “je leert over de Tweede Wereldoorlog in het zesde middelbaar” – of je kan dat gevoel capteren en er iets mee doen. Wij kiezen voor de tweede optie. Dankzij een kunstproject wezen we hen op de ernst daarvan en konden leerlingen hun gevoelens hierover uiten.’

Strikt genomen moeten Stefanie en haar collega’s zelfs in het zesde middelbaar niet doceren over de moord op bijna zes miljoen Europese Joden door de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Holocaust of Shoah is namelijk geen eindterm – tegenwoordig minimumdoelstelling genoemd – in het middelbaar onderwijs.

‘Dat is altijd al zo geweest,’ weet Maarten Van Alstein, historicus en onderzoeker aan het Vlaams Vredesinstituut, ‘Ook de Franse Revolutie en de Eerste Wereldoorlog staan niet in de eindtermen. Het is dan ook geen opsomming van specifieke zaken die men moet kennen, maar zeer generieke termen zijn wel opgenomen. Zo is “genocide” wel een begrip dat voorkomt in de eindtermen historisch bewustzijn in de derde graad.’

Veel mensen waren onder de indruk dat wij in onze school, met veel pro-Palestijnse leerlingen, toch lesgeven over de Holocaust en dat onze leerlingen daarover geëmotioneerd waren. Waarom niet?

Onderwijsexpert Luc De Man zei hierover eerder in Knack: ‘Voor de experts van de overkoepelende commissie spreekt het vanzelf dat elke goede geschiedenisleerkracht uitgebreid ingaat op de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar wat als een leraar op basis van zijn persoonlijke overtuiging besluit om dat niet te doen? Volgens de nieuwe minimumdoelen kan dat perfect.’

Van Brussel vindt het los van de eindtermen zeer belangrijk om de Holocaust hoe dan ook ruim plaats te bieden. ‘Dat onderwerp ga ik niet uit de weg in mijn lessen. Veel van mijn leerlingen zijn pro-Palestijns, maar ook zij zijn geëmotioneerd als ik daarover vertel: “Wow, wat is daar gebeurd…?” Zij zien die ernst en de emotie daarvan in, zonder dat naar vandaag door te trekken. Het stemt mij hoopvol dat dat kan.’

Minuut stilte

Van Brussel lijkt de juiste snaar te raken als ze lesgeeft over genocidaire gruwel in het verleden, maar hoe effectief zijn lessen over de Holocaust in Vlaanderen? Dragen ze bij tot burgerzin en honger naar democratie?

‘Wetenschappelijke uitspraken over de effectiviteit van Holocaust-educatie in Vlaanderen kan ik niet doen’, zegt Tomas Baum, directeur van Kazerne Dossin, onderzoekscentrum over de Holocaust. ‘Daarvoor ontbreekt degelijk onderzoek. Veel is afhankelijk van de motivatie van de leerkracht en of omgaan met het verleden breed wordt gedragen door een specifieke school.’

Het Vlaams Vredesinstituut doet momenteel onderzoek naar hoe Vlaamse leerlingen leren over gewelddadige geschiedenis. Onderzoeker Van Alstein: ‘We gaan kijken in klassen, volgen klasgroepen in musea en zetten een brede survey op poten. Zo kunnen we binnenkort de anekdotiek hierover overstijgen.’

Op antwoorden is het nog wachten, maar alle experten zijn het erover eens dat de stem van de leerlingen zelf cruciaal is. Dossin-directeur Baum: ‘Voordat je aan educatie begint, moet je een relatie maken. Die belangrijke eerste stap wordt vaak vergeten. Je moet leerlingen uitnodigen zodat ze iets willen leren.’

Dat beaamt ook Van Brussel vanuit haar klaspraktijk: ‘De emotionele betrokkenheid met het Israëlisch-Palestijns conflict is keihard. De machteloosheid en frustratie daarover – die we allemaal voelen – geven we ook een plaats bij ons op school. Bij een grote gebeurtenis als de aardbeving in Marokko of Turkije, of de aanslag van Hamas op 7 oktober houden we altijd een minuut stilte op de speelplaats voor alle burgerslachtoffers. Veel van onze leerlingen zijn op een of andere manier betrokken bij rampen of conflicten veraf. Zo geef je iedereen het gevoel dat er plaats is voor hun verdriet. Je moet dat een plek geven als school.’

1948

Specifiek rond het Israëlisch-Palestijns conflict gaat Van Brussel nog een stap verder. Via de leermethode Parallel Histories daagt ze haar leerlingen uit om over controversiële onderwerpen in debat te gaan.

Zijn de Joodse milities in 1948 verantwoordelijk voor het Palestijnse vluchtelingenprobleem of niet? Die stevige historische vraag krijgen haar leerlingen voor de voeten geworpen. ‘Mijn leerlingen gaan dan zoeken naar wat het betekent om verantwoordelijk te zijn. Ze zoeken naar argumenten in bronmateriaal zoals zionistische propaganda, krantenartikels van toen, politieverslagen en dagboeken.’

De ontknoping zit niet zozeer in het historische bronnenonderzoek dat Van Brussel aanreikt, maar wel in de twéé debatten die erop volgen. ‘Eerst verdedigen ze één kant in het debat en daarna doen we hetzelfde debat maar draaien we de rollen om. Telkens willen die leerlingen dat debat écht winnen. Als mijn pro-Palestijnse leerlingen die Joodse kant moeten bepleiten, kunnen ze zich wel voorstellen dat die mensen ook valabele argumenten hebben. Zo leren ze zich inleven in het narratief van de andere kant. Het is niet de bedoeling om hen pro-Israëlisch of pro-Palestijns te maken, maar om hen de complexiteit van de situatie te laten voelen. Dan discussiëren ze op een beargumenteerde manier.’

‘Ze leren hoe een narratief wordt gevormd en dat dat ook hun eigen denken beïnvloedt. Zo worden ze zich bewust dat ze met een bepaalde bril naar het conflict Israël-Palestina kijken. Kan je geschiedenis überhaupt in simplistische ja-neevragen vatten? Parallel Histories is een zeer gelaagde oefening waar de leerlingen genuanceerder uitkomen. Ik ervaar het als een wapen tegen de polarisatie vandaag.’

Lesgeven over de Holocaust past voor Van Brussel helemaal in die strijd tegen polarisatie, zeker in de Antwerpse context: ‘Ik merk op dat veel mensen in deze stad onder de indruk waren dat wij in onze school, met veel pro-Palestijnse leerlingen, toch lesgeven over de Holocaust en dat onze leerlingen daarover geëmotioneerd waren. Terwijl ja, waarom zou dat niet zo zijn? Wij zijn allemaal mensen en iemand die empathie kan hebben met de Joden toen kan dat ook hebben met de burgerslachtoffers vandaag.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content