Nederlandse rechters vrezen onmenselijke behandeling voor asielzoekers in België  

Nicole de Moor (CD&V), afgelopen dinsdag.
Nicole de Moor (CD&V), afgelopen dinsdag. © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Door de opvangcrisis stuurt Nederland amper nog alleenstaande mannelijke asielzoekers naar België. Het risico is te groot dat ze op straat belanden en in een ‘zeer verregaande materiële deprivatie’ terechtkomen. Er wordt uitgekeken naar een uitspraak door de Nederlandse Raad van State.

Sinds enkele maanden liggen Dublinoverdrachten van alleenstaande mannelijke asielzoekers van Nederland naar België grotendeels stil. Aan de basis ligt de opvangcrisis, die al sinds september 2021 woedt. Rechters hebben het over een ‘reëel risico’ dat zo’n overdracht in strijd is met artikel 3 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens, dat stelt dat ‘niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen’.

Dublinoverdrachten kaderen in de Europese Dublinverordening, die bepalen welke landen verantwoordelijk zijn voor de behandeling van iemands asielaanvraag. Doorgaans zijn dat de staten waar asielzoekers voor het eerst hun vingerafdrukken laten registreren.

Volgens cijfers van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) richtte Nederland tussen januari en augustus 296 verzoeken aan ons land om asielzoekers over te nemen. 244 keer ging België akkoord, maar er werden slechts 25 effectieve overdrachten gerealiseerd aan de grens – een tiende van het totaal. ‘Het is ook mogelijk dat er nog andere personen op eigen houtje hun koffers pakten en terugkeerden naar België zonder tussenkomst van de Nederlandse of Belgische autoriteiten’, luidt het bij de DVZ.

Maar uit rechterlijke uitspraken die Knack kon inkijken, blijkt dat de rechter vaak de Dublinoverdracht verhindert. Op 6 oktober kreeg een Pakistaanse man die zich verzette tegen zijn transfer gelijk. ‘De onzekerheid over de vraag of eiser (de Pakistaan, nvdr) op straat zal belanden en daarmee in een situatie van zeer verregaande materiële deprivatie zal terechtkomen, kan niet voor zijn rekening en risico komen’, vond de rechter.

Steevast wordt er verwezen naar de penibele toestand van alleenstaande mannen, die in de opvangcrisis niet prioritair behandeld worden. Zo wordt een Libiër, die op 26 juli gelijk kreeg, omschreven als een ‘alleenstaande, meerderjarige gezonde man die behoort tot de groep Dublinclaimanten aan wie niet per definitie onmiddellijk na overdracht aan België opvang wordt verleend in de reguliere asielopvang’.

Daartegenover krijgen vrouwen en gezinnen wel groen licht voor een overdracht. Zo kreeg een Moldavisch gezin dat verzet aantekende op 5 september geen gelijk van de rechter. ‘Families, kinderen, vrouwen en andere kwetsbare personen die terugkeren op grond van de Dublinverordening’, aldus de uitspraak, ‘krijgen voorrang bij de opvang en krijgen na registratie van hun verzoek om internationale bescherming onmiddellijk een opvangplaats toegewezen.’

(Lees verder onder de preview)

Omstreden instructie van Nicole de Moor

Een en ander wijst erop dat de Nederlandse rechters al vóór de omstreden ‘instructie’ van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) eind augustus rekening hielden met de omstandigheden voor alleenstaande mannen in België. De Moors beslissing, die op 13 september werd vernietigd door de Raad van State, weerde alleenstaande mannen tijdelijk uit de reguliere asielopvang. Maar vóór de ‘instructie’ belandden mannen al op een wachtlijst, waarbij het niet duidelijk was of en wanneer ze zouden doorstromen naar het opvangnetwerk van Fedasil. Dat element speelde al mee in de beoordeling van Nederlandse rechters.

Dat wil niet zeggen dat de ‘instructie’ helemaal geen rol speelt bij de Nederlandse rechtbanken. Staatssecretaris De Moor kondigde na het arrest van de Raad van State immers aan dat ze de uitspraak naast zich neer zou leggen. Dat blijkt ook uit antwoorden die de Belgische overheid verschafte op vragen van een Nederlandse rechtbank. De antwoorden dateren van 28 september, dus ruim twee weken na het vernietigende arrest van de Raad van State.

Op de vraag of Belgische autoriteiten bereid zijn om de vreemdeling te plaatsen in een (nood)opvanglocatie luidt het antwoord dat die garantie ‘niet gegeven kan worden’. Wie niet onmiddellijk een opvangplaats krijgt toegewezen, kan zich inschrijven op de wachtlijst. Máár, zo gaat de rest van het antwoord: ‘Sinds 30 augustus is de wachtlijst “bevroren” voor alleenstaande mannen. Dit wil zeggen dat er momenteel geen doorstroom is van de wachtlijst of vanuit de noodopvang naar het opvangnetwerk, behalve voor personen in zeer kwetsbare omstandigheden.’

Nederland vroeg België eveneens om een inschatting te geven van de gemiddelde duur tussen de plaatsing op de wachtlijst en een plek in de reguliere opvang. Het antwoord: ‘Vóór het bevriezen van de wachtlijst kon de wachttijd variëren van een maand tot een jaar. Het is momenteel niet mogelijk om aan te geven hoelang een alleenstaande meerderjarige (niet-kwetsbare) man gemiddeld op de wachtlijst staat voor opvang.’

Regering-Rutte naar Raad van State

België is niet aan zijn proefstuk toe. De overheid werd al duizenden keren veroordeeld door de arbeidsrechtbank voor het niet verlenen van opvang. De dwangsommen die de rechters de overheid opleggen, weigert De Moor te betalen. Op 18 juli oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat ons land het recht op een eerlijk proces heeft geschonden. Het Hof had het daarnaast over de ‘systematische nalatigheid van de Belgische staat om rechterlijke beslissingen uit te voeren’.

Om klaarheid te verschaffen over het probleem-België, stapt de ontslagnemende regering-Rutte naar de Nederlandse Raad van State. Eric van der Burg, de Nederlandse collega van Nicole de Moor, gaat in beroep tegen twee uitspraken waarin de rechter de Dublinoverdracht naar België tegenhield. Van der Burg vindt dat de transfers moeten kunnen doorgaan.

Tegelijkertijd gaan twee vrouwelijke asielzoekers in beroep tegen rechterlijke beslissingen die hun transfers naar België wél groen licht gaven. De Raad van State behandelt de vier zaken in één rechtszitting. De rechters willen te weten komen of de problemen met het opvangsysteem in België zo ernstig zijn dat de vreemdelingen niet kunnen worden overgedragen. Zowel de Nederlandse regering als de asielzoekers hopen dat de uitspraak uitmondt in helder beleid. De zaak wordt komende dinsdag behandeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content