Martens: ‘Illusie dat iemand anders dan koning vitale rol bij regeringsvorming kan spelen’

© Belga

De koning moet een vitale rol blijven spelen bij de regeringsvorming, vindt Wilfried Martens.

Professor Marc Van den Wijngaert noemde tijdens de voorstelling van zijn biografie van koning Albert II de aftrednede koning een ‘unieke koning’. Samen met oud-premier Wilfried Martens (CD&V) ziet hij nu ruimte om te praten over de bevoegdheden van de koning. Martens vindt dat de koning een vitale rol moet blijven spelen bij de regeringsvorming.

“De koning speelt een vitale rol in de regeringsvorming. Het is een illusie dat iemand anders dat kan” Dat zei oud-premier Wilfried Martens (CD&V) bij de voorstelling van professor Marc Van den Wijngaerts biografie over Albert II. Martens herhaalde zijn uitspraak dat hij een voorstander is van de republiek, behalve in België.

Onder andere N-VA pleit ervoor dat de parlementsvoorzitter de rol van de koning bij de regeringsvorming moet overnemen. In duidelijke bewoordingen sprak Martens zich hiertegen uit. “Men vergeet dat de parlementsvoorzitter al een politieke keuze is. Als de koning niet bestond, moesten we hem uitvinden.”

Martens verwacht niet dat de toekomstige koning Filip het minder goed zal doen. “Hij heeft veel geleerd uit de periode van 2002 tot 2006, toen hij veel kritiek kreeg, ook van de toenmalige regering. Ieder woord dat hij zegt, iedere stap die hij zet zal onder strikte controle van de regering staan.”

De oud-premier had het ook kort over de affaire rond Alberts buitenechtelijke dochter. “In zijn kerstboodschap van 1999 sprak Albert over de crisis in zijn huwelijk, waar hij destijds aan herinnerd werd. Hij voegde eraan toe dat hij daarop niet verder wenste in te gaan, omdat dat tot zijn privéleven behoort. Ik zou klaarheid scheppen, en een gebaar doen.”

‘Nu ruimte voor reflectie over invulling koningschap’ (Van den Wijngaert en Martens)

“De politiek moet nu bekijken hoe de rol van de koning ingevuld moet worden”, meent professor Van den Wijngaert. Ook Martens vindt dat daar nu ruimte voor is. Sinds 1830 zijn de grondwetsartikelen over de rol van de koning niet meer gewijzigd, maar in de praktijk is zijn rol uitgehold. “Het is goed dat er transparantie is over de koninklijke dotaties”, zegt Van den Wijngaert. “Nu moet hetzelfde gebeuren voor de invulling van het koningschap.” “Iedereen weet dat de particratie de rol van de koning al vele jaren heeft overgenomen”, zegt de professor. “Het zijn de voorzitters die ministers aanduiden.”

Nu moet ook de grondwet aan de feiten worden aangepast, vindt Van den Wijngaert. “Wat betreft de politieke inhoud van het koningschap moet er transparantie komen. De politiek moet een antwoord zoeken op de vraag wat men verlangt, of niet verlangt, van de koning. Het is wel pijnlijk voor Filip dat dat debat nu tijdens zijn koningschap
gevoerd zal worden”, aldus nog Van den Wijngaert.

Ook oud-premier Martens vindt het verantwoord dat daar nu over gesproken wordt. “Er is nu ruimte om te spreken over het feit dat koning niet langer KB’s ondertekent, en niet langer ministers benoemt of ontslaat.”

Van den Wijngaert: ‘Albert II was unieke koning’

“Koning Albert II was om verschillende redenen een unieke koning,” zei professor Van den Wijngaert nog tijdens de persvoorstelling van zijn biografie over de koning. Dat boek is vooral gewijd aan Alberts politieke betekenis, eerder dan aan zijn privéleven. “Albert was een goedlachse koning, die lang heeft genoten van zijn koningschap. Maar bovenal was hij de eerste Belgische koning van een federaal land.”

Volgens Van den Wijngaert is Albert lange tijd op een soepele manier omgegaan met het koningschap van een federaal land. “Zijn motto was eenheid in verscheidenheid. Hij ging met de Vlamingen feesten in Brugge, met de Brusselaars in Brussel…” De eerste regeringsvormingen verliepen dan ook rimpelloos. Het was pas na de verkiezingen van 2007 dat dat veranderde. De communautaire tweespalt die toen begon, heeft de politiek tot december 2011 gedomineerd.

“In die periode is de rol van de koning als raadsman moeilijker geworden”, legt Van den Wijngaert uit. “Hij moest talloze initiatieven nemen, en op de voorgrond treden. Hij werd daardoor kwetsbaarder, en het maakte hem verschrikkelijk moedeloos. Het orgelpunt kwam er in 2011, tijdens zijn 21 julitoespraak. In die periode dacht hij een eerste keer aan troonsafstand.”

Het boek van Van den Wijngaert was al af voor de koning op 3 juli bekendmaakte dat hij op 21 juli de troon aan zijn zoon Filip laat. “Enkel het stuk over de troonsafstand is er nog aan toegevoegd”, zegt Van den Wijngaert. (Belga/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content