Over Caroline Pauwels: ‘Ze was geen doetje, maar wát een empathie’

© Belga
Jos Grobben journalist

Zelden werd iemand zo unisono gesacraliseerd als Caroline Pauwels: extreem verbindend, onverwoestbaar positief, verzengende inzet, een op empathie drijvende wervelwind.

Caroline Pauwels komt uit een bourgondisch nest in Sint-Niklaas als jongste van drie meisjes. ‘Ik was een zondagskind’, schrijft ze in haar boek Ronduit in 2021. Ze tennist een tijdje, maar zwemt vooral. Aan onze kust, op zuiderse vakanties of in het zwembad. Haar leven lang duikt ze elke dag klokvast om 7 uur ’s morgens een openbaar bad in, enkel onderbroken door de komst van kinderen en coronasluitingen.

Na een probleemloze Grieks-Latijnse – de vrij timide Caroline droomt er van journalistiek – zal zij op aangeven van haar ouders rechten gaan studeren. Maar aan het inschrijvingsloket van de UFSIA hoort ze zich verbijsterd zeggen dat ze filosofie komt volgen. Thuis durft ze het nauwelijks te vertellen. Na wijsbegeerte en een korte, scheefgelopen passage in Leuven – conflict met de decaan over haar thesis – landt ze aan de VUB om communicatiewetenschappen te volgen.

Volgende halte: assistente aan die universiteit. Maar al snel haalt Karel Van Miert – een van haar docenten – de 24-jarige naar zijn eerste Eurokabinet. Als stagiaire. Ze blijft amper een jaar. ‘Caroline heeft veel in haar mars maar wil haar eigen ei leggen’, verklaart de Europese commissaris. Zij houdt er een mentor aan over. ‘Nooit gezien: Karel behandelde zijn chauffeur Gilbert op dezelfde laconieke manier als een minister of staatshoofd.’

Nooit gestreken

Pauwels keert terug naar de VUB als onderzoeker communicatie. Van haar eerste loon koopt ze een grote tafel om thuis vrienden en familie te ontvangen. Aan de universiteit raakt ze rap onder stoom: doctoraat in 1995 (Europees audiovisueel beleid) en hoogleraar in 1998 (mediapolitiek en -economie). En dan komen de kinderen, Emil en Anna Violette.

Bij Van Miert leerde ze een andere stagiair kennen: een in Marokko opgegroeide, Franse bohemien. ‘Een schone maar hopeloze nomade’, noemt ze hem later zonder wrok. ‘Hij kan zich vestigen noch binden.’ De papa trekt ver weg na de geboorte van zijn dochter, maar scheiden doen ze nooit. De moeder raast door het leven en voedt de twee alleen op. ‘Ik heb nooit gestreken. Ik probeerde hen te helpen bij huiswerk maar had daar geen geduld voor’, geeft ze in het ledenblad van de Gezinsbond toe. ‘Ik voelde mij daar slecht bij, maar onze au pair zorgde goed voor hen.’

Toch weigert ze omwille van de kinderen een docentschap in New York. Ze blijft in Brussel, waar ze ook werkt als directeur van het 70-koppige onderzoekscentrum voor Studies in Media, Innovation and Technology (SMIT). In 2016 vraagt ze – onder andere – VUB-docent Mark Elchardus om advies. Verkiezingen voor het rectoraat komen eraan: is dat iets voor haar? ‘Caroline twijfelde omdat het je academische carrière radicaal onderbreekt en je nooit weet of je daarna weer de draad kunt oppikken’, zegt de socioloog. Pauwels springt en haalt het met vlag en wimpel.

Het worden haar topjaren. ‘Ze zette geen universiteit van de 21e eeuw uit’, oordeelt Elchardus, ‘maar omringde zich goed en verdeelde de moeilijke dossiers. Paul De Knop, haar voorganger en een uitstekend manager, bleef bijvoorbeeld het vastgoed van de VUB beheren. En vooral: ze bracht de universiteit dichter bij de stad en de samenleving.’ Ondanks tegenkanting voert ze genderquota in voor bestuursorganen en radicaal verdedigt ze de vrijheid van mening op haar campus. Een uiteenzetting van Theo Francken die niet kan doorgaan door een blokkade van studenten? Pauwels is woest en nodigt hem opnieuw uit. VUB-politicoloog Jonathan Holslag die een boek van Tom Van Grieken inleidt? Ze legt alle adviezen naast zich neer: moet kunnen.

Kristal uit Murano

In 2019 krijgt ze het verdict van haar kanker. Ze grient niet achter haar Aga-fornuis maar kiest na een week bezinning in Bretagne vol voor een tweede termijn als rector. Ook een coronabesmetting tast haar onverwoestbare optimisme niet aan. ‘Ik wil leven, zo lang en zo vrolijk mogelijk’ en ‘altijd Alice in Wonderland blijven’, zegt ze in Knack. Over haar ziekte en behandeling hoeft ze – ondanks haar eeuwige leergierigheid – niets te weten. Pauwels legt haar lot onvoorwaardelijk in handen van de artsen. Haar enige toegevingen: om de twee weken naar het UZ Jette voor therapie, ze gaat aan de yoga en eet meer macrobiotisch. Ze blijft ploeteren, coördineert onder andere haar Difference Day voor persvrijheid, bestuurt (ook bij Roularta), werkt haar boek af en cureert Theater aan Zee. Pas in februari 2022 stopt ze als rector, ingehaald door haar afvallige lichaam.

‘Je kunt haar naïef progressief noemen’, zegt Elchardus. ‘Ze was geen doetje, maar wát een empathie.’ In een achterbouw van haar statige huis in Watermaal-Bosvoorde – de tuin bleef lang verwilderd omdat klimaatmarcheerder en boomknuffelaar Pauwels dacht dat de natuur zich daar zelf wel kon beredderen – staat een hele grote tafel. Er hangt een kroonluchter van Muranokristal boven.

Antieke serviezen van de rommelmarkt en stapels fraai tafellinnen – een obsessie van de gastvrouw – liggen klaar in de kasten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content